Kaarten met coördinaten weergeven in een ingebed werkblad

Kaartdiagrammen worden gebruikt om kaarten met coördinaten weer te geven op basis van de bijbehorende gegevens van een werkblad. Als u het kaartdiagram wilt weergeven, selecteert u een werkblad waarvoor het volgende geldt:

  • Rapportbron: ingesloten
  • rapporttype: pivot_editor
  • rv_chart_number: 9

De parameter rv_map_type wordt gebruikt om het kaartdiagram weer te geven. Om ervoor te zorgen dat deze coördinaatkaarten naar wens worden weergegeven, moeten de volgende parameters worden opgegeven:

  • rv_map_latitude: Wordt gebruikt om de breedtegraad te bepalen waarop de gegevens moeten worden weergegeven.
  • rv_map_country_attr: Wordt gebruikt om de lengtegraad te bepalen waarop de gegevens moeten worden weergegeven.
    NB: 
    • De parameters rv_map_continent_attr, rv_map_country_attr en rv_map_province_attr zijn optioneel en worden alleen gebruikt om het meest geschikte type kaart te bepalen.
    • rv_map_latitude_to, rv_map_longitude_to, en rv_map_directional_arrows zijn optionele parameters voor het trekken van aanvoerlijnen van respectievelijk de locatie rv_map_longitude en rv_map_latitude naar rv_map_longitude_to en rv_map_latitude_to.
      • De parameter wordt beschouwd als een locatieattribuut.
      • De aanvoerlijn wordt alleen weergegeven als beide parameters zijn gedefinieerd.
      • Als de parameter rv_map_directional_arrows is ingesteld op waar, wordt voor de aanvoerlijn een pijl weergegeven die de richting van de aanvoergegevens aangeeft. Dit is alleen van toepassing als de parameters rv_map_latitude_to en rv_map_longitude_to zijn gedefinieerd.

Weergave-instellingen:

Wanneer de kaart wordt weergegeven in het werkbladdeelvenster onder de kerntabel, geldt het volgende:

  • Het diagram wordt weergegeven in de beschikbare ruimte na de kerntabel, op basis van rv_pivot_size (grootte van de kerntabel in pixels). Als deze parameter niet is gedefinieerd, krijgen de kerntabel en het diagram evenveel ruimte toebedeeld in het deelvenster.
  • Als het deelvenster kleiner wordt gemaakt, bijvoorbeeld in een werkblad met meerdere deelvensters, wordt het diagram verborgen wanneer de beschikbare ruimte in het deelvenster onder de kerntabel kleiner is dan de parameter rv_min_chart_size (minimumaantal pixels voor het tekenen van het diagram). Als de parameter rv_min_chart_size niet is gedefinieerd, is de default waarde 0.
  • Als de kerntabel niet is opgenomen (rv_pivot_hide = Waar), wordt het hele werkbladdeelvenster gebruikt om het diagram weer te geven. Met behoud van de kaartverhoudingen wordt het beschikbare gebied gebruikt voor de kaart en de parameter rv_fit_panel wordt genegeerd.

Functionaliteit en condities:

