Systeemmacro's definiëren

U kunt systeemmacro's, die worden uitgevoerd in een algemene context en niet specifiek van toepassing zijn op een cyclusperiode of een scenario, definiëren of bewerken.

U kunt als volgt een systeemmacro definiëren of bewerken:

  1. Selecteer Configuratie > Cyclus > Macro's.
  2. Selecteer een macro en klik op Gegevens.
  3. Klik op de pagina Macro op Bewerken. Geef de volgende informatie op:
    Naam
    Geef de naam van de macro op.
    Weergavenaam
    Geef de naam op die in de applicatie moet worden weergegeven. Dit is een optioneel veld.
    Gebruikers
    Selecteer of geef op welke gebruikers toegang kunnen verkrijgen tot het werkblad.
    Systeem
    Geeft aan of de macro door het systeem wordt gegenereerd.
    Type
    Het macrotype. Selecteer Systeem.
    Module
    De module waarop de macro van toepassing is. Dit veld is niet van toepassing op macro's van het type Systeem.
    Tags
    De tag die is gekoppeld aan het werkblad. Maak een keuze in een lijst van voorgedefinieerde tags die worden weergegeven in het venster Tags. U kunt een of meer tags aan een calculatieregel koppelen. Deze optie wordt gebruikt voor het groeperen van algemene elementen, die kunnen worden gekoppeld aan entiteiten, zoals measures of werkbladen.
    Rollen
    Selecteer of geef op welke rollen toegang hebben tot de macro.
  4. Klik op het tabblad Details op Nieuw.
  5. Geef de volgende informatie op in het venster Stap:
    Opdracht
    Geef de opdracht die moet worden uitgevoerd op. Een opdracht bestaat uit een functie en parameters. Bijvoorbeeld: SaveDiscardScenarios(“Normal (M)","","","","","600").
    NB: Iedere stap bestaat uit een opdracht en wordt op volgorde uitgevoerd.
    Omschrijving
    De beschrijving van de stap.
  6. Klik op Opslaan en Terug naar lijst.