SCV-gegevensverbeteringsregels aanmaken
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u gegevensverbeteringsregels voor SCV (Supply Chain Vault) aanmaakt.
U maakt als volgt een nieuwe gegevensverbeteringsregel aan:
- Selecteer Configuratie > SCV > Gegevensverbeteringsregels.
 - Klik op Nieuw.
 - 
				Geef op het tabblad Gegevens de volgende informatie op:
				
- Naam
 - Een unieke naam van de gegevensverbeteringsregel in SCV.NB: Na het aanmaken kunt u dit veld niet meer wijzigen.
 - Omschrijving
 - De omschrijving van de gegevensverbeteringsregel.
 - Doeltabel
 - De naam van de doeltabel die is geselecteerd in SCV. De mogelijke tabeltypen zijn:
- Tussentabel
 - Inbox
 - Kern
 - Outbox
 
 - Doelkolom
 - De kolomnaam van de opgegeven doeltabel.
 - Default waarde
 - De waarde die wordt toegepast wanneer de gegevensregels geen waarde retourneren.
 - Systeem
 - Geeft aan of de gegevensregel door het systeem of door de gebruiker gedefinieerd is.NB: Deze optie is ingeschakeld voor de gegevensregel die door het systeem is gedefinieerd.
 - Ingeschakeld
 - Geeft de status van de gegevensregel aan. De waarden kunnen zijn:
- Aan (ingeschakeld)
 - Uit (uitgeschakeld)
 
NB: De ingeschakelde gegevensverbeteringsregel moet worden opgenomen in de omzettingslogica. 
 - Klik op het tabblad Tabelkoppeling.
 - Klik op '+' om de koppeling tussen de doeltabel en de brontabel op te geven.
 - 
				Geef de volgende informatie op:
				
- Brontabel
 - De naam van de brontabel. Mogelijke tabeltypen:
- Tussentabel
 - Inbox
 - Kern
 - Outbox
 
NB: U mag niet de tabelnaam selecteren die wordt gebruikt in de koppelingsdefinities. - Doeltabel
 - De naam van de doeltabel. Deze waarde wordt default opgehaald uit het tabblad Gegevens.
 - Beperking vreemde sleutel
 - De beperking Vreemde sleutel tussen de brontabel en de doeltabel (Brontabel > Doeltabel en Doeltabel > Brontabel).
 
 - Klik op Toevoegen. Er wordt een nieuwe rij toegevoegd aan de lijst Tabelkoppeling.
 - Klik op het tabblad Gegevensregels.
 - Klik op '+' in een nieuwe gegevensregel op te geven.
 - Geef de waarde op die moet worden toegepast op basis van de filterinstelling.
 - 
				Geef de volgende informatie op in het gedeelte Filter:
				
- Filterconditie
 - De filterconditie. De waarden kunnen zijn:
- AND
 - OR
 
 
 - 
				Klik op Voorwaarde toevoegen om de volgende informatie op te geven:
				
- Tabel
 - De naam van de tabel. De waarden kunnen zijn:
- De doeltabel die is gedefinieerd op het tabblad Gegevens.
 - De brontabel die is gedefinieerd op het tabblad Tabelkoppeling.
 
 - Kolom
 - De kolomnaam van de gedefinieerde tabel.
 - Operator
 - De operator die wordt gebruikt om de filtervoorwaarde in te stellen. De waarden kunnen zijn:
- Gelijk aan
 - Niet gelijk aan
 - Zoals
 - Null
 - Niet null
 
 - Waarde
 - De waarde waarop de filterconditie van toepassing is.NB: De waarde moet tussen enkele aanhalingstekens worden gezet.
 
 - 
				Klik op Subconditie toevoegen (indien van toepassing) om extra filtercondities in te stellen.
				NB:
- U kunt de opgegeven condities in het gedeelte Voorbeeld bekijken met de optie Voorbeeld.
 - U kunt de filtercondities verwijderen met behulp van de opties Verwijderen die overeenkomen met de conditie of de subconditie.
 
 - Klik op Terug naar gegevensregels. De opgegeven filterconditie wordt opgeslagen als een gegevensregel. U kunt deze gegevensregel bekijken op de pagina Gegevensregels.
 - 
				Klik op Nieuw. Er wordt een nieuwe gegevensverbeteringsregel aangemaakt.
				NB: Op deze pagina kunt u:
- Een kopie van de bestaande gegevensverbeteringsregel maken en de parameters wijzigen zoals vereist met behulp van de optie Kopiëren.
 - Gegevensverbeteringsregels verwijderen met de optie Verwijderen.