Tabblad Serienummer

  1. Klik op het tabblad Serienummer.
  2. Geef de volgende informatie op:
    De velden op dit scherm worden alleen ter informatie weergegeven.
    Eigenaar
    Naam van de eigenaar die aan het nieuwe artikel is gekoppeld. Verplicht.
    Artikel
    Unieke code ter identificatie van het artikel. Verplicht.
    NB

    verschillende eigenaren kunnen dezelfde artikelcode hebben.

    Omschrijving
    Omschrijving van het artikel.
    Serienummers van ontvangst t/m verzending registreren
    De instelling uit het tabblad Gewicht/Gegevens voor het traceren van serienummers van de ontvangst tot en met de verzending.
    Configuratie serienummer
    In deze sectie wordt gedefinieerd welk gedeelte van de barcode het serienummer bevat als de volledige barcodetekenreeks meer gegevens bevat dan alleen het serienummer.
    Splitsen - vast
    Gebruik deze sectie als het begin van het serienummer altijd op dezelfde positie staat in het gedeelte van de barcode dat het serienummer bevat.
    NB

    als de methode Splitsen - vast wordt gebruikt, moet Splitsen - gescheiden (zie hieronder) op nul worden ingesteld.

    Starten op positie
    De positie in de barcodetekenreeks waarop het serienummer begint.

    Voorbeeld: als het serienummer altijd begint op het elfde teken van de gegevens, wordt dit veld ingesteld op 11.

    Splitsen - gescheiden
    Gebruik deze sectie als het gedeelte van de barcode dat het serienummer bevat kan verschillen en wordt aangegeven met een scheidingsteken in de tekenreeks.
    NB

    bij gebruik van de methode Splitsen - gescheiden mag Splitsen - vast niet worden gedefinieerd.

    Starten na
    Dit is een getal tussen 1 en 9 dat aangeeft hoe vaak het scheidingsteken voorkomt dat met de optie Occurrences van is gedefinieerd (zie hieronder). Verplicht bij gebruik van de methode Splitsen - gescheiden.
    NB

    als de methode Splitsen - gescheiden wordt gebruikt, moeten de opties Starten na en Occurrences van beide worden ingesteld.

    Occurrences van
    Dit is een cijfer, letter of ander teken waarmee wordt aangegeven dat het gedeelte van de barcode met het serienummer direct volgt.
    NB

    als de methode Splitsen - gescheiden wordt gebruikt, moeten de opties Starten na en Occurrences van beide worden ingesteld.

    Voorbeeld: als het serienummer begint na het 2e sterretje (*) in de tekenreeks, moeten deze gegevenselementen als volgt worden ingesteld:

    Starten na twee occurrences van *.

    Lengte (tekens)
    Het aantal tekens van het serienummer. De systeembarcode kan meer tekens bevatten, maar het serienummer is slechts een gedeelte van de tekenreeks die wordt gescand. De lengte is van toepassing op de splitsingsregels (vast of gescheiden) die hierboven worden beschreven.
    Maskerformaat
    Er kan een maskersyntaxis worden gedefinieerd om ervoor te zorgen dat het juiste formaat wordt gebruikt voor de tekenreeks die als serienummer wordt gescand.

    Aan de hand van het maskerformaat wordt gecontroleerd of het gescande serienummer overeenkomt met de syntaxis die voor het artikel is gedefinieerd, ongeacht wanneer het serienummer wordt gescand. Als het serienummer niet overeenkomt met het maskerformaat, kan de gebruiker de mutatie niet voltooien.

    Mogelijke waarden in het maskerformaat:

    • N = numeriek
    • A = alfa
    • C = alfa of numeriek
    • D = teken (-.#,*)
    • B = spatie

    Voorbeelden:

    • Als het serienummer van het artikel AABBCC1234 is, is het maskerformaat AAAAAANNNN.
    • Als het serienummer van het artikel SER-90800Z-10001 is, is het maskerformaat AAADNNNNNADNNNNN.
    Splitsen voor meerdere seriële barcodes:
    Deze parameters worden gebruikt om een lange barcode met meerdere serienummers op te splitsen in afzonderlijke serienummers. Een barcode kan in afzonderlijke serienummers worden opgesplitst op basis van een vast aantal tekens of een scheidingsteken. Hierdoor kan de barcode worden opgesplitst in een reeks waarden voor lange serienummers.
    Vaste lengte
    Geeft de lengte aan van de volledige tekenreeks die één serienummer bevat.

