Kosten

Afhankelijk van hoe het systeem is geconfigureerd, worden er automatisch kosten gegenereerd bij systeemactiviteit en bij het verstrijken van factureringsperioden. U kunt deze kosten in het scherm Kosten controleren, bewerken en verwijderen. U kunt in dit scherm ook nieuwe kosten aanmaken, bijvoorbeeld unieke kosten die niet zijn gekoppeld aan een specifieke transactie of factureringsperiode (zoals fotokopieën, faxkosten, enzovoort).

In de lijstweergave van het scherm zijn kosten ingedeeld naar Klant, Factureren-aan klant en magazijn. Door te filteren kunt u slechts een gedeelte van de huidige kosten laten zien.

Geef de details van de kostenrecord weer als u een huidige kostenpost wilt controleren of bewerken. Breng de noodzakelijke wijzigingen aan en klik op Opslaan.

Klik op Nieuw om een nieuwe kostenrecord aan te maken. Geef de kostengegevens op en klik vervolgens op Opslaan.

In de lijstweergave in het scherm Kosten kunt u op Importeren klikken om nieuwe factureringskosten aan te maken door een Microsoft Excel-spreadsheet met factureringsgegevens te importeren. Tevens kunt u op Exporteren klikken om alle factureringskosten naar een Microsoft Excel-spreadsheet te exporteren. Zie de Infor Supply Chain Execution Introductie en navigatiegebruikershandleiding voor meer informatie over de functies Importeren en Exporteren.

Kostenkopvelden (tabblad Algemeen)

Klant

Afhankelijk van hoe het systeem is geconfigureerd, worden er automatisch kosten gegenereerd bij systeemactiviteit en bij het verstrijken van factureringsperioden. U kunt deze kosten in het scherm Kosten controleren, bewerken en verwijderen. U kunt in dit scherm ook nieuwe kosten aanmaken, bijvoorbeeld unieke kosten die niet zijn gekoppeld aan een specifieke transactie of factureringsperiode (zoals fotokopieën, faxkosten, enzovoort).

De klant voor wie deze kosten zijn gegenereerd, Dit is het bedrijf dat eigenaar is van de voorraad die aan deze kosten is gekoppeld.
Factureren-aan
De klant die deze kosten moet betalen. Dit kan dezelfde klant zijn die bij Klant is opgegeven.
Magazijn
Het magazijn waarin de kosten zijn gemaakt.
Datum
De datum waarop de kosten zijn gemaakt. Wanneer u kosten selecteert voor facturering, wordt aan de hand van deze datum bepaald welke kosten binnen het opgegeven datumbereik vallen.
Status
De status van deze kosten. Kosten die nog niet zijn verwerkt, hebben de status Open, maar kunnen ook geblokkeerd zijn. Als bepaalde kosten eenmaal aan een batch zijn toegevoegd, is de kostenstatus gelijk aan de bijbehorende batchstatus (Afgedrukt, Bewerkt, Voltooid).
Factuur
Er wordt een factuurnummer aangemaakt voor elke kostenpost die voor een factuurbatch is geselecteerd. Op dat moment wordt het factuurnummer op dit veld weergegeven.
Order/Ordertype
Het nummer (en de typecode) van het orderdocument dat bij deze kosten hoort. Dit kan een ontvangstdocument of een verzendorder zijn.
Activiteit
Voor kosten die op mutaties zijn gebaseerd, is dit de systeemactiviteit die bij deze kosten hoort. Mogelijke activiteiten zijn:
  • Voorraadaanpassing
  • Crossdocken
  • Inslag voltooid
  • Kit gereed
  • Eigendom overboeken – Van
  • Eigendom overboeken – Naar
  • Retourneren voltooid
  • Zending voltooid
  • Magazijnoverboeking – Van
  • Magazijnoverboeking – Naar
Type factuur
Het type factuur dat aan deze kosten is gekoppeld.
  • Vracht
  • Inkomend
  • Arbeid
  • Diverse factureringen
  • Periodiek
  • Trucklading

Typen facturen worden opgegeven op facturering-eventrecords; dit koppelt het type factuur aan een activiteit en een kostencode. Bij het selecteren van kosten voor facturering, kunt u opgeven welke typen facturen u wilt opnemen.

