Overzicht van het genereren van prognoses op een niet-basis-periodeniveau
U kunt het prognosemechanisme aanroepen om een model passend te maken op een periodeniveau dat niet overeenkomt met het Cyclus.Kalenderniveau, zodat u scenariowaarden kunt opslaan.
Aggregatie van perioden
Als aggregatie voor de gedefinieerde perioden vereist is, moet u de waarden voor alle basisniveauperioden maandelijks aggregeren voor de Cyclus.Historiehorizon. De volgende measures zijn van toepassing op aggregatie:
- Prognosemechanisme.Measure-koppeling.Historie
- Prognosemechanisme.Measure-koppeling.Weging
- Prognosemechanisme.Measure-koppeling.Masker NB: Deze measure wordt niet gebruikt voor een rechtstreekse aggregatie van waarden. Het masker (gegevens die voor bitwise-acties gebruikt worden, zoals AND of NOT) moet worden toegepast op alle gemaskerde basisniveauperioden (dezelfde waarde voor periodemasker > 0). Dit zorgt ervoor dat de historie-measure voor die basisniveauperiode niet geaggregeerd wordt naar het periodeniveau (parent). Als alle basisniveauperioden voor dezelfde parent een masker > 0 hebben, is het geaggregeerde periodemasker dat wordt doorgegeven aan het prognosemechanisme 1.
Wanneer prognoses worden gegenereerd voor een niet-basisperiodeniveau, is aggregatie niet vereist voor invoer-measure voor groeidemping (growthDampingStartPeriod, growthDampingEndPeriod, growthDampingFactor en gdfZeroAfterDamping), aangezien de waarden worden opgeslagen op het niveau van 'PCONST'.
Stel, u wilt weken tot maanden aggregeren, waarbij de geaggregeerde maand voor weken 1-4 gelijk is aan 1 en de historie voor weken 1-4 is: 100, 100, 100, 100. Dan zijn de maskers voor weken 1-4 respectievelijk 1, 0, 0, 0. De geaggregeerde historie voor maand 1 is 300, en het geaggregeerde masker voor maand 1 is 0.
Het prognosemechanisme heeft de volledige maandhistorie nodig om een aggregaat te kunnen genereren. Het aantal perioden in Cyclus.Kalender voor het opslaan van scenariowaarden <= Cyclus.Historiehorizon moet dus worden gebruikt om ervoor te zorgen dat er geldige maandperioden worden doorgegeven aan het prognosemechanisme. Een historiehorizon bestaat bijvoorbeeld uit veertien weken, wat neerkomt op drie maandperioden als het 445-wekenpatroon wordt gebruikt. Daardoor kan de vierde maandperiode niet berekend worden en wordt de veertiende week dus genegeerd, tenzij het opgegeven wekenpatroon 445 is.