Retouren ontvangen met een RF-apparaat

Wanneer u een normale ontvangst uitvoert, kan een medewerker in het magazijn een nieuwe ASN aanmaken.

Ontvangstbewijzen met het retourtype Retour kunnen niet worden aangemaakt met een RF-apparaat. Ontvangstbewijzen die zijn aangemaakt op een werkstation of via de integratie met een ander systeem, kunnen worden ontvangen met een RF-apparaat.

U ontvangt als volgt een ontvangstbewijs met behulp van een RF-apparaat:

  1. Selecteer in het RF-hoofdmenu de optie Ontvangst. Het scherm Printer-ID wordt weergegeven.
  2. Geef desgewenst de printer-ID op van een printer in uw magazijn die is ingesteld voor het afdrukken van labels.
  3. Druk op Enter. Het scherm Ontvangsttaken (RCM) wordt weergegeven.
  4. Selecteer ASN/ontvangst. Het scherm Ontvangen-S1 (RC01) wordt weergegeven.
  5. Om het te gebruiken ontvangstnummer in het systeem op te zoeken, geeft u het ontvangstnummer geheel of gedeeltelijk op.
    • Als u een deelverzameling van het ontvangstnummer opgeeft in plaats van het gehele ontvangstnummer, drukt u op F2.
      • Als slechts één ontvangstrecord overeenkomt met het opgegeven gedeeltelijke ontvangstnummer, gaat het retourontvangstproces verder met de volgende stap.
      • Als meerdere ontvangstrecords overeenkomen met het door u opgegeven deel van het ontvangstnummer, wordt een bericht weergegeven dat er meer dan één ASN is gevonden. U kunt ofwel op Enter drukken om de lijst van gevonden ASN-ontvangsten te bekijken, ofwel op Esc drukken om een ander ontvangstnummer in te voeren.
  6. Er wordt een bericht weergegeven met de melding dat u een geretourneerd product ontvangt. Dit betekent dat het product anders moet worden verwerkt en dat specifieke informatie over de retour mogelijk moet worden vastgelegd. Druk op Enter om verder te gaan met de ontvangst.
  7. Ga door met de ontvangst van het product.
    Zodra u klaar bent met de ontvangst, wordt het scherm Retouren (RET02) geopend. In dit scherm kunt u specifieke kenmerken van het geretourneerde artikel vastleggen.

    NB

    De retourkenmerken kunnen worden ingevuld tijdens de ontvangst of later als onderdeel van een afzonderlijke stap.

  8. Als u de retourinformatie bij de ontvangst wilt opgeven, vult u de volgende velden in:
    Type
    Hiermee wordt de retour geclassificeerd. De applicatie wordt geleverd met de volgende typen retouren:
    • CO – Contractueel
    • DM – Schade/Defect
    • OT – Anders
    • RC – Terugroepen
    • RP – Repareren
    • SH – Verzendfouten
    RSN – Reden
    Reden voor de retourzending. De applicatie wordt geleverd met de volgende redencodes voor retouren:
    • COOUT – Verouderd/Gedateerd
    • COSAL – Retour hergebruik
    • COSSN – Seizoensproduct
    • COSTA – Voorraadaanpassing
    • DMCOS – Schade – cosmetisch
    • DMDEF – Defect
    • DMDOA – Werkt niet
    • OTFCL – Vrachtclaim
    • OTMSC – Diversen
    • RCCNT – Terugroepen – vervuiling
    • RCDAM – Terugroepen – schade
    • RCFLT – Terugroepen – defect
    • RCGVT – Terugroepen – overheid
    • RPINT – Intern repareren
    • RPMNT – Onderhoud
    • RPRTV – Retour leverancier
    • SHDOR – Dubbele order
    • SHDUP – Dubbele zending
    • SHITM – Onjuist artikel
    • SHQTY – Fout verzonden hoeveelheid
    • COND – Conditie

      Code ter identificatie van de conditie waarin de geretourneerde goederen zich bevinden. De applicatie wordt geleverd met de volgende conditiecodes:

    Type dispositie
    Code die een dispositieactie toewijst aan een geretourneerd product. De applicatie wordt geleverd met de volgende dispositietypen:
    • DP – Verwijderen
    • OT – Anders
    • RP – Repareren
    Dispositiecode
    Code ter identificatie van de dispositie van het product. De applicatie wordt geleverd met de volgende dispositiecodes:
    • DP3PT – Third-party verwijderen
    • DPDON – Aan liefdadigheid doneren
    • DPSAL – Hergebruik
    • DPSCR – Afval
    • DPSEC – Veilig verwijderen
    • OTEXC – Uitwisselen
    • OTRSL – Wederverkopen
    • OTUAI – Gebruiken zoals is
    • RPRFB – Reviseren
    • RPRTV – Repareren – RTV
    • RPWRK – Repareren – herbewerken
    • DAM – Beschadigd
    • NOR – Normaal
    NB

    Deze informatie beschrijft de kenmerken van de retour en kan via de applicatie worden onderhouden. Als u de lijst met beschikbare codes wilt bewerken, meldt u zich aan als gebruiker op bedrijfsniveau en selecteert u Configuratie > Codes > Code.