Extra velden op scherm Verzendorder

Het scherm Verzendorderregel heeft een aantal extra velden die het voor het hostsysteem mogelijk maken om bepaalde activiteiten binnen de module WM uit te voeren. Deze velden bevinden zich in het kopgedeelte van het scherm Verzendorder en op de tabbladen VO-regel 1 en VO-regel 2 in het lijstgedeelte van het scherm Verzendorder.

  1. Selecteer Uitslag > Verzendorder. Het scherm Verzendorder wordt weergegeven.
  2. Klik op Zoeken om de lijst met verzendorders weer te geven.
  3. Selecteer de gewenste verzendorder. De kop en de regels van de verzendorder worden weergegeven.
  4. Geef, indien van toepassing, de volgende gegevens op in het kopgedeelte van het scherm:
    Prioriteit
    Geef de orderprioriteit op. Deze waarden zijn vooraf gedefinieerd:
    • 1=Hoogste prioriteit
    • 3=Normale prioriteit
    • 5=Laagste prioriteit
    Ordertype
    Selecteer het type order.
    Ordergroep
    Geef een ordergroep op, indien van toepassing.
    Orderdatum
    Het systeem geeft de huidige datum en tijd weer. U kunt de kalender gebruiken om deze waarde te wijzigen.
    Gewenste verzenddatum
    Gebruik de kalender om een datum op te geven.
    Leverdatum
    Gebruik de kalender om een datum op te geven.
  5. Selecteer een artikelregel in het lijstgedeelte van het scherm. De details van de geselecteerde artikelregel worden weergegeven.
  6. Klik op de tab VO-regel 1.
  7. Geef, indien van toepassing, de volgende informatie op:
    Redencode
    Geeft de reden aan voor de kleinere verzendhoeveelheid. Een redencode is vereist wanneer de eigenaar of klant zo is geconfigureerd dat een redencode vereist is voor kleinere verzendhoeveelheden. Zie Infor WMS Configuratiehandleiding.
    Minimum percentage verzending
    Hostsystemen moeten klantvereisten kunnen specificeren met betrekking tot de volledigheid van een orderregel. Sommige klanten willen niet een bepaalde hoeveelheid van een product ontvangen als de leverancier een regelitem niet in zijn geheel kan leveren. Andere klanten hebben deze vereisten misschien niet en vinden gedeeltelijke verzendingen acceptabel.
    Het veld Minimum percentage verzending is van toepassing op de orderregel. De waarde die in dit veld wordt ingevuld, bepaalt de hoeveelheid van het product die naar de klant wordt verzonden. Als de waarde 0 is, de standaardwaarde, is er geen beperking van toepassing en kan elke hoeveelheid van het product worden verzonden.
    Als de waarde van het veld Minimum percentage verzending groter dan 1 is, wordt de bestelde hoeveelheid vermenigvuldigd met dat percentage om het minimum aantal eenheden te bepalen dat mag worden verzonden. Als de gealloceerde hoeveelheid minder is dan het minimum aantal te verzenden eenheden, dan zoekt het systeem naar een nieuwe systeemoptie genaamd RESERVEMINSHIPFAILURES.
    Als deze optie is geselecteerd, wordt de voorraad in een geprealloceerde staat gelaten om het beschikbare product voor de klant te reserveren totdat de rest van het product beschikbaar is. Als de optie is gedeactiveerd, wordt de allocatie van de gehele hoeveelheid ongedaan gemaakt en beschikbaar gemaakt.
    Het Minimum percentage verzending wordt nogmaals gecontroleerd bij verzending. Bij deze controle moet de minimum hoeveelheid die is vereist voor een orderregel de status ‘gepickt’ hebben om pickregels te kunnen verzenden. Als regels worden verzonden zonder picken, moet de vereiste minimumhoeveelheid de status Gealloceerd hebben.
    KC verplicht
    Geeft aan of inspectie is vereist voor een regelartikel. De standaardinstelling is Nee.
    KC autom. aanpassen
    Geeft aan of de afgekeurde hoeveelheid van het regelartikel automatisch moet worden aangepast vanuit de voorraad. De standaardinstelling is Nee.
    LPN vereist
    Geef de LPN op. Bij allocatie en dynamisch picken wordt gebruikgemaakt van de LPN-gegevens, indien deze zijn opgegeven.
  8. Klik op het tabblad VO-regel 2.
  9. Geef, indien van toepassing, de volgende informatie op:
    Allocatiestrategie
    De allocatiestrategie die is toegewezen aan het artikel, wordt als standaardwaarde gebruikt voor de orderregel. Op de orderregel kan een andere allocatiestrategie worden toegepast. Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.

