Een LPN verplaatsen tijdens picken

  1. Wanneer de picktaak is voltooid, wordt het scherm Vlgnd picktaak (TM32) weergegeven.
  2. Druk op F4 = Verplaatsen om het laatst gepickte LPN te verplaatsen. Het scherm Rit naar dock (TD01) wordt weergegeven.

    Het scherm RIT naar dock (TD01) verschaft de operator informatie waarmee hij naar de juiste locatie kan gaan om het gepickte product te verplaatsen en de verplaatsing te voltooien.

    Ltste loc
    Alleen bekijken. Dit geeft de laatste picklocatie aan van het LPN die u verplaatst.
    LPN
    Alleen bekijken. Dit geeft het LPN aan dat wordt gepickt.
    Deur
    Alleen bekijken. Dit geeft de deurlocatie aan als er voor de verzendorder een is opgegeven.
    Klaarzetlocatie
    Alleen bekijken. Dit geeft de klaarzetlocatie aan als er voor de verzendorder een is opgegeven.
    Verpakkingsloc.
    Alleen bekijken. Dit geeft de verpakkingslocatie aan als er een is opgegeven voor de verzendorder.
    Naar locatie
    Scan de uitslaglocatie waar het gepickte LPN naartoe wordt verplaatst of toets het in.

    De volgende regels gelden voor de verplaatsing van het gepickte product:

    • De opgegeven locatie moet van een van de volgende typen zijn: KLAARZETTEN (uitslag), PICKEN NAAR (voor Picken naar- en Verpakkingslocaties) of DEUR (voor Deurlocatie).
    • Als de operator KLAARZETLOCATIE als locatietype heeft bevestigd, wordt door het systeem gecontroleerd of dit overeenkomt met de klaarzet-locatie op de verzendorder. Als de locatie afwijkt, wordt de operator gevraagd om te valideren dat er naar een andere locatie wordt verplaatst. Bovendien, als de systeemvlag UPDATEORDERSTAGEONOVERRIDE is ingeschakeld, wordt door de locatie die de gebruiker heeft ingevoerd, de locatie in Klaarzetlocatie op de verzendorder bijgewerkt en worden latere orders daardoor naar dezelfde klaarzetlocatie gezonden. Dit wordt vaak klaarzetten op basis van mij volgen genoemd.
    • Als de operator PICKEN NAAR als locatietype heeft bevestigd, controleert het systeem of dit overeenkomt met de Verpakkingslocatie op de verzendorder. Als de locatie afwijkt, wordt de operator gevraagd om te valideren dat er naar een andere locatie wordt verplaatst. Bovendien, als de systeemvlag UPDATEORDERSTAGEONOVERRIDE is ingeschakeld, wordt door de locatie die de gebruiker heeft ingevoerd, de locatie in Verpakking op de verzendorder bijgewerkt.
    • Als de operator DEUR als locatietype heeft bevestigd, wordt door het systeem getracht om een ladingtaak uit te voeren indien er een bestaat voor het gepickte LPN. Dit hangt af van de waarde voor de systeeminstelling COMPLETELOADTASKONTRIPTODOCK.
      • Als deze vlag op Aan is gezet, wordt de LPN verplaatst naar de deurlocatie en wordt de ladingtaak uitgevoerd indien de juiste deurlocatie wordt gescand. Als er voor dit LPN geen ladingtaak bestaat, wordt de verplaatsing naar de deurlocatie bevestigd.
      • Als deze vlag op Uit staat, wordt de verplaatsing naar de deurlocatie niet toegestaan. De operator moet de verplaatsing naar een klaarzetlocatie of picken-naar locatie bevestigen.
  3. Nadat de verplaatsing is voltooid, keert de operator terug naar het scherm Volgende picktaak (TM32) om verder te gaan met het pickproces.