SCV-databaseweergave aanmaken
Een SCV-databaseweergave aanmaken:
- Selecteer Configuratie > SCV > Databaseweergaven.
- Klik op Nieuw. Het venster Gegevens databaseweergave wordt weergegeven.
- Geef de volgende informatie op:
- Naam
- Een unieke naam van de SCV-databaseweergave. De naam moet het voorvoegsel SU_V_* of SUx_V_* (waarbij x = B, C, D, E, F, H, I, L, O, P of S) bevatten. Als dat niet het geval is, wordt de volgende foutmelding weergegeven tijdens de validatie:
Weergave kan niet worden opgeslagen; naam moet worden voorafgegaan door SU_V_* of SUx_V_*, waarbij x een van de waarden (B, C, E, F, H, I, L, O, P, S) is. Raadpleeg Naamgevingsconventies in 'Implementatiehandleiding SCV' voor meer informatie.
NB: U kunt de naam niet wijzigen nadat de databaseweergave is aangemaakt. - Omschrijving
- De omschrijving van de SCV-databaseweergave.
- Systeemdefinitie
- De door het systeem gedefinieerde querydefinitie (SQL-expressie) voor de databaseweergave.NB: Dit veld wordt alleen weergegeven voor de door het systeem gedefinieerde databaseweergave.
- Gebruikersdefinitie
- De door de gebruiker gedefinieerde querydefinitie (SQL-expressie) voor de databaseweergave. U moet de SQL-expressie controleren. Anders wordt de volgende foutmelding weergegeven:
Validatie van expressie mislukt. Expressie heeft niet de juiste opmaak: {0
- Overschrijven
- Schakel de overschrijving van de systeemdefinitie door de gebruikersdefinitie in.NB: Dit veld wordt alleen weergegeven voor de door het systeem gedefinieerde databaseweergave.
- Ingeschakeld
- Geeft de status van de weergave aan. De waarden kunnen zijn:
- Aan (ingeschakeld)
- Uit (uitgeschakeld)
NB: Het veld is standaard ingesteld op Aan. - Systeem
- Geeft aan of de SCV-databaseweergave door het systeem of door de gebruiker gedefinieerd is.NB: Deze optie is ingeschakeld voor de databaseweergave die door het systeem is gedefinieerd.
-
Klik op Opslaan. De databaseweergave wordt aangemaakt na de succesvolle validatie van de opgegeven informatie.
NB: Op deze pagina kunt u:
- Een kopie van de bestaande weergave maken en de parameters wijzigen zoals vereist met behulp van de optie Kopiëren.
- • Alleen de door de gebruiker gedefinieerde weergave verwijderen met de optie Verwijderen. U kunt geen databaseweergave verwijderen die gekoppeld is aan een koppelingsdefinitie.