Een clusterpick per ladingnummer uitvoeren

Met de optie voor clusterpicken per lading kunt u clusterpicken met taakbesturing gebruiken voor het picken van meerdere orders die aan dezelfde uitslaglading zijn toegewezen. Voor deze picksoort start u het pickproces met de invoer van ladinggegevens om het ladingnummer te zoeken dat moet worden ingevoerd.

De primaire volgorde om de picktaken voor de lading door te geven aan de operator is per stopnummer. Gewoonlijk wordt de laatste stop het eerst gepickt zodat deze orders het eerst kunnen worden geladen. De picktaken voor dezelfde stop worden in locatievolgorde aan de operator doorgegeven. Als er dus meerdere orders zijn met hetzelfde stopnummer, en er is aan al deze orders een artikel toegewezen van de eerste locatie, worden eerst alle picks voor die locatie voltooid voordat er naar de volgende locatie wordt gegaan.

Een methode voor het alloceren van orders die per lading moeten worden gepickt is door ze op het scherm Onderhoud lading vrij te geven. Zie de Infor WMSGebruikershandleiding Labor Management voor meer informatie.

  1. Selecteer Picken in het hoofdmenu van het RF-apparaat. Het menu Picken (PM1) wordt weergegeven.
  2. Selecteer Clusterpicking. Het menu Clusterpicking (TM20) wordt weergegeven.
  3. Selecteer Ladingnummer om het wave-nummer op te geven dat u wilt picken. Het scherm Inv. lading (TM61) wordt weergegeven.
  4. Geef de volgende informatie op:
    Gebied
    Geef het gebied op dat in de applicatie is geconfigureerd om openstaande picktaken te zoeken. U moet geautoriseerd zijn om in het opgegeven gebied te picken. Als dit veld leeg is, worden taken gebruikt in alle gebieden waarvoor u geautoriseerd bent.
    Lading-ID (ladingnummer)
    Geef hier het nummer op van de lading die moet worden gepickt (indien bekend).
    ExtLd (Externe lading)
    Geef hier het nummer op van de externe lading die moet worden gepickt (indien bekend). Dit is geen verplicht veld, omdat de gebruiker mogelijk met een zoekopdracht moet achterhalen.
    Deur
    Hiermee wordt gezocht. De operator kan het deurnummer invoeren om naar ladingen te zoeken die aan die deur zijn toegewezen. Dit veld is niet verplicht.
    Route
    Hiermee wordt gezocht. De operator kan het routenummer invoeren om naar ladingen te zoeken die aan die route zijn toegewezen. Dit veld is niet verplicht.
    Vervoerder
    Hiermee wordt gezocht. De operator kan de carrier invoeren om naar ladingen te zoeken waaraan die carrier is toegewezen. Druk op F2 voor een lijst met alle carriers.
    Volgnr.
    Gebruik de pijltoetsen om de volgorde van de picks te kiezen. De default waarde is R Stopvolgorde omkeren. Druk op S om de stopvolgorde te wijzigen. De omgekeerde stopvolgorde houdt in dat de orders voor de laatste stop (het hoogste nummer) van de lading het eerst worden gepickt. Dit betekent dus dat de eerste stop van de lading het laatst wordt gepickt.

    U kunt elk willekeurig moment op F3 (Lading weergeven) drukken om een lijst weer te geven met ladingen die aan de opgegeven zoekcriteria voldoen. Als de operator geen zoekcriteria heeft ingevoerd en er wordt op F3 gedrukt, dan wordt op het scherm LDLST een lijst met alle openstaande ladingen weergegeven. Elke gevonden lading wordt op een afzonderlijke pagina weergegeven. Blader met de toetsen 4 en 6 door de lijst. Ga naar de record van de gewenste lading en druk op Enter om te beginnen met het picken van die lading. Hiermee keert u terug naar het hierboven weergegeven scherm TM61 waarin u alle gegevens ziet die voor de geselecteerde lading beschikbaar zijn.

  5. Als het veld Lading-ID juist is ingevuld, doorloopt u de velden door op Enter te drukken. Het scherm PICK per lading (TPKL) wordt weergegeven met de eerste pick voor de geselecteerde lading in het opgegeven gebied, indien dit was ingevoerd.

    Dit scherm bevat gegevens over de picktaak die moet worden uitgevoerd. De taken worden in de volgorde van de pickroute weergegeven op basis van wat er in het vorige scherm bij Volgorde is opgegeven (stopvolgorde omkeren/stopvolgorde).

    NB

    Het bericht N/n - Nieuwe Doos-ID geeft aan dat u een nieuwe doos-ID kunt toewijzen aan de resterende picks wanneer een doos vol is. Zie Nieuwe doos-ID toevoegen tijdens standaardpicks.

