Configuratieparameters voor labels opgeven

Hieronder worden de configuratieparameters voor het afdrukken van labels gedefinieerd. Deze parameters worden gespecificeerd in:

<INFOR_SCE_HOME>\<SCE_INSTANCE>wm\app\conf

WM_PRINT_LABELS

Deze parameter geeft aan of de applicatieserver van Infor WMS WM wordt gebruikt voor het afdrukken van labels. De standaardwaarde is Ja. Als de waarde Nee is, is de functionaliteit voor het afdrukken van labels uitgeschakeld.

WM_LABEL_STAGE

Deze parameter geeft het volledige pad naar de map waarin de Infor WMS WM-server in eerste instantie de XML-bestanden voor labels aanmaakt. De Infor WMS WM-server gebruikt deze map als tijdelijke map voor het aanmaken van het XML-bestand. Vervolgens verplaatst de server het bestand naar een andere map zodat hij kan worden afgedrukt. Deze map moet een bestaande map op de Infor WMS WM-server zijn.

WM_LABEL_PRINT

Deze parameter geeft het volledige pad naar de map waarin de Infor WMS WM-server de XML-labelbestanden voor afdrukken plaatst. Nadat de bestanden in eerste instantie in de map WM_LABEL_STAGE zijn aangemaakt, verplaatst de Infor WMS WM-server de bestanden naar deze map. Deze map moet een bestaande map op de Infor WMS WM-server zijn. Op de Loftware-machine moet een stationsletter aan deze map zijn toegewezen. Daarnaast moet de Loftware-afdrukserver zijn geconfigureerd om het toegewezen station te scannen op af te drukken labels.

Deze map kan zich ook op een toegewezen station bevinden. In dit geval moet de toegewezen map in de Windows UNC-indeling worden gespecificeerd.

WM_LABEL_USE_FTP

Deze parameter geeft aan of de FTP-optie op de Infor WMS WM-server ingeschakeld moet worden. De opties zijn Ja en Nee. Als de waarde Ja is, worden de XML-labelbestanden die op de Infor WMS WM-server zijn aangemaakt via FTP naar de Loftware-server verplaatst. Als de waarde Nee is, vindt er geen FTP-bestandsoverdracht plaats. De FTP-optie is handig als de Infor WMS WM-server op een UNIX-besturingssysteem draait. Een station kan niet vanaf de Loftware-machine die op Windows draait, worden toegewezen aan de Infor WMS WM-server die op UNIX draait.

FTP.WM_FTP_SERVER

Deze parameter bepaalt de naam of het IP-adres van de machine waarop de FTP-server (de Loftware-server) draait. Zorg ervoor dat de FTP-server geïnstalleerd is en op de Loftware-machine draait. De waarde is alleen van belang als de parameter WM_LABEL_USE_FTP op Ja is ingesteld. Als dat niet het geval is, kan de waarde niet worden gelezen.

FTP.WM_USER_ID

Deze parameter specificeert de gebruikers-ID die voor het aanmelden op de FTP wordt gebruikt. Deze waarde is alleen van belang als de parameter WM_LABEL_USE_FTP op Ja is ingesteld. Als dat niet het geval is, kan de waarde niet worden gelezen.

FTP.WM_PASSWORD

Deze parameter specificeert het wachtwoord dat voor het aanmelden op de FTP wordt gebruikt. Deze waarde is alleen van belang als de parameter WM_LABEL_USE_FTP op Ja is ingesteld. Als dat niet het geval is, kan de waarde niet worden gelezen.

FTP.WM_REMOTE_DIR

Deze parameter bepaalt het pad van de FTP-bestemmingsmap voor de labelbestanden. Het pad staat in relatie tot de FTP-hoofdmap of de basismap. Als u de FTP-optie gebruikt, moet u de Loftware-afdrukserver configureren om deze bestemmingsmap te scannen op af te drukken labels. Deze parameterwaarde is alleen van belang als de parameter WM_LABEL_USE_FTP op Ja is ingesteld. Als dat niet het geval is, kan de waarde niet worden gelezen.

FTP.WM_INTERVAL

Deze parameter bepaalt het tijdsinterval in seconden waarmee het FTP-proces periodiek moet worden uitgevoerd. Deze waarde is alleen van belang als de parameter WM_LABEL_USE_FTP op Ja is ingesteld. Als dat niet het geval is, kan de waarde niet worden gelezen.

FTP.WM_ENCODING

Deze parameter bepaalt de SML-codering die wordt gebruikt voor labelbestanden. Deze waarde is altijd alleen-lezen, zelfs als de parameter WM_LABEL_USE_FTP op Nee is ingesteld.