    U kunt alleen een allocatiestrategie of een klassieke (pre)allocatiestrategie selecteren (zie de hieronder beschreven velden). Als u waarden selecteert voor beide typen allocatiestrategievelden en op Opslaan klikt, wordt een bericht weergegeven dat alleen allocatie of klassieke allocatie kan worden geselecteerd.

    Klassieke preallocatiestrategie
    De klassieke preallocatiestrategie die is toegewezen aan het artikel, wordt als standaardwaarde gebruikt voor de orderregel. Op de orderregel kan een andere preallocatiestrategie worden toegepast. Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.
    Klassieke allocatiestrategie
    De klassieke allocatiestrategie die is toegewezen aan het artikel, wordt als standaardwaarde gebruikt voor de orderregel. Op de orderregel kan een andere allocatiestrategie worden toegepast. Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.

    U kunt alleen een allocatiestrategie (zie het hierboven beschreven veld) of een klassieke (pre)allocatiestrategie selecteren. Als u waarden selecteert voor beide typen allocatiestrategievelden en op Opslaan klikt, wordt een bericht weergegeven dat alleen allocatie of klassieke allocatie kan worden geselecteerd.

    Houdbaarheid
    De houdbaarheid die is geconfigureerd voor het artikel, wordt als standaardwaarde gebruikt voor de orderregel. Op de orderregel kan een andere houdbaarheid worden toegepast. Deze wordt dan gebruikt bij alloceren en picken. Er kunnen bepaalde klanten zijn die striktere regels dan de standaard artikelregels hanteren voor de houdbaarheid, dus voor hun bestellingen moet dit wellicht worden gewijzigd. Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.
    Rotatie
    De roulatieregel die is geconfigureerd voor het artikel (FIFO of LIFO), wordt als standaardwaarde gebruikt voor de orderregel. Op de orderregel kan, indien nodig, de rotatieregel worden gewijzigd. Bijvoorbeeld: bepaalde klanten hebben de afspraak dat ze altijd het nieuwste product ontvangen, dus voor hun bestellingen kan de regel worden gewijzigd in LIFO. Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.
    Rouleren per
    Dit veld bevat de partijgegevens die moeten worden gebruikt om de productroulatie te muteren. Dit kan het WM-partijnummer zijn of een van de twaalf velden voor partijkenmerken. Wanneer een orderregel wordt aangemaakt, wordt standaard de roulatieregel gebruikt die is geconfigureerd voor het artikel. Op de orderregel kan dit, indien nodig, worden gewijzigd. Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.
    Sortering dynam. picklocatie
    De sortering van de dynamische picklocaties zorgt voor flexibiliteit bij het kiezen van de locaties waar moet worden gepickt voor dynamisch picken. De volgende opties zijn beschikbaar:
    • Locatieroutevolgorde
    • Locatievoorraad van laag naar hoog naar locaties leegmaken
    • Locatievoorraad van hoog naar laag
    Dit veld kan niet worden bewerkt als een deel van de regel al gealloceerd of geprealloceerd is.
    Overschrijving verpakkingsgroep
    Selecteer de specifieke verpakkingsgroep die voor u verzending wilt gebruiken. Wanneer u in dit veld een waarde voor het verpakkingstype selecteert, wordt het verpakkingstype gebruikt bij de toewijzing. Merk op dat als de verpakkingsgroep handmatig wordt ingevoerd op de verzendorderregel, of wordt doorgegeven bij het importeren van een orderregel, dit boven de de selectie van de Verzenden-aan verpakkingsgroep gaat.
    Limiet allocatielocatie
    Geeft de partijlimiet aan die tijdens het preallocatieproces wordt gebruikt. Dit is een alleen-lezen veld.
    Laatste datum verzonden
    Geeft de laatste datum verzonden aan als Verzenden-aan gebruik maakt van partijbeheer-bij-uitslag-logica. De laatste datum verzonden verwijst naar de vervaldatum of de productiedatum afhankelijk van de waarde in het veld Roteren (hierboven gedefinieerd). Dit is een alleen-lezen veld.
    Regeltype componentreferentie
    Geeft het type artikel aan op de orderdetailregel. Het type is specifiek voor de regel omdat het een normaal artikel op de ene order kan zijn en een component op een andere order. Waarden zijn:
    • Leeg - Standaardartikel.
    • K (Kitartikel) - Parent-kitartikel kan alleen bestaan wanneer alle componenten zijn geassembleerd.
    • C (Component) - Artikelen worden geassembleerd om een kit samen te stellen. Er is een werkorder vereist om het proces te voltooien.

