Een fysieke inventarisatie invoeren op een werkstation

U voert als volgt handmatig een fysieke inventarisatie in op een werkstation:

  1. Selecteer Uitvoering > Inventarisatie > Fysieke voorraad controleren.
  2. Klik op Nieuw. Het scherm Details fysieke voorraad controleren wordt weergegeven in de formweergave.
  3. Geef de volgende informatie op:
    Team
    Identificatie van het team dat de telling heeft uitgevoerd (A of B).
    Eigenaar
    Eigenaar van het getelde artikel.
    Voorraadvlag
    Uniek voorraadidentificatienummer voor het artikel.
    NB

    Indien een artikel meerdere voorraadtags heeft tijdens meerdere fysieke tellingen (in de UI of RF schermen), moet de laatste telling in aanmerking worden genomen voor de inventarisboeking.

    Voorbeeld: Artikel SKU1

    • Bij de eerste telling is het voorraadtag 101 en de getelde hoeveelheid 20.
    • Bij de tweede telling is het voorraadtag 85 en de getelde hoeveelheid 22.
    • Indien voorraad wordt geboekt, wordt de telling van voorraadtag 85 gebruikt.

    Artikel
    Unieke identificatie van het getelde artikel.
    Partij
    Partijnummer dat aan het getelde artikel is toegewezen.
    Locatie
    Locatie in het magazijn waar de getelde artikelen zijn opgeslagen.
    LPN
    Uniek nummer ter identificatie van een container met voorraad.
    VPE
    VPE van het artikel.
    Eenheid
    Waarde ter identificatie van de eenheid waarmee in het magazijn voorraadrecords worden bijgehouden (kleinste eenheid voor verzending).
    Geteld
    Fysieke telling van het artikel.
  4. Klik op Opslaan.
  5. Als u nog meer tellingen wilt invoeren, herhaalt u de vorige stappen. U kunt desgewenst de telling van een ander artikel invoeren of een telling van hetzelfde artikel door een ander team.
    NB

    Als RF wordt gebruikt om de fysieke tellingen uit te voeren, worden deze gegevens automatisch als onderdeel van de inventarisatie aangemaakt.