  6. Druk op Enter om de taak te accepteren.
  7. Als het scherm LOTVAL wordt weergegeven, geef dan voor elke partij een geldige waarde voor het partijkenmerk op. Dit scherm wordt weergegeven wanneer de partijkenmerkvalidatie als zichtbaar of vereist is aangevinkt op de pagina Validatie partijkenmerk RF.

    Als validatie van partijkenmerken niet vereist is, wordt het scherm Pickorder (TPK03) weergegeven om verder te gaan met de pick.

  8. Druk op Enter om de taak te accepteren. Het scherm PICK per lading (TPKL2) wordt weergegeven. U kunt de taak annuleren door op Esc te drukken. U moet dan een redencode opgeven waaruit blijkt waarom u de taak niet hebt uitgevoerd.

    Geef de volgende gegevens op wanneer u wordt gevraagd om de pick uit te voeren:

    Van
    Geef de locatie op waaruit het artikel wordt gepickt
    VPE
    Dit is de verpakking voor het artikel.
    Artikel
    Geef het artikel op dat moet worden gepickt.
    LPN
    Geef de LPN op die aan het product is gekoppeld.
    Hoev.
    Geef de hoeveelheid gepickte artikelen op.
    Reden
    Geef een redencode op. Het veld Redencode wordt weergegeven, tenzij zich een event voordoet waarvoor een redencode moet worden ingevoerd, zoals het picken van een te kleine hoeveelheid. Als zich een event voordoet, wordt de redencode weergegeven in een afzonderlijk redencodescherm.
    NB

    U kunt RF-pickingstrategieën configureren op het werkstation om de operatorinvoer voor de drie bovengenoemde velden te beheren: Artikel, Van LPN en Van locatie.

    • De beheeropties voor de velden Artikel en Van locatie zijn Weergeven en Bevestigen. Als u Weergeven selecteert, wordt de waarde weergegeven maar wordt deze niet door de RF-gebruiker bevestigd. Als u Bevestigen selecteert, wordt de waarde weergegeven en moet de RF-gebruiker deze bevestigen door een overeenkomende waarde te scannen of op te geven.
    • De opties voor het veld Van LPN zijn identiek, met uitzondering van een derde optie, Alleen weergeven als LPN aanwezig is. Als deze optie is geselecteerd en het artikel geen LPN heeft, wordt het veld LPN niet weergegeven. Als een artikel een LPN heeft, wordt de waarde weergegeven maar is bevestiging door de RF-gebruiker niet vereist.

    Zie de Infor WMS Configuratiehandleiding voor informatie over RF-pickingstrategieën. Ook de editor voor prompts is beschikbaar om het RF-gedrag te bepalen, onder andere dat van de velden die tijdens de pickbevestiging worden weergegeven en moeten worden ingevuld.

  9. Druk op Enter om de Van-gegevens voor de pick te bevestigen. Het volgende pickorderscherm (TPKL3) wordt weergegeven zodat het picken kan worden vervolgd.
    Doos
    Dit is de doos-ID of het labelnummer dat aan de picktaak is gekoppeld. In dit voorbeeld is er geen bevestiging dat de doos-ID onderdeel is van de pick. Als u elke pick voor de gealloceerde doos-ID moet bevestigen, kan dat veld bewerkbaar worden gemaakt.
    NB

    U kunt RF-pickingstrategieën configureren op het werkstation om de operatorinvoer voor de doos-ID te beheren. De drie beschikbare opties zijn: Weergeven, Bevestigen en Niet weergegeven.

    • Als u Weergeven selecteert, wordt de waarde weergegeven maar wordt deze niet door de RF-gebruiker bevestigd.
    • Als u Bevestigen selecteert, wordt de waarde weergegeven; de RF-gebruiker moet elke pick naar de doos-ID bevestigen.
    • Als u Niet weergegeven selecteert, wordt de doos-ID niet weergegeven op het RF-scherm.

