Tabblad Gewicht/Gegevens

Het is mogelijk om te definiëren welk type gewicht/gegevens in het systeem voor het artikel worden geregistreerd. U kunt hiervoor zowel het tabblad Gewicht/Gegevens als het tabblad Overzicht geregistreerde gewichten gebruiken. Er zijn diverse methoden om het systeem te configureren voor het bijhouden van gewichten. Daarom worden in dit scherm validaties uitgevoerd om te waarborgen dat in de applicatie geen tegenstrijdige methoden voor het vastleggen van gewichten worden gebruikt.

Zie de Infor WMS Gebruikershandleiding Gewicht, serienummers en gegevens registreren voor meer informatie over de mogelijkheden voor het bijhouden van gewichten.

  1. Klik op het tabblad Gewicht/Gegevens en geef de volgende gegevens op:

    INSLAG: ONTVANGSTEN

    Gewicht bij inslag registreren
    Indicator die bepaalt of het gewicht bij verwerking van ontvangsten wordt vastgelegd. Als u dit selectievakje inschakelt, moet de gebruiker tijdens de ontvangst het gewicht van elke eenheid invoeren.
    NB

    Als deze vlag is ingeschakeld, is het niet mogelijk om de vlag Overzicht geregistreerde RF-gewichten bij inslag in te schakelen. Omgekeerd geldt dat als de vlag Overzicht geregistreerde RF-gewichten bij inslag is ingeschakeld, de vlag Gewicht bij inslag registreren is uitgeschakeld en niet kan worden bewerkt. Een artikel kan niet worden geconfigureerd voor het vastleggen van beide gewichttypen.

    Geen invoer van totaal gewicht
    Indicator die bepaalt of het totaalgewicht van het artikel op de ontvangstregel kan worden ingevoerd. Als dit selectievakje is ingeschakeld, moet u afzonderlijke gewichtregels invoeren en kan de RF-gebruiker geen totaalgewicht voor de ontvangstmutatie invoeren.
    Gemiddeld nettogewicht
    Het gemiddelde gewicht van het artikel, op basis van de eenheid die u hebt geselecteerd in het veld Gewicht registreren per. Verplicht (als Gewicht registreren bij inslag is ingeschakeld).

    Standaardwaarde: 0,00

    Tarragewicht
    Het gewicht van de verpakking van het artikel. Dit gewicht wordt opgeteld bij het vastgelegde gewicht om het brutogewicht te berekenen dat in de systeemmutatie is geregistreerd en in de voorraadsaldi wordt opgeslagen.

    Standaardwaarde: Wordt automatisch ingevuld als het artikel is aangemaakt op basis van het tarragewicht dat voor het artikel op het tabblad Algemeen is gedefinieerd.

    Tolerantie (%)
    Toegestane afwijking van gewicht (positief of negatief), op basis van het ingevoerde gemiddelde gewicht. Tolerantie (%) mag geen negatieve waarde zijn.

    Standaardwaarde: 0,00

    Maateenheid registreren gewichten/gegevens/serienummers
    Hiermee wordt de eenheid gedefinieerd waarmee het gewicht en de gegevens worden vastgelegd tijdens de verwerking van ontvangsten. Opties zijn:
    • EA (stuks)
    • CS (doos)
    • PL (pallet)

      Standaardwaarde: Stuks

    Voorbeeld: Als er 12 eenheden per doos zijn en deze waarde is ingesteld op CS (doos), moet de RF-gebruiker het gewicht en de gegevens vastleggen voor elke doos met 12 eenheden die wordt ontvangen. Als er 48 eenheden worden ontvangen, moet de gebruiker het gewicht en de gegevens 4 maal vastleggen.

    Eenheid vulhoeveelheid:
    In dit optionele veld kunt u de eenheid opgeven waarnaar wordt verwezen voor vastgelegde gewichten. Het is mogelijk om het type gewicht op te geven, zoals grammen of ponden, maar er kan ook worden verwezen naar een ander type eenheid, zoals liters, die in het gewicht worden bijgehouden.
    Serienummers van ontvangst t/m verzending registreren
    Indicator die bepaalt of aan het artikel unieke serienummers worden toegewezen, die van de ontvangst tot en met de verzending worden getraceerd. Hierdoor kan een afzonderlijk voorraadniveau voor het artikel in het magazijn worden vastgelegd.
    Gegevens bij inslag registreren
    Indicator die bepaalt of gegevens, zoals serienummers bij de verwerking van ontvangsten worden vastgelegd.
    Uniek serienummer voor gegevens registreren bij inslag
    Wordt alleen gebruikt als Serienummers van ontvangst t/m verzending traceren voor dit artikel is uitgeschakeld. Deze indicator bepaalt of het serienummer (Gegevens vastleggen 1) uniek moet zijn voor het artikel. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een melding weergegeven wanneer de operator probeert een serienummer vast te leggen dat al is ontvangen. Als "Traceren serienummers van ontvangst t/m verzending" wordt gebruikt, wordt al gecontroleerd of de serienummers uniek zijn.
    Labelgegevens registreren (Serienr., Overig2, Overig3, Overig4, Overig5)
    Dit veldlabel is toegewezen aan de corresponderende elementen voor het registreren van gegevens op het RF-apparaat in de schermen ASN/Ontvangst en Gewicht registreren. Als het veld Gegevens registreren bij inslag is ingeschakeld, moet ten minste één label voor geregistreerde gegevens worden gedefinieerd (Serienr., Overig2, Overig3, Overig4, Overig5). Deze labels mogen niet langer dan 5 tekens zijn.

