Een ASN/ontvangst zonder inkooporder toevoegen

Als voor de inslagorder geen inkooporder is opgegeven, kunt u alle informatie handmatig opgeven op het ASN/ontvangst-form.

Er wordt automatisch een door het systeem gegenereerd ASN-nummer aangemaakt. U kunt dit nummer wijzigen in een niet-sequentiële waarde. U kunt bijvoorbeeld een letter of een naam toevoegen. Als u het nummer wijzigt in een sequentieel nummer dat nog niet door het systeem wordt gebruikt, treden er op een later moment mogelijk duplicatiefouten op, waardoor het systeem wordt afgesloten.

NB

U kunt de functies Importeren en Exporteren uit Excel gebruiken om ASN's aan te maken of bij te werken. Met de functie Importeren kunt u minimaal alleen de velden die vereist zijn voor het aanmaken van een ASN importeren. Daarnaast kunt u aanvullende gegevens naar andere ASN-velden importeren. Met de functie Exporteren kunt u alle ASN-gegevens naar een Excel-werkblad exporteren. Zie de Infor WMS Introductie en navigatiegebruikershandleiding voor meer informatie over de functies Importeren en Exporteren.

Een ASN/ontvangst direct op een werkstation toevoegen, zonder inkooporder:

  1. Selecteer Inslag > ASN/ontvangst. Het scherm ASN/Ontvangst wordt geopend in Lijstweergave.
  2. Klik op Nieuw. De schermen ASN/ontvangst en ASN/ontvangstregel worden geopend.
  3. Geef in het veld Eigenaar de eigenaar voor de ASN/ontvangst op.
  4. Selecteer een type ASN/ontvangst op het veld Type.
    • Als het geselecteerde type ASN/ontvangst Klantretour is, klikt u op het tabblad Algemeen. Selecteer in het veld Geretourneerde partijen Ja of Nee (standaardwaarde) om de orderpartij van de geretourneerde zending voor de Verzenden-aan te traceren. Klik in het veld Verzenden-aan code op het pictogram Zoeken en selecteer de van toepassing zijnde Verzenden-aan klant in de lijst. Als de waarde in het veld Geretourneerde partijen Ja is, is Verzenden-aan een verplicht veld. (Houd er rekening mee dat de velden Geretourneerde partijen en Verzenden-aan op het tabblad Algemeen alleen kunnen worden bewerkt als het type ASN/ontvangst Klantretour is.)
  5. Geef in het veld Vervoerderscode de vervoerderscode op.
  6. Geef in het veld Opleggernummer het opleggernummer op. De schermen Oplegger en Status oplegger worden bijgewerkt met deze informatie.
    • Als dit vereist is voor de artikelen op de ontvangst, klik dan op het tabblad Vervoerder en geef in het veld Temperatuur de gemiddelde temperatuur van de oplegger op.
  7. Geef in het veld Verwachte aankomstdatum de datum op waarop de ontvangst van het product is gepland.
  8. Als u een ontvangst van het type Doosniveau of SSCC wilt verwerken, klikt u op het tabblad Algemeen en selecteert u Ja in het veld Automatisch ontvangen toestaan. Raadpleeg De optie Automatische ontvangen gebruiken voor meer informatie.
  9. Geef, indien nodig, informatie in de andere kopvelden van ASN-/ontvangst op.
    NB

    Het is mogelijk dat voor uw magazijnconfiguratie velden moeten worden ingevuld die door de applicatie als optioneel worden gezien.

    De applicatie heeft op het scherm ASN-/ontvangstregel een regelnummer opgegeven in het veld Regel.

  10. Geef in het veld Externe regel het regelnummer van de ASN op.
  11. Geef in het veld Artikel een artikelcode op.
  12. Geef in het veld Eigenaar de eigenaar voor de ASN/ontvangst op.
  13. Selecteer een eenheid in het veld Eenheid
  14. Geef in het veld Verwachte hoeveelheid de verwachte hoeveelheid van het artikel op en ga daarbij uit van de geselecteerde eenheid.
  15. Als u een LPN aan het regelitem wilt toewijzen, geeft u deze in het veld LPN op.
  16. Als u de standaardontvangstlocatie voor het regelitem wilt wijzigen, geeft u de code in het veld Locatie op.
  17. Voer een van de volgende acties uit in het veld VPE:
    • Selecteer STD voor een standaardverpakking.
    • Voer een geldige verpakkingswaarde in.
    • Zoek een verpakkingswaarde op.
  18. Klik op Opslaan.
  19. Als u meer regelitems wilt toevoegen, klikt u op Nieuw in het scherm ASN-/ontvangstregel en geeft u de vereiste informatie op.