Prognose-engine met naïef algoritme aanroepen
Als de machine wordt aangeroepen met naïef algoritme, wordt het initiële model voor de volgende maand passend gemaakt als de prognose voor de volgende maