Detailschermen bewerken

Als het profiel SCE Designer deel uitmaakt van uw rol, kunt u ontwerpwijzigingen aanbrengen in bestaande detailschermen van de applicatie Infor WMS. Als een scherm bewerkbaar is, wordt het pictogram Bewerken weergegeven in het detailscherm.

Pictogram Bewerken -

U kunt als volgt een bestaand detailscherm bewerken in de ontwerpmodus:

  1. Klik op het pictogram Bewerken terwijl het gewenste scherm wordt weergegeven. Het scherm wordt weergegeven in de modus voor formontwerp. De velden op het detailscherm worden in het form van de ontwerpmodus weergegeven als widgets.
  2. Klik op Bewerken.
    • Als een andere gebruiker het scherm op dit moment aan het bewerken is, kunt u de ontwerpmodus niet openen. Het form van de ontwerpmodus is dan vergrendeld. De ontwerpmodus voor een detailscherm kan niet door meer dan één gebruiker worden geopend. Er wordt een bericht weergegeven dat aangeeft dat een specifieke gebruiker het scherm op dit moment aan het bewerken is. U kunt de ontwerpmodus niet openen totdat de andere gebruiker de ontwerpmodus verlaat of de wijzigingen publiceert.
    • Als het scherm op dit moment niet vergrendeld is, kunt u beginnen het scherm te bewerken in de ontwerpmodus. De knoppen Opslaan en Terugzetten komen beschikbaar.
    NB

    Als u op het pictogram Bewerken klikt terwijl u een scherm aan het bewerken bent in de ontwerpmodus, worden de huidige wijzigingen niet opgeslagen en wordt de ontwerpmodus afgesloten.

  3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de widgets in de ontwerpmodus van het scherm.
    • Widget verplaatsen: u kunt een widget verplaatsen door die aan te wijzen met de cursor en te verslepen naar een andere positie in het form van de ontwerpmodus. Standaard widgets (niet bewerkt) worden blauw weergegeven. Als u wijzigingen aanbrengt in een widget, wijzigt de kleur in oranje. (Als u de wijzigingen die u hebt aangebracht in het form van de ontwerpmodus opslaat, zoals beschreven in stap 4 hieronder, worden de bewerkte widgets paars weergegeven. Als u de wijzigingen die u hebt aangebracht in het form van de ontwerpmodus publiceert, zoals beschreven in stap 6 hieronder, worden de bewerkte widgets groen weergegeven.)
    • Widget verwijderen: u kunt een widget verwijderen van het scherm door die aan te wijzen met de cursor en te verslepen naar het grijs gearceerde gebied onder het form van de ontwerpmodus. Wanneer u een widget verplaatst naar het grijze gebied, hebt u geen toegang meer tot de wijzigingen in de widget. Als u de widget terug wilt zetten in het scherm, wijst u die aan en sleept u die terug naar een beschikbare locatie in het form van de ontwerpmodus. NB: u kunt de widget voor een vereist veld niet verwijderen van het detailscherm. Wanneer u probeert de widget te verslepen naar het grijs gearceerde gebied, wordt een bericht weergegeven dat aangeeft dat het een vereiste widget betreft.
    • Widget verbergen: u kunt een geselecteerde widget verbergen of weergeven door respectievelijk Ja of Nee te selecteren in de eigenschappenlijst Verborgen. (Een geselecteerde widget is te herkennen aan de rode rand eromheen.) NB: u kunt de widget voor een vereist veld op het detailscherm niet verbergen. De waarden in de eigenschappenlijst Verborgen zijn niet beschikbaar als een vereiste widget is geselecteerd.
    • Alleen-lezen widget: voor een geselecteerde widget kunt u bepalen of het bijbehorende veld op het detailscherm een alleen-lezen, niet-bewerkbaar veld is of een bewerkbaar veld, door respectievelijk Ja of Nee te selecteren in de eigenschappenlijst Alleen lezen. NB: u kunt de status (alleen lezen of niet) niet wijzigen van een widget voor een vereist veld op het detailscherm. De waarden in de eigenschappenlijst Alleen lezen zijn niet beschikbaar als een vereiste widget is geselecteerd.
    • Vereiste widget: voor een geselecteerde widget kunt u bepalen of het bijbehorende veld op het detailscherm een vereist veld is of een optioneel veld, door respectievelijk Ja of Nee te selecteren in de eigenschappenlijst Vereist. NB: u kunt de status niet wijzigen voor een vereist veld op het detailscherm. De waarden in de eigenschappenlijst Vereist zijn niet beschikbaar als een vereiste widget is geselecteerd.
    • Knopinfo toevoegen: Wanneer u een widget hebt geselecteerd, kunt u een helpbericht/knopinfo op veldniveau opgeven in het veld Knopinfo. De opgeslagen knopinfo wordt weergegeven wanneer een gebruiker de muiswijzer op het desbetreffende veld plaatst zonder te klikken. U kunt maximaal 250 tekens opgeven in het veld Knopinfo. NB: de tekst van de knopinfo is niet vertaald.
  4. Als u een regel wilt aanmaken voor een widget, raadpleegt u Een regel samenstellen voor een widget.
  5. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan in de databasetabel. Widgets die u hebt bewerkt, worden paars weergegeven.
    Voordat u doorgaat met stap 5 en de wijzigingen in het detailscherm publiceert voor alle gebruikers van de applicatie Infor WMS in uw organisatie, verdient het aanbeveling om de richtlijnen voor de ontwerpmodus door te nemen, zodat u begrijpt wat de potentiële gevolgen zijn van wijzigingen in een schermontwerp voor de gegevensinvoer.
  6. Voordat u de ontwerpwijzigingen publiceert voor alle gebruikers van de applicatie Infor WMS in uw organisatie (stap 6 hieronder), dient u het bewerkte detailscherm uitgebreid te testen door alle mogelijke scenario's voor gegevensinvoer door eindgebruikers uit te voeren. Zie Aanbevelingen en richtlijnen voor de ontwerpmodus voor informatie over de potentiële gevolgen van wijzigingen in een schermontwerp voor de gegevensinvoer.
  7. Wanneer u alle ontwerpwijzigingen hebt voltooid en het bewerkte detailscherm hebt getest, klikt u op Publiceren.
    • De status van alle bijbehorende records in de databasetabel wordt bijgewerkt naar "Gepubliceerd".
    • Het form voor de ontwerpmodus wordt daarbij ontgrendeld. Een andere geautoriseerde gebruiker kan nu het scherm bewerken.
    • De bewerkte widgets worden groen weergegeven.
    • Wanneer u op Publiceren klikt in een live productieomgeving, worden de wijzigingen in het schermontwerp gepubliceerd voor alle gebruikers van de applicatie Infor WMS in uw organisatie.
    • Forms van de ontwerpmodus worden gepubliceerd op het niveau van tabbladen. Bijvoorbeeld: als twee detailschermen het bovenste en onderste schermdeel van een tabblad vormen, worden ontwerpwijzigingen in beide schermdelen gepubliceerd wanneer u op Publiceren klikt.