    Voorbeeld: Vaste lengte = 10

    Gescande barcode = T709Z87124Y324A80909G767R09821

    Deze barcode bevat 3 afzonderlijke serienummers van elk 10 tekens volgens de instelling Vaste lengte = 10:

    • T709Z87124
    • Y324A80909
    • G767R09821

    Deze tekenreeks kan alleen uit het serienummer bestaan of naast het serienummer ook extra gegevens bevatten. Als de tekenreeks naast het serienummer ook extra gegevens bevat, kunnen de parameters in de sectie Configuratie serienummer ook worden gebruikt om het serienummer uit de langere tekenreeks te extraheren.

    Scheidingsteken
    Geeft het scheidingsteken aan dat bepaalt hoe een volledige barcodetekenreeks wordt opgesplitst in afzonderlijke serienummers.

    Voorbeeld: Scheidingsteken = Z

    Gescande barcode = ZT709987Z24Y324AZ090944G76ZR09821

    Deze barcode bevat 4 afzonderlijke serienummers. Elk serienummer wordt aangegeven met Z.

    • T709987
    • 24Y324A
    • 090944G76
    • R09821

    Deze tekenreeks kan alleen uit het serienummer bestaan of naast het serienummer ook extra gegevens bevatten. Als de tekenreeks naast het serienummer ook extra gegevens bevat, kunnen de parameters in de sectie Configuratie serienummer ook worden gebruikt om het serienummer uit de langere tekenreeks te extraheren.

    Regels serienummers verhogen:
    Deze parameters worden door het systeem gebruikt wanneer een structuur voor sequentiële serienummers is ingesteld voor het artikel. Deze instelling kan in twee situaties worden gebruikt.

    Het product dat wordt verwerkt, heeft altijd sequentiële serienummers en telkens wanneer een barcode wordt gescand, wordt automatisch het volgende gedefinieerde serienummer in de reeks aangemaakt of gebruikt.

    De gebruiker scant een bereik van serienummers en het product bevat uitsluitend sequentiële serienummers. Als het eerste en laatste nummer van een bereik worden gescand, kan het systeem alle serienummers in het bereik bepalen.

    Beginpositie verhoging
    Als het aantal serienummers in een barcode groter dan één is, moet het systeem weten welk gedeelte van het serienummer moet worden verhoogd om de andere serienummers te genereren. Dit wordt als volgt bepaald: met Beginpositie verhoging wordt de beginpositie van het te verhogen gedeelte van het serienummer opgegeven en met Lengte verhoging wordt de lengte van het te verhogen gedeelte van het serienummer opgegeven.

    Deze configuratie is ook van toepassing als een bereik kan worden gebruikt om meerdere serienummers in een reeks vast te leggen.

    Lengte verhoging
    In combinatie met het veld Beginpositie verhoging geeft dit veld het aantal tekens in het te verhogen gedeelte aan.

    Voorbeeld:

    Als het serienummer in de barcodetekenreeks AABB123CC is en de barcode tien serienummers bevat (AABB123CC, AABB124CC, AABB125CC, … AABB132CC), moet het systeem het getal in het vijfde, zesde en zevende teken van het serienummer met één verhogen.

    In dit geval moet Beginpositie verhoging worden ingesteld op 5 en moet Lengte verhoging worden ingesteld op 3.

    Als een barcode slechts één serienummer bevat, worden deze instellingen genegeerd.

    Sequentiële serienummers automatisch verhogen
    Zoals eerder is vermeld, kunt u ook automatisch meerdere serienummers in het systeem vastleggen door één scan uit te voeren. Bijvoorbeeld: de gebruiker scant de barcode op een dooslabel en de seriedragende artikelen in de doos worden automatisch in het systeem vastgelegd omdat de serienummers altijd de juiste volgorde hebben.

    Als deze vlag is ingeschakeld, worden op basis van het eerste serienummer in de barcodetekenreeks automatisch de volgende sequentiële serienummers aangemaakt of gebruikt volgens de configuratie.

    NB

    voor een artikel met deze configuratie kunnen de individuele serienummers nooit afzonderlijk worden verwerkt. Als er één serienummer wordt gescand, wordt altijd gebruikgemaakt van de volgende sequentiële serienummers die in de configuratie zijn gedefinieerd.

    Als u deze functie gebruikt, moet ook het veld Serienummers per barcode (dat hieronder wordt beschreven) worden ingesteld.

    Serienummers per barcode
    Dit is het aantal serienummers dat het systeem bij elke scan toevoegt als de vlag Sequentiële serienummers automatisch verhogen is ingeschakeld.

    Bijvoorbeeld: als de barcode 10 serienummers bevat, moet dit veld op 10 worden ingesteld. De standaardinstelling voor dit veld is 1.