Weekkalenders definiëren

U maakt als volgt een weekkalender aan:

  1. Selecteer Configuratie > Algemeen > Kalender.
  2. Klik op Nieuw en selecteer Weekkalender.
  3. Geef op het tabblad Kalendergegevens de volgende informatie op:
    Naam
    De naam van de kalender.
    Weergavenaam
    De naam die in de applicatie moet worden weergegeven.
    Status
    De status van de kalender. De waarden kunnen zijn:
    • Gereed: De kalender is aangemaakt en kan worden gebruikt.
    • Opbouwen: Er worden processen uitgevoerd om de kalender aan te maken.
    • Ongeldig: Er treedt een fout op bij het aanmaken van de kalender. U kunt de detailgegevens van de fout opvragen op de pagina Controlelogbestand.
    Type
    Geeft het kalendertype aan. Deze waarde is gebaseerd op de kalender die geselecteerd wordt als u op Nieuwklikt.
  4. Geef op het tabblad Kalenderindeling de volgende informatie op:
    Eerste maand van jaar
    De maand vanaf welke de kalender begint.
    Eerste week van jaar
    De dag van de maand die is vereist om de eerste kalenderweek van het jaar te bepalen.

    De eerste kalenderweek:

    • Bevat 1ste van maand
    • Bevat 2de van maand
    • Bevat 3de van maand
    • Bevat 4de van maand
    • Bevat 5de van maand
    • Bevat 6de van maand
    • Bevat 7de van maand
    Eerste dag van week
    De dag waarmee een kalenderweek begint. Bijvoorbeeld zondag of maandag.
    Weekpatroon
    Een herhaald patroon voor het aantal weken in elke planningsmaand. Het patroon bestaat uit 12 cijfers die opgeteld in 52 weken resulteren. De waarden kunnen zijn:
    • 445
    • 454
    • 544
    • 13*4
    Bijvoorbeeld: voor een kalender met juni als de eerste maand van het jaar staat het patroon 445 voor een planningsmaand van vier weken voor juni en juli en een planningsmaand van vijf weken voor augustus, enzovoort.
    Jaardefinitie
    Het planningsjaar dat wordt gebruikt voor het labelen van perioden. De waarden kunnen zijn:
    • Jaar van eerste maand
    • Jaar van laatste maand
    NB: Als het Jaar van eerste maand niet januari is, bestaan voor elk boekjaar datums voor twee kalenderjaren. De waarde in dit veld wordt gebruikt om het jaar te bepalen dat moet worden gebruikt.
    Bijvoorbeeld voor een boekmaandkalender die van juni tot mei 2018 loopt en waarvoor de Jaardefinitie is ingesteld op Jaar van laatste maand, bestrijkt de kalender de datums 1 juni 2017 – 31 mei 2018. Als de Jaardefinitie Jaar Jaar van eerste maand is, zijn de datums 1 juni 2018 - 31 mei 2019.
    53ste week aan maand toevoegen
    De maand (1-13) waarin SCP, indien nodig, een extra week moet toevoegen. Bijvoorbeeld: als de eerste maand van het jaar juni is en dit veld is ingesteld op 12, wordt de 53ste week toegevoegd aan de maand mei.
    NB: 
    • Als het Afwijkend patroon is opgegeven voor een jaar, wordt de 53ste week bepaald op basis van dat afwijkende patroon.
    • De waarde 13 wordt alleen weergegeven als het Weekpatroon is ingesteld op 13*4.
    Extra maand aan kwartaal toevoegen
    De kwartaalperiode van het jaar waaraan de extra maand wordt toegevoegd.
    NB: Dit veld wordt alleen weergegeven als het Weekpatroon is ingesteld op 13*4.
  5. Geef op het tabblad Structuurniveaus de volgende niveaus op:
    Weekdelen activeren
    Als deze optie is ingesteld op Aan, wordt de weekkalender aangemaakt die weekdelen ondersteunt. U kunt op die manier de gegevens in week- en maandformaat weergeven. De gegevens voor de scenario's worden opgeslagen op het deelniveau.
    NB: Deze optie is standaard ingesteld op Uit. De gebruiker is niet verplicht om het formaat voor weekdelen op het kalenderniveau op te geven. SCP wijst het achtervoegsel A en B toe aan het weekformaat.
    Jaarformaat
