Overzicht RF-laadtaken

In deze sectie wordt beschreven hoe u RF-laadtaken uitvoert.

Een RF-laadtaak is een taak waarbij een container of pallet op een vrachtwagen wordt geladen. RF-laadtaken worden gegenereerd tijdens het alloceren van orders. Als aan een verzendorder een lading-ID is gekoppeld, wordt voor elke doos-ID van de order een laadtaak aangemaakt. Aangezien RF-laadtaken worden aangemaakt tijdens allocatie, worden de taken aangemaakt voordat de artikelen worden gepickt en naar het uitgaande laan worden verplaatst. De definitieve verplaatsing van een laadtaak is meestal een verplaatsing vanaf de uitgaande laan naar de deur.

In WM wordt de volgende routine gebruikt om laadtaken over gebruikers te verdelen:

  • Nadat u de optie voor laden met RF hebt geselecteerd, voert u een combinatie in van gebied, ID, route of deur. Met behulp van deze criteria worden taken gefilterd en verdeeld. Als u alleen het gebied invult, gebruikt de applicatie de volgende routine om taken te verdelen:
  • Eerst wordt bepaald of de beschikbare laadtaken een vertrektijd hebben. De vertrektijd heeft de vorm van een datum- en tijdveld op het scherm Onderhoud lading.
  • Als voor de laadtaken vertrektijden zijn gedefinieerd, haalt de applicatie de taken op voor de route met het vroegste datum- en tijdstempel.
  • Als de laadtaken geen vertrektijden hebben, wordt in WM het datum- en tijdstempel van de taken gebruikt om de prioriteit te bepalen. De laadtaken voor de route met de vroegste vertrekdatum en -tijd worden als eerste geselecteerd.
  • Als u een ID opgeeft, wordt de bijbehorende laadtaak opgehaald. De volgende laadtaak die wordt voorgesteld, heeft betrekking op een taak die is gekoppeld aan dezelfde route of stop als de taak die het meest recentelijk is voltooid.
NB

als de gescande ID niet voorkomt in de parameters voor de laadvolgorde die zijn gedefinieerd op het scherm Onderhoud lading, wordt er een foutmelding weergegeven met de mededeling dat de gescande pallet-ID niet geldig is voor de lading.

  • Als u een routenummer invoert, haalt de applicatie de laadtaken op die beschikbaar zijn voor de route.
  • Als u de deur-ID invoert, haalt de applicatie de laadtaken op die beschikbaar zijn voor de route die is toegewezen aan de deur. Als aan dezelfde deur meerdere routes zijn toegewezen en elke route uitstaande taken heeft, worden de laadtaken opgehaald met de vroegste vertrektijden.

    Daarnaast worden taken verdeeld op de manier die is gedefinieerd in het veld Laadvolgorde op het scherm Onderhoud lading. De standaardinstelling is Stopvolgorde omkeren.

U kunt de laadvolgorde wijzigen. Wanneer een lading-ID is gestart (status lading-ID = In verwerking), kunt u de laadvolgorde alleen wijzigen in de volgende waarden:

  • Geen beperkingen
  • Stopgroep

    U kunt de ID overschrijven die de applicatie heeft opgehaald. Dit is echter alleen mogelijk als de ID betrekking heeft op een verplaatsbare uitgaande eenheid voor dezelfde stop en als in de systeeminstellingen de optie voor het overschrijven van RF-laadtaken Geselecteerd is.

NB

Als het veld Laadvolgorde op Geen beperkingen staat, hoeft de nieuwe ID die door de lader is gescand zich niet op dezelfde stop te bevinden als de voorgestelde ID. De instelling Geen beperkingen prevaleert boven de algemene systeeminstelling voor het overschrijven van RF-laadtaken.

Live laden is een andere functie die beschikbaar is. Live laden betekent dat een LPN direct op een oplegger kan worden geladen tijdens het pickproces. De operator zet het product niet in de klaarzetlocatie voor de deur zodat het later kan worden geladen. In plaats hiervan plaatst de operator het LPN direct op de oplegger als onderdeel van de verplaatsing van het LPN naar het dock. Deze functie kunt u activeren door middel van een systeeminstelling. Bij sommige activiteiten is het namelijk handig om opleggers in een afzonderlijke stap te laden nadat de picks in de klaarzetlocatie zijn geplaatst.