Validatie na de allocatie configureren

  1. Selecteer op bedrijfsniveau Configuratie > Validatieregels > Uitslag om het scherm Conditionele validatie uitslag te openen.
  2. Als u een nieuwe record wilt aanmaken, klikt u op Nieuw om de detailweergave Conditionele validatie te openen.
    NB

    de enige bewerking die u kunt uitvoeren op de routine voor validatie na allocatie is de validatie in- of uitschakelen.

  3. Geef de volgende informatie op:
    Validatie
    Validatie-ID die kan worden overschreven als dat nodig is. Beveiligd tegen schrijven.
    NB

    u kunt deze ID bewerken wanneer de validatie voor het eerst wordt gedefinieerd, tot het moment dat de record wordt opgeslagen.

    Beschikbaar
    Indicator die bepaalt of de applicatie de kop voor validatieroutines controleert. Als dit veld is uitgeschakeld, zal de applicatie deze record niet valideren.
    NB
    • Wanneer het selectievakje is ingeschakeld, is de routinekop ingeschakeld.
    • Als de routine niet is ingeschakeld, worden eventuele details die aan de kop zijn gekoppeld, niet gecontroleerd, ongeacht of ze ingeschakeld zijn of niet.
    • Het selectievakje is default uitgeschakeld bij de validatietypen Na allocatie en Na verzending.

      Standaardwaarde: Ingeschakeld

    Eigenaar
    Eigenaar van het artikel dat moet worden gevalideerd. Verplicht.
    NB

    de eigenaar moet in de applicatie zijn geconfigureerd.

    Klant
    Degene aan wie het artikel wordt geleverd. Verplicht.
    NB
    • Alleen een geldige klant kan worden ingevoerd.
    • De klant moet zijn geconfigureerd in het scherm Eigenaar.
    Artikel
    Te valideren artikel. Verplicht.
    NB

    De velden Klant, Eigenaar en Artikel zijn niet verplicht voor de standaardrecord. Wanneer u een nieuwe record toevoegt, zijn alle drie de velden wel vereist.

    Type
    Type validatie voor de record. Selecteer Validatie na allocatie. Verplicht.

    Standaardwaarde: Validatie na picken

    Minimum houdbaarheid
    Het minimum aantal dagen dat de klant toestaat tussen de huidige datum en hetzij de vervaldatum, hetzij de productiedatum voor het artikel dat wordt verzonden. (De velden Vervaldatum en Productiedatum bevinden zich in het scherm Artikel.) Dit aantal wordt vergeleken met het berekende aantal om te bepalen of de validatie een positief of negatief resultaat heeft. Dit veld kan niet worden opgegeven voor een validatie na allocatie.
    NB
    • In dit veld kan alleen iets worden opgegeven als het validatietype Na picken of Voor verzending is.
    • Dit veld kan niet worden bewerkt als het validatietype Na allocatie is.
    Lijstweergave regel
    Volgnummer
    Volgorde van de validatieroutines die de applicatie moet volgen. Beveiligd tegen schrijven.
    Validatieroutine
    De validatieroutine die de applicatie moet uitvoeren. In dit geval is er maar één keuze, Validatie na allocatie, en deze is al geselecteerd. Verplicht.
    NB
    • Welke opties beschikbaar zijn in de keuzelijst, is afhankelijk van het validatietype dat is gedefinieerd in de kop.
    • U kunt geen namen van routines voor andere validatietypen invoeren. Alleen de routines die zijn gekoppeld aan het validatietype in de kop, zijn toegestaan.

      Standaardwaarde: Locatie controleren

    Geactiveerd
    Indicator die bepaalt of de applicatie de validatieroutine controleert. De applicatie neemt alleen ingeschakelde routines in aanmerking bij de verwerking van validaties.

    U moet elke volgorde definiëren als in- of uitgeschakeld, ongeacht de instelling van de optie Ingeschakeld in de kop.

  4. Klik op Opslaan.