    Als u de wijzigingen niet wilt opslaan en/of publiceren, klikt u op Terugzetten en selecteert u een van de opties voor terugzetten:

    • Terugzetten naar laatst opgeslagen - als u deze optie selecteert, worden de wijzigingen die u in het scherm hebt aangebracht, niet opgeslagen. NB: het form van de ontwerpmodus blijft vergrendeld voor bewerking door u.
    • Terugzetten naar laatst gepubliceerd - als u deze optie selecteert, worden de wijzigingen die u in het scherm hebt aangebracht, niet opgeslagen. Bovendien worden opgeslagen wijzigingen die u hebt aangebracht sinds de laatste publicatie, verwijderd uit het systeem. NB: met deze optie wordt tevens het form van de ontwerpmodus ontgrendeld en kan een andere geautoriseerde gebruiker wijzigingen aanbrengen in het scherm.
    • Naar begininstellingen terugzetten - als u deze optie selecteert, worden alle huidige wijzigingen, opgeslagen wijzigingen en gepubliceerde wijzigingen verwijderd uit het systeem. NB: met deze optie wordt tevens het form van de ontwerpmodus ontgrendeld en kan een andere geautoriseerde gebruiker wijzigingen aanbrengen in het scherm.
  8. Klik op Sluiten.
    • Als u wijzigingen hebt aangebracht in het scherm sinds u de laatste keer hebt opgeslagen, wordt een bevestigingsbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de wijzigingen wilt opslaan.
    • Als u Ja selecteert, worden de huidige wijzigingen opgeslagen en wordt het form van de ontwerpmodus afgesloten.
    • Als u Nee selecteert, worden de huidige wijzigingen niet opgeslagen en wordt het form van de ontwerpmodus afgesloten.
    • Het form voor de ontwerpmodus wordt daarbij ontgrendeld. Een andere geautoriseerde gebruiker kan nu het scherm bewerken.