Inventarisaties seriedragende voorraad

Een inventarisatieis een telling waarbij locaties steekproefsgewijs worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat de saldi in de applicatie en de werkelijke hoeveelheden op de locaties met elkaar overeenkomen. Met een inventarisatie controleert u de aantallen op specifieke locaties.

Bij telling van voorraad waarvan de serienummers van ontvangst tot en met verzending worden getraceerd, moet u specifieke informatie over de betrokken serienummers invoeren om de mutatie te voltooien. U voert als volgt een telling voor seriedragende producten op het werkstation uit:

Voor het uitvoeren van inventarisaties volgt u de processtappen in Infor WMS Gebruikershandleiding Voorraadbeheer. In deze handleiding wordt behandeld hoe u het systeem voor inventarisaties moet configureren, hoe u tellingen voor RF-gebruikers vrijgeeft en hoe u inventarisaties op de RF-eenheid voltooit. Zie daarnaast ook Overzicht van RF-serienummers.

U voert als volgt inventarisaties uit voor seriedragende voorraad:

  1. Selecteer Uitvoering > Inventarisatie > Onderhoud.
  2. Voer gegevens in om de tellingrecords te filteren en klik op Zoeken. Er verschijnt een lijst met tellingen die voldoen aan de opgegeven criteria:
    Eigenaar
    Eigenaar van de voorraadrecord die wordt verplaatst.
    Artikel
    Artikel van de voorraadrecord die wordt verplaatst.
    Locatie
    Locatie van de voorraadrecord die wordt verplaatst.
    Teldatum
    Datum waarop de telling is uitgevoerd.
    Gebruiker
    Persoon die de inventarisatie heeft uitgevoerd.
    Status
    De huidige status van de telling. De volgende statuscodes zijn mogelijk:
    • Niet geboekt – er is sprake van een afwijking en door Voorraadbeheer is bepaald dat er geen aanpassing mag worden geboekt.
    • Te groot verschil – er is een afwijking voor de telling vastgelegd die buiten de toegestane marge voor het artikel valt. De telling is niet geboekt en moet door Voorraadbeheer worden gecontroleerd.
    • Geboekt – er is sprake van een van de volgende condities: het resultaat van de uitgevoerde telling komt overeen met de systeemvoorraad, de telling heeft een afwijking opgeleverd die binnen de toegestane marge valt of Voorraadbeheer heeft de telling geaccepteerd en heeft een aanpassing geboekt.
    KC-aanpassingsreden
    Reden voor de aanpassing van de inventarisatie. Een op de RF-eenheid vastgelegde telling wordt standaard ingesteld op RF CC aanpassing.
    Taaknummer
    De ID van de taak in Taakbeheer die tijdens het vastleggen van de telling werd uitgevoerd.
  3. Selecteer een record in de lijst met tellingen om aanvullende informatie voor de telling weer te geven. Deze informatie omvat onder andere:
    • Kop van het scherm
      • Eigenaar – eigenaar van de voorraadrecord die wordt verplaatst
      • Artikel – artikel van de voorraadrecord die wordt verplaatst
      • Locatie – locatie van de voorraadrecord die wordt verplaatst
      • Status – huidige status van de telling. De gebruikte beschikbare statuscodes.
    • Regels van het scherm
      • Eigenaar – eigenaar van de voorraadrecord die wordt verplaatst
      • Artikel – artikel van de voorraadrecord die wordt verplaatst
      • Locatie – locatie van de voorraadrecord die wordt verplaatst
      • Partij – partijnummer van de vastgelegde telling
      • LPN – getelde LPN
      • Status – huidige status van de regelrecord van de telling
      • Geteld – de hoeveelheid die tijdens de inventarisatie is vastgelegd.
      • Aangepaste hoeveelheid – de afwijking tussen de hoeveelheid in het systeem en de getelde hoeveelheid. Dit is de hoeveelheid die op basis van deze record is aangepast.
      • Teldatum – de datum waarop de inventarisatie is vastgelegd.
      • Gebruiker – de gebruiker die de telling heeft uitgevoerd.
  4. Selecteer een regelrecord om aanvullende informatie over de telling weer te geven.
  5. Klik op het tabblad Serienummers om aanvullende informatie over de telling weer te geven voor artikelen waarvan het serienummer wordt getraceerd. Er wordt vervolgens een lijst met serienummers weergegeven die tijdens de inventarisatie zijn vastgelegd.
  6. Voor records met de status Te groot verschil kan een voorraadaanpassing worden uitgevoerd door de status te wijzigen in Geboekt.
    NB

    De voorraadaanpassing die met deze mutatie wordt geboekt, omvat de serienummers die niet in de inventarisatie zijn opgenomen. De serienummers die tijdens de telling zijn vastgelegd, blijven in de voorraad.

  7. Zie de Gebruikershandleiding Voorraadbeheer voor een uitgebreide beschrijving van de stappen voor het controleren en bijwerken van tellinggegevens.