    UITSLAG: VERZENDINGEN

    Gewicht bij uitslag registreren
    Indicator die bepaalt of bij de uitslagverwerking het gewicht wordt vastgelegd. Als u dit selectievakje inschakelt, moet de gebruiker tijdens het picken het gewicht van elke eenheid invoeren. Als deze vlag is ingeschakeld, is het niet mogelijk om de vlag Overzicht geregistreerde RF-gewichten bij uitslag in te schakelen. Omgekeerd geldt dat als de vlag Overzicht geregistreerde RF-gewichten bij uitslag is ingeschakeld, de vlag Gewicht bij uitslag registreren is uitgeschakeld en niet kan worden bewerkt. Een artikel kan niet worden geconfigureerd voor het vastleggen van beide gewichttypen.
    Gegevens bij uitslag registreren
    Indicator die aangeeft of gegevens, zoals serienummers bij de verwerking van uitgaande zendingen worden vastgelegd.
    NB

    Als de optie Serienummers van ontvangst t/m verzending traceren voor dit artikel is ingeschakeld, moet ook deze vlag worden ingeschakeld.

    Gemiddeld nettogewicht
    Het gemiddelde gewicht van het artikel, op basis van de eenheid die u hebt geselecteerd in het veld Gewicht registreren per.

    Standaardwaarde: wordt automatisch ingevuld als het artikel is aangemaakt op basis van het nettogewicht dat voor het artikel op het tabblad Algemeen is gedefinieerd.

    Tarragewicht
    Dit gewicht wordt opgeteld bij het vastgelegde gewicht om het brutogewicht te berekenen dat in de systeemmutatie is geregistreerd en in de voorraadsaldi wordt opgeslagen.

    Standaardwaarde: wordt automatisch ingevuld als het artikel is aangemaakt op basis van het tarragewicht dat voor het artikel op het tabblad Algemeen is gedefinieerd.

    Tolerantie (%)
    Toegestane afwijking van gewicht (positief of negatief), op basis van het ingevoerde gemiddelde gewicht. Tolerantie (%) mag geen negatieve waarde zijn.

    Standaardwaarde: 0,00

    Maateenheid registreren gewichten/gegevens/serienummers
    Definieert hoe het gemiddelde gewicht is vastgelegd tijdens de verwerking van uitgaande zendingen. Opties zijn:
    • Stuks
    • DS
    • Pallet

      Standaardwaarde: Stuks

    Geen invoer van totaal gewicht
    Indicator die bepaalt of het totaalgewicht van het artikel op de ontvangstregel kan worden ingevoerd. Als dit selectievakje is ingeschakeld, moet u afzonderlijke gewichtregels invoeren. Als dit selectievakje is ingeschakeld, moet u afzonderlijke gewichtregels invoeren en kan de RF-gebruiker geen totaalgewicht voor de pickmutatie invoeren.
    Overschrijving door klant
    Indicator die aangeeft of de klant/consignatienemer de functie voor het registreren van het gewicht kan inschakelen, zelfs als het veld Gewicht registreren bij uitslag voor het artikel op Nee is ingesteld. De waarde in dit veld overschrijft de instelling op artikelniveau.
    Uniek serienummer voor gegevens registreren bij uitslag
    Wordt alleen gebruikt als Serienummers van ontvangst t/m verzending traceren is uitgeschakeld voor het artikel. Deze indicator bepaalt of het serienummer (Gegevens vastleggen 1) uniek moet zijn voor het artikel. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een melding weergegeven wanneer de operator probeert een serienummer te picken dat al is gepickt. Als "Traceren serienummers van ontvangst t/m verzending" wordt gebruikt, wordt al gecontroleerd of de serienummers uniek zijn.
    Registreren tijdens
    Selecteer hoe gegevens tijdens picken of verpakken moeten worden geregistreerd. Als Serienummers van ontvangst t/m verzending traceren is ingeschakeld voor het artikel, moet dit veld worden ingesteld op Bij picken.
    Labelgegevens registreren (Serienr., Overig2, Overig3, Overig4, Overig5)
    Label dat wordt toegewezen aan de titel van geregistreerde gegevens in de schermen RF, Verzendorder en Gewicht registreren. Als het veld Gegevens registreren bij uitslag is ingeschakeld, moet ten minste één label voor geregistreerde gegevens worden gedefinieerd (Serienr., Overig2, Overig3, Overig4, Overig5).
    Regel gegevens groeperen bij stemgestuurd picken
    Indicator die aangeeft welk veld voor het vastleggen van gegevens wordt ingevuld door stemgestuurd picken.
  2. Sla uw wijzigingen op.