Geldige segmentwaarden
- STR - (tekstwaarde voor tekenreeks)
- Elke alfanumerieke tekenreeks is geldig met uitzondering van puntkomma's (;), sluistekens (|) en plustekens (+).
- DTE - datum/tijd
- Elke combinatie van de volgende datumonderdelen is geldig. (de huidige systeemdatum wordt gebruikt)
- MMM - genereert een afkorting van 3 letters voor de huidige maand (JAN - DEC)
- MM - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor de huidige maand (01-12)
- M - genereert een afkorting van één letter voor de huidige maand (A - L)
- DD - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor de huidige dag (01-31)
- DDD - genereert de huidige Juliaanse datum (waarden 001 - 366)
- CC - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor de huidige eeuw (20-99)
- YY - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor het huidige jaar (00-99)
- WW - genereert de huidige week (waarden 01-52)
- hh - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor het huidige uur (00-24)
- mm - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor de huidige minuut (00-60)
- ss - genereert een numerieke weergave van twee cijfers voor de huidige seconde (00-60)
Voorbeeld van een datumconfiguratie voor de maand en de laatste twee cijfers van het jaar: DTE;MM+YY:
NBAls u scheidingstekens in een datumnotatie wilt opnemen, moet het masker een combinatie van DTE- en STR-segmenten bevatten. Als u januari 2015 bijvoorbeeld wilt weergeven als 01-15, gebruikt u het masker DTE;MM+STR;-+DTE;YY.
- SEQ - volgnummer uit de configuratie voor tellerbeheer
-
Gebruik een tekenreekswaarde die een geldige KEYNAME uit de tabel NCOUNTER (Tellerbeheer) aangeeft; gevolgd door een sluisteken (|); gevolgd door een numerieke waarde die aangeeft hoeveel cijfers moeten worden geretourneerd.
De waarde die in de tabel NCOUNTER (Tellerbeheer) wordt gevonden, wordt links aangevuld met het vereiste aantal nullen zodat het segment het opgegeven aantal cijfers bevat. Een waarde van 0 (nul) cijfers wil zeggen dat de waarde een float moet zijn en dat er geen aanvulling moet plaatsvinden.
Voorbeeld 1: Voor een volgnummer met zes cijfers met LOTGEN als sleutel voor NCOUNTER: SEQ;LOTGEN|6
- Als KEYCOUNT = 318, wordt de waarde 000318 geretourneerd
Voorbeeld 2: Voor een volgnummer met LOTGEN als sleutel voor NCOUNTER en zonder aanvulling: SEQ;LOTGEN|0
- Als KEYCOUNT = 318, wordt de waarde 318 geretourneerd
NBWaarden kunnen worden teruggezet in het scherm Tellerbeheer (NCOUNTER), maar indien vereist moet dit handmatig per magazijn worden uitgevoerd.
- HDR - kopgegevens ASN/ontvangst
-
De waarde moet een geldige kolomnaam uit de tabel RECEIPT (Ontvangst) zijn. Deze databasewaarde wordt tijdens de ontvangst opgehaald en in het masker voor partijkenmerken ingevuld.
Voorbeeld: Ga als volgt te werk als u de waarde voor Land van herkomst in de ontvangst wilt toepassen: HDR;ORIGINCOUNTRY
- DET - gegevens ASN-/ontvangstregel
-
De waarde moet een geldige kolomnaam uit de tabel RECEIPTDETAIL (Ontvanstregel) zijn. Deze databasewaarde wordt tijdens de ontvangst opgehaald en in het masker voor partijkenmerken ingevuld.
Voorbeeld: U wilt de naam van een leverancier uit de tabel met ontvangstregels ophalen: DET;SUPPLIERNAME
- POH - kopgegevens inkooporder
-
De waarde moet een geldige kolomnaam uit de tabel PO (Inkooporder) zijn. Deze databasewaarde wordt tijdens de ontvangst opgehaald en in het masker voor partijkenmerken ingevuld.
Voorbeeld: U wilt het inkoopordernummer uit de inkooporder vastleggen: POH;POKEY
- STO - gegevens eigenaar
- De waarde moet een geldige kolomnaam uit de tabel RELATIE zijn. De waarde voor de eigenaar die in de ontvangsttransactie is vastgelegd, wordt uit de database opgehaald en in het masker voor partijkenmerken ingevuld.
- SKU - artikelgegevens
-
De waarde moet een geldige kolomnaam uit de tabel SKU (Artikel) zijn. De waarde voor het artikel die in de ontvangsttransactie is vastgelegd, wordt uit de database opgehaald en in het masker voor partijkenmerken ingevuld.
Voorbeeld: U wilt de artikelgroep uit de tabel SKU (Artikel) ophalen: SKU;SKUGROUP