    Het formaat waarin de jaarperiode moet worden weergegeven. Er wordt een default formaat weergegeven dat kan worden gewijzigd.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Jaren is ingesteld op Aan.
    Kwartaalformaat
    Het formaat waarin de kwartaalperiode moet worden weergegeven.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Kwartalen is ingesteld op Aan.
    Maandformaat
    Het formaat waarin de maandperiode moet worden weergegeven.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Maanden is ingesteld op Aan.
    Als Jaardefinitie bijvoorbeeld is ingesteld op Jaar van laatste maand voor een jaar dat begint in april 2018 en eindigt in maart 2019, is april 2018 de eerste planningsmaand van planningsjaar 2019. Om een label BJ19/01 voor deze maand aan te maken, gebruikt u het formaat 'BJ%jj/%mm'.
    Weekformaat
    Het formaat waarin de weekperiode moet worden weergegeven.
    NB: 
    • Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Weken is ingesteld op Aan.
    • Zie Kalenderstructuurniveaus formatteren voor informatie over het wijzigen van het default weergaveformaat voor het jaar, het kwartaal, de maand en de week.
    Opmaak weekdelen
    Het formaat waarin het weekdeel moet worden weergegeven.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Weekdelen is ingesteld op Aan.
    Dagopmaak
    Het formaat waarin de dagperiode moet worden weergegeven.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Dagen is ingesteld op Aan.
  6. Klik op het tabblad Maandelijkse kalenderstructuurniveaus. Op dit tabblad kunt u de tijdsperioden (Jaar, Maand, Kwartaal) opgeven waarvoor de planningsgegevens kunnen worden gerapporteerd.
    NB: Dit tabblad wordt alleen Weekdelen is ingesteld op Aan.
  7. Geef de volgende informatie op:
    Primaire kalender
    Geeft aan of de maandkalender als de primaire kalender wordt beschouwd.
    NB: Als deze optie is ingesteld op Uit, wordt de weekkalender beschouwd als de primaire kalender.
    Kalenderjaren
    Geeft aan dat de optie 'Jaar' beschikbaar is in de kalenderstructuur.
    Kalenderkwartalen
    Geeft aan dat de optie 'Kwartaal' beschikbaar is in de kalenderstructuur.
    Kalendermaanden
    Geeft aan dat de optie 'Maand' beschikbaar is in de kalenderstructuur.
    Formaat kalenderjaar
    Het formaat waarin het kalenderjaar moet worden weergegeven in de kalenderstructuur, wanneer u de cyclusperiode uitvoert met weekdelen.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Kalenderjaren is ingesteld op Aan.
    Notatie kalenderkwartaal
    Het formaat waarin het kalenderkwartaal moet worden weergegeven in de kalenderstructuur, wanneer u de cyclusperiode uitvoert met weekdelen.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Kalenderkwartalen is ingesteld op Aan.
    Notatie kalendermaand
    Het formaat waarin de kalendermaand moet worden weergegeven in de kalenderstructuur, wanneer u de cyclusperiode uitvoert met weekdelen.
    NB: Dit veld is alleen beschikbaar als de optie Kalendermaanden is ingesteld op Aan.
  8. Klik op Toevoegen op het tabblad Jaargegevens.
  9. Geef de volgende informatie op:
    Jaar
    Het aantal jaren dat beschikbaar is in de kalenderstructuur.
    Afwijkend patroon
    Het door de gebruiker gedefinieerde weekpatroon (afwijkend van het standaardpatroon) om de gegevens van het Weekpatroon van de kalender te wijzigen.
    NB: 
    • Als u een afwijkend patroon opgeeft voor een jaar met 53 weken, moet u ervoor zorgen dat het patroon 12 cijfers bevat die opgeteld 53 opleveren. Bijvoorbeeld 445445445455.
    • U mag alleen de cijfers 4, 5 en 6 gebruiken.
  10. Klik op Toevoegen. Er wordt een nieuwe Jaargegevens toegevoegd aan de lijst.
  11. Klik op Opslaan.
    NB: Als u de boomstructuur van een kalender met de status Gereed wilt bekijken, klikt u in het venster Gegevens op Voorbeeld.