Batch
Voor kosten die zijn toegewezen aan een factuurbatch, wordt het batchnummer weergegeven. Deze waarde kan niet worden bewerkt.
Regel
De specifieke regel op het orderdocument dat aan deze kosten is gekoppeld, indien van toepassing.
Art./verpakking
Het specifieke artikel dat dan deze kosten is gekoppeld.
Partijcode
Het partijnummer van de voorraad dat aan deze kosten is gekoppeld,
Factuur
Voor kosten die zijn toegewezen aan een factuur, wordt het factuurnummer weergegeven. Deze waarde kan niet worden bewerkt.
UC1 – UC3
Codes die door de gebruiker zijn gedefinieerd en aan deze voorraad zijn toegewezen.
Minimum
Geeft aan dat het minimumkostenbedrag is toegepast (het oorspronkelijke, door het systeem berekende, op hoeveelheid gebaseerde tarief, was lager dan het minimumkostenbedrag voor deze klant).
Valuta
De valuta die voor voor deze klant wordt gebruikt.
Kostencode
De kostencode die dit type kosten identificeert.

Kostencodes worden in het scherm Kostencode gedefinieerd.

Kosteneenheid
De eenheid waarmee het kostenbedrag wordt berekend.
Kostenhoeveelheid
De totale hoeveelheid (op basis van de kosteneenheid) die wordt gebruikt om deze kosten te berekenen.
Tarief
Het tarief dat wordt gebruikt om deze kosten te berekenen. Voor de kosten die door het systeem worden berekend, wordt de tariefinformatie gedefinieerd op de tariefgroep in het klantcontract.
Bedrag
Het totale kostenbedrag. Dit bedrag wordt berekend door de kostenhoeveelheid met het tarief te vermenigvuldigen. U kunt de hoeveelheid en het tarief bewerken, maar niet deze waarde.
Belasting?
Geeft aan of deze kosten belastnaar zijn. Gegevens over het belastingtarief worden voor specifieke kostencodes in het scherm Belastinggroepen gedefinieerd.
Intern?
Geeft aan of het om interne kosten gaat.
Kosten
Het specifieke artikel dat aan deze kosten is gekoppeld. Kosten kunnen worden gespecificeerd op tariefgroeprecords om werkelijke kosten te vergelijken met opbrengsten.
Tariefgroep
De tariefgroep die wordt gebruikt om deze kosten te berekenen. In het klantcontract wordt een tariefgroep gekoppeld aan een eventgroep om events/perioden aan tareiven te koppelen.
Eventgroep
De eventgroep die wordt gebruikt om deze kosten te berekenen. In het klantcontract wordt een tariefgroep gekoppeld aan een eventgroep om events/perioden aan tareiven te koppelen.
Artikelgroep
De artikelgroep die wordt gebruikt om deze kosten te berekenen.
Intern
Als dit interne kosten zijn (specifieke kosten, niet op ontvangstniveau of periodieke kosten), voer dan een J in.
Artikelhoeveelheid/Eenheid
De hoeveelheid voorraad die is berekend in de artikeleenheid (tegenover de kosteneenheid).
Ladinghoeveelheid/Eenheid
De hoeveelheid voorraad die is berekend in de ladingeenheid (tegenover de kosteneenheid).
Brutogewicht
Het brutogewicht van deze hoeveelheid voorraad.
Nettogewicht
Het nettogewicht van deze hoeveelheid voorraad.
Gewichtseenheid
De eenheid waarin het bruto- en het nettogewicht van de voorraad vast te leggen.
Volume/Eenheid
Het volume van deze hoeveelheid voorraad.
Opmerking
Eventuele opmerkingen over deze kosten.
Kostennummer
Het door het systeem toegewezen kostennummer.