SCV-gegevensverbeteringsregels aanmaken

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u gegevensverbeteringsregels voor SCV (Supply Chain Vault) aanmaakt.

U maakt als volgt een nieuwe gegevensverbeteringsregel aan:

  1. Selecteer Configuratie > SCV > Gegevensverbeteringsregels.
  2. Klik op Nieuw.
  3. Geef op het tabblad Gegevens de volgende informatie op:
    Naam
    Een unieke naam van de gegevensverbeteringsregel in SCV.
    NB: Na het aanmaken kunt u dit veld niet meer wijzigen.
    Omschrijving
    De omschrijving van de gegevensverbeteringsregel.
    Doeltabel
    De naam van de doeltabel die is geselecteerd in SCV. De mogelijke tabeltypen zijn:
    • Tussentabel
    • Inbox
    • Kern
    • Outbox
    Doelkolom
    De kolomnaam van de opgegeven doeltabel.
    Default waarde
    De waarde die wordt toegepast wanneer de gegevensregels geen waarde retourneren.
    Systeem
    Geeft aan of de gegevensregel door het systeem of door de gebruiker gedefinieerd is.
    NB: Deze optie is ingeschakeld voor de gegevensregel die door het systeem is gedefinieerd.
    Ingeschakeld
    Geeft de status van de gegevensregel aan. De waarden kunnen zijn:
    • Aan (ingeschakeld)
    • Uit (uitgeschakeld)
    NB: De ingeschakelde gegevensverbeteringsregel moet worden opgenomen in de omzettingslogica.
  4. Klik op het tabblad Tabelkoppeling.
  5. Klik op '+' om de koppeling tussen de doeltabel en de brontabel op te geven.
  6. Geef de volgende informatie op:
    Brontabel
    De naam van de brontabel. Mogelijke tabeltypen:
    • Tussentabel
    • Inbox
    • Kern
    • Outbox
    NB: U mag niet de tabelnaam selecteren die wordt gebruikt in de koppelingsdefinities.
    Doeltabel
    De naam van de doeltabel. Deze waarde wordt default opgehaald uit het tabblad Gegevens.
    Beperking vreemde sleutel
    De beperking Vreemde sleutel tussen de brontabel en de doeltabel (Brontabel > Doeltabel en Doeltabel > Brontabel).
  7. Klik op Toevoegen. Er wordt een nieuwe rij toegevoegd aan de lijst Tabelkoppeling.
  8. Klik op het tabblad Gegevensregels.
  9. Klik op '+' in een nieuwe gegevensregel op te geven.
  10. Geef de waarde op die moet worden toegepast op basis van de filterinstelling.
  11. Geef de volgende informatie op in het gedeelte Filter:
    Filterconditie
    De filterconditie. De waarden kunnen zijn:
    • AND
    • OR
  12. Klik op Voorwaarde toevoegen om de volgende informatie op te geven:
    Tabel
    De naam van de tabel. De waarden kunnen zijn:
    • De doeltabel die is gedefinieerd op het tabblad Gegevens.
    • De brontabel die is gedefinieerd op het tabblad Tabelkoppeling.
    Kolom
    De kolomnaam van de gedefinieerde tabel.
    Operator
    De operator die wordt gebruikt om de filtervoorwaarde in te stellen. De waarden kunnen zijn:
    • Gelijk aan
    • Niet gelijk aan
    • Zoals
    • Null
    • Niet null
    Waarde
    De waarde waarop de filterconditie van toepassing is.
    NB: De waarde moet tussen enkele aanhalingstekens worden gezet.
  13. Klik op Subconditie toevoegen (indien van toepassing) om extra filtercondities in te stellen.
    NB: 
    • U kunt de opgegeven condities in het gedeelte Voorbeeld bekijken met de optie Voorbeeld.
    • U kunt de filtercondities verwijderen met behulp van de opties Verwijderen die overeenkomen met de conditie of de subconditie.
  14. Klik op Terug naar gegevensregels. De opgegeven filterconditie wordt opgeslagen als een gegevensregel. U kunt deze gegevensregel bekijken op de pagina Gegevensregels.
  15. Klik op Nieuw. Er wordt een nieuwe gegevensverbeteringsregel aangemaakt.
    NB: Op deze pagina kunt u:
    • Een kopie van de bestaande gegevensverbeteringsregel maken en de parameters wijzigen zoals vereist met behulp van de optie Kopiëren.
    • Gegevensverbeteringsregels verwijderen met de optie Verwijderen.