Algemeen klassiek allocatieproces

In het algemeen voert de applicatie de volgende stappen uit in het klassieke allocatieproces:

  • Bij de preallocatie wordt een selectiemodel gebruikt om de partij of partijen te bepalen van waaruit de order wordt gealloceerd, waarbij rekening wordt gehouden met regels voor productroulatie en vereisten voor partijkenmerken die zijn ingevoerd op het scherm Verzendorder. Bij preallocatie wordt ook bepaald hoeveel pallets, dozen, binnenverpakkingen, enzovoort nodig zijn.
  • Bij allocatie wordt op basis van de resultaten van de preallocatie bepaald wat er specifiek moet worden gepickt. Welk gegevenstype wordt aangemaakt, hangt af het type allocatiestrategie dat voor het artikel wordt gebruikt, zoals:
    • Traditionele (harde) allocatie - hierbij worden de specifieke locatie, LPN's en te picken hoeveelheid van elk artikel bepaald en gereserveerd. Deze allocatie kunt u weergeven op het tabblad Pickregel van de verzendorder nadat de allocatie is voltooid.
    • Dynamische (zachte) allocatie - hierbij worden alleen de diverse eenheden en te picken hoeveelheden aangegeven. De specifieke locatie en LPN's worden bepaald tijden het dynamische pickproces. De resultaten van dit type allocatiestrategie kunt u bekijken op het tabblad Vraagallocatie van de verzendorder nadat de allocatie is voltooid.
  • Verpakken gebruikt de resultaten van allocatie om de manier van verpakken te bepalen voor incomplete pallets, dozen, binnenverpakkingen, enzovoort. Na de allocatie van een order baseert de applicatie zich op de verpakkingsgroep die aan het artikel is toegewezen om doos-ID’s toe te kennen aan elk regelartikel dat in één verpakking past.