      Assemblagecomponentregels (C) worden gebruikt om een dynamische stuklijst en een werkordersjabloon in de API aan te maken. Ze worden niet ingevoegd als onderdeel van de verzendorder. Als assemblage vereist is, worden de werkorderfuncties van Infor WMS Magazijnbeheer gebruikt. Het werkorderproces genereert een interne componentorder met behulp van de stuklijst en de sjabloon die zijn aangemaakt toen de uitslagorder werd geïmporteerd.

    • S (Stuklijstcomponent) - Artikelen zijn componenten die zonder assemblage worden verzonden. Ze worden aangegeven om er zeker van te zijn dat hoeveelheden die naar klanten worden verzonden kloppen en voldoende zijn om volledige assemblages te vormen.

      Wanneer de Ùitslagorderregels voor stuklijstcomponenten zijn, wordt het parent-kitartikel niet in de order opgenomen. De gerelateerde stuklijstregels voor een kit kunnen worden aangegeven met behulp van het nieuwe veld Componentref. Er is geen assemblageproces vereist voor deze artikelen, ze worden zoals elk normaal artikel gepickt en verzonden. Het identificeren van deze artikelen als assemblagecomponenten zorgt voor de nieuwe gebalanceerde componentverzendlogica. Voor meer informatie over deze logica raadpleegt u de Infor WMS Gebruikershandleiding Werkorder.

    Wordt gebruikt om alle componenten die samen een assemblage vormen, te groeperen.
    Het parent-kitartikel wordt al dan niet opgenomen in de order. Als de gerelateerde componenten van het type C zijn, dan moet de parent-kit in de order worden opgenomen. Als de gerelateerde componenten van het type S zijn, wordt de parent-kit niet in de order opgenomen. Als deze echter wel wordt opgenomen, moet deze hetzelfde componentreferentienummer hebben als de componenten.
    De componentreferentie kan de assemblage-ID zijn, een regelnummer of een ander uniek veld dat het hostsysteem gebruikt om de assemblageregels op een order te groeperen. De waarde van de referentie is alleen voor het groeperen van assemblage-elementen voor een specifieke order, WM doet er niets anders mee. Componentreferenties kunnen voor elk componentartikel verschillend zijn op de orders.
    Componenthoeveelheid
    Het veld Componenthoeveelheid geeft aan hoeveel basiseenheden van dit artikel vereist zijn voor een enkele assemblage. De verzendhoeveelheden van de componentartikelen moeten in de juiste verhouding worden gehouden overeenkomstig het veld Componenthoeveelheid.
    NB

    Door tekorten van een of meer componenten moeten alle componenthoeveelheden en de parent-kithoeveelheid (indien opgenomen) worden aangepast. De velden Componenthoev. en Componentref. op de orderregel worden gebruikt voor het uitbalanceren van de componentverzending.

    ASN kit-order
    Wanneer een verzendorder met het type Kit-order wordt aangemaakt, bevat deze een detailregel met het kit-artikel (gedefinieerd in de stuklijst) en de hoeveelheid kits. De kit-order wordt automatisch gedesaggregeerd bij preallocatie, allocatie of vrijgave van de verzendorder. Tijdens dit automatische proces wordt een nieuwe ASN voor het parent-artikel aangemaakt met het type ASN kit-order. U kunt de aangemaakte kit-order-ASN in dit veld weergeven. Overigens kunt u dit veld alleen bekijken; het kan niet worden bewerkt.
  10. Klik op Opslaan.