  • Wanneer het diagram wordt gebruikt om de gegevens voor elke locatie uit te zetten (rv_chart_rows wordt genegeerd), geldt het volgende:
    • De locaties worden weergegeven in de rijen en de waarden uit de eerste kolom of de geselecteerde kolom worden meegenomen.
    • De locaties worden weergegeven in de kolommen en de waarden uit de eerste rij of de momenteel geselecteerde rij worden meegenomen.
    • Als een locatieattribuut van toepassing is op meerdere locaties, worden de waarden van alle measures voor de locaties opgeteld en weergegeven voor het betreffende land. De kaart kan worden gebruikt om slechts één set waarden (uit rijen of kolommen) uit te zetten.
    • Als de locatiedimensie wordt weergegeven in het slicers-gebied, kan op de kaart alleen de opgegeven locatie worden uitgezet. Wanneer u de locatiedimensie in het slicers-gebied wijzigt, worden default de kaartwaarden ook bijgewerkt.
  • Op basis van het gedefinieerde kaarttype (rv_map_type) wordt geprobeerd de gegevens voor de volgende kaarttypen juist uit te zetten in het werkblad:
    • Kaarttype = 0 Best fit rv_map. Als u dit kaarttype opgeeft, worden de parameters rv_map_continent_attr, rv_map_country_attr en rv_map_province_attr gebruikt om het meest geschikte type kaart te bepalen. Als deze parameters niet zijn gedefinieerd, wordt type 1 (Wereld) gebruikt als default voor het kaarttype.
      • Als alleen de parameter rv_map_continent_attr is opgegeven, kan alleen het diagram met een kaart van continenten worden weergegeven.
      • Als alleen de parameter rv_map_map_country_attr is opgegeven, kan alleen de wereldkaart worden weergegeven. Afzonderlijke continentkaarten zijn niet van toepassing omdat sommige landen deel uitmaken van meerdere continentkaarten.
      • Als beide parameters zijn gedefinieerd, wordt de meest geschikte kaart weergegeven. Als u echter de kaart van een afzonderlijk continent wilt weergeven, mag de parameter rv_continent_attr slechts één continent bevatten. Is dat niet het geval, dan wordt de landenkaart voor de wereld gebruikt.
    • Kaarttype = 1 (Wereld).
    • Kaarttype = 2 (Continenten).
    • Kaarttype = 3-8 (afzonderlijke continentkaarten).
    • Kaarttype = 9.
    NB: 
    • Alle waarden worden uitgezet in het diagram op basis van de opgegeven coördinaten. Het wordt aanbevolen om praktische coördinaten op te geven om ervoor te zorgen dat waarden tegen echte oriëntatiepunten (gebieden) worden afgezet.
    • Het diagram krijgt default de afmetingen die nodig zijn om coördinaten op de juiste locaties uit te zetten. Daarom moet u de juiste kaart selecteren. Als u bijvoorbeeld de kaart van de Verenigde Staten selecteert, maar een van de uitgezette gegevenspunten verwijst naar een geografische locatie in het Verenigd Koninkrijk, worden de afmetingen van de kaart gewijzigd om de coördinaten in het Verenigd Koninkrijk weer te geven. Omdat de kaart van het Verenigd Koninkrijk echter niet wordt weergegeven, geven de coördinaten een locatie in zee aan.
    • Waarden voor locaties waarvoor geen attributen met coördinaten zijn gedefinieerd worden samen gegroepeerd, opgeteld en weergegeven als onderdeel van 'Overige locaties', bovenin het diagram.
  • Elk gegevenspunt wordt uitgezet als een bel. De grootte van de bel staat in verhouding tot de waarde van de bel. Voor een gegevenspunt van 1000 wordt bijvoorbeeld een grotere bel weergegeven dan voor een gegevenspunt van 50.
  • Met de parameter rv_color_palette kan een kleurenpalet worden gedefinieerd. Als rv_color_palette niet is gedefinieerd, wordt het kleurenpalet Hemelsblauw gebruikt. Als echter rv_measure_format is gedefinieerd, wordt er geen rekening gehouden met de waarden in rv_color_palette.
    • De parameter rv_measure_format kan worden gebruikt om de waarden voor de parameter rv_color_palette te overschrijven en de kleurvariaties op de kaart te bepalen met behulp van de parameters highamber, highred, lowamber, lowred en highlightgreen. Bijvoorbeeld:
      <Row name="[SOP_FBAISPER]">
      <Property name="format" value="0%" />
      <Property name="highamber" value="0.2" /> <Property name="highred" value="0.4" />
      <Property name="lowamber" value="-0.2" />
      <Property name="lowred" value="-0.4" />
      <Property name="highlightgreen" value="TRUE" /> </Row>
    • De locaties worden weergegeven in de betreffende kleuren voor elke parameter en bij elke grens worden kleuren geconvergeerd. Bijvoorbeeld: door convergentie van rood naar amber, van amber naar groen en van groen naar rood kan een grenswijziging worden aangegeven. In het voorbeeld worden de hoogste waarden (hoger dan 40%) donkerrood weergegeven en de laagste waarden (lager dan 40%) in lichtere roodtinten, langzaam overgaand in ambertinten.
  • Voor elke locatie wordt het gegevenspunt van de coördinaat uitgezet op de kaart. Als meerdere locaties dezelfde coördinaat hebben, worden deze coördinaten uitgezet en op elkaar gestapeld.
  • Attributen met coördinaten uit aggregaatwaarden moeten worden gedefinieerd en de waarde van de aggregaat-ID moet worden uitgezet op de kaart op basis van de opgegeven coördinaat.
  • Als de parameter rv_pivot_hide = Waar, wordt het diagram default weergegeven in het slicers-gebied. Als u de dimensies in het slicers-gebied wilt verbergen, moet u de parameter rv_slicers_hide gebruiken.
  • Als rv_map_show_title = Waar, is de weergegeven measure de titel van de kaart.
  • Een legenda is niet van toepassing op kaarten met coördinaten.
  • Beweeg de aanwijzer over een locatie om een tooltip weer te geven met details van de locatie en de bijbehorende waarde.
  • Stel rv_map_show_labels = Niet waar in om gegevenslabels te verbergen. Default waarde = Waar.