Aanbevelingen en richtlijnen voor de ontwerpmodus

Wijzigingen in het ontwerpmodusform kunnen van invloed zijn op het gedrag van gegevensinvoervelden in het detailscherm. Als u bijvoorbeeld de positie van twee widgets in het ontwerpmodusform omwisselt, worden de bijgewerkte locaties van de velden weergegeven in het detailscherm zodra u de wijzigingen opslaat. De wijzigingen kunnen echter leiden tot fouten wanneer een gebruiker gegevens probeert in te voeren en te genereren in het detailscherm.

Om te voorkomen dat er mogelijk gegevensinvoerfouten optreden door wijzigingen in het schermontwerp, raadt Infor het volgende aan:

  • Breng wijzigingen in een ontwerpmodusform eerst aan in een testserveromgeving. Publiceer ontwerpwijzigingen pas naar een live productieserveromgeving wanneer u de wijzigingen hebt opgeslagen, getest en gepubliceerd in een niet-productieomgeving.
  • Voer uitgebreide tests uit met scenario's voor gegevensinvoer door eindgebruikers nadat u ontwerpwijzigingen hebt opgeslagen zoals is beschreven in Detailschermen bewerken. Als u bijvoorbeeld ontwerpwijzigingen opslaat die u hebt aangebracht op velden op het tabblad Diversen van het scherm Verzendorder, moet u de betreffende testcases voor verzendorders uitvoeren om te controleren of de ingevoerde gegevens op het tabblad Diversen succesvol zijn verwerkt.
  • Eventueel kunt u testscenario's voor geïdentificeerde gegevensinvoermutaties op een detailscherm uitvoeren voordat u ontwerpmoduswijzigingen aanbrengt. Vervolgens voert u dezelfde testscenario's uit voor dezelfde gegevensinvoermutaties nadat u de ontwerpmoduswijzigingen hebt opgeslagen.