    LPN (ook wel Drop-ID genoemd)
    Geef de drop-ID (nieuwe LPN) op voor de pick. Als u geen drop-ID opgeeft, wordt de doos-ID standaard de naar-LPN op de achtergrond voor het picken van niet-volle pallets.
    NB
    • Gebruik een drop-ID om uw ID toe te wijzen aan de container die u tijdens het picken aanmaakt. Dit kan een kleine container zijn, zoals een krat of een kartonnen doos, of een grote container, zoals een pallet. Als er tijdens het picken een nieuwe ID (drop-ID) wordt toegewezen, wordt deze ID de LPN voor de gepickte voorraad. Nadat het picken is voltooid, kunt u het gepickte product verplaatsen, verpakken of laden.
    • Als er nog een pick is voltooid naar een drop-ID voor dezelfde doos-ID op deze pick, wordt de vorige drop-ID weergegeven in de eerste rij onder de tekstlabel voor het veld. U kunt de huidige pick naar dezelfde drop-ID bevestigen of een andere invoeren.
    • Als u een RF-pickingstrategie gebruikt voor de zone waaruit het artikel wordt gepickt, kunt u het gedrag van de drop-ID bepalen met de optie die u selecteert voor het veld Naar LPN/Drop-ID in de strategie. Het veld Naar LPN/Drop-ID bevat de meest configureerbare opties die beschikbaar zijn. Zie de Infor WMS Configuratiehandleiding voor meer informatie over RF-pickingstrategieën.
  10. Druk op Enter om het LPN te bevestigen waarnaar u pickt. Het volgende scherm PICK per lading (TPKL4) wordt weergegeven met het type container en de locatie.
    NB

    Het scherm (TPKL4) wordt alleen weergegeven wanneer het LPN op de pick nog niet bestaat. Als er voor het LPN al een locatie en een verpakking zijn opgegeven, wordt het scherm Vlngd picktaak (TM62) weergegeven (zie stap 9).

    Codetype
    Geef het verpakkingstype op voor de container die u voor de pickinhoud gebruikt. Dit type moet een geldig verpakkingstype zijn.

    Druk op F2 om een lijst met beschikbare verpakkingstypen weer te geven. Met deze actie geeft u een lijst weer met verpakkingen waarvoor de vlag Weergeven voor picken is geactiveerd in het configuratiescherm Verpakking.

    NB

    Als u een RF-pickingstrategie gebruikt voor de zone waaruit het artikel wordt gepickt, kunt u het gedrag van het veld Verpakkingstype bepalen met de optie die u selecteert voor het veld Verpakkingstype in de strategie. De drie beschikbare opties zijn: Weergeven, Bevestigen en Niet weergegeven.

    • Als u Weergeven selecteert, wordt het verpakkingstype weergegeven maar wordt dit niet door de RF-gebruiker bevestigd.
    • Als u Bevestigen selecteert, wordt de waarde weergegeven; de RF-gebruiker moet een geldige waarde opgeven of scannen ter bevestiging.
    • Als u Niet weergegeven selecteert, wordt het verpakkingstype niet weergegeven op het RF-scherm.

    Naar-loc./transp.m.
    Geef de nieuwe locatie voor het gepickte product op. De locatie die is ingevoerd als naar-locatie, kan een picken-naar locatie of een in transito-locatie zijn. Vaak is dit de transportmiddel-ID van de gebruiker.
    NB

    Met RF-pickingstrategieën kunt u het systeem zo configureren dat een transportmiddel-ID wordt gebruikt en de gebruiker zich moet aanmelden bij de RF met een standaard naar-locatie. Deze functionaliteit werkt alleen goed als u ook transportmiddel-ID's hebt ingesteld als in transito-locaties. Naast de automatische standaardwaarde voor de transportmiddel-ID bevat de RF-pickingstrategie opties die beschikbaar zijn voor het veld Naar locatie. De drie beschikbare opties zijn: Weergeven, Bevestigen en Niet weergegeven.

    • Als u Weergeven selecteert, wordt het verpakkingstype weergegeven maar wordt dit niet door de RF-gebruiker bevestigd.
    • Als u Bevestigen selecteert, wordt de waarde weergegeven; de RF-gebruiker moet de waarde bevestigen.
    • Als u Niet weergegeven selecteert, wordt de naar-locatie niet weergegeven op het RF-scherm. Selecteer de optie Niet weergegeven alleen als in de zone(s) waaraan de strategie is gekoppeld, altijd de transportmiddel-ID wordt gebruikt als standaard naar-locatie of altijd de standaard naar-locatie van de zone wordt gebruikt (zonder overschrijving).

    Nadat u het laatste veld op het scherm hebt ingevuld en op Enter hebt gedrukt, is de pick voltooid.

  11. Het scherm Vlgnd picktaak (TM52) wordt weergegeven. Hier kunt u de resterende openstaande picks bekijken, een volgende taak aanvragen door op Enter te drukken of het gepickte product naar een andere locatie verplaatsen.
  12. Het scherm Volgende picktaak (TM62) wordt weergegeven. Hier kunt u om een volgende taak vragen door op Enter te drukken of het gepickte product naar een andere locatie verplaatsen. Zie Gepickte voorraad verplaatsen in deze handleiding voor meer informatie over het gebruik van de verplaatsingsopties.
  13. Herhaal stap 4 tot en met 8 totdat alle taken zijn uitgevoerd om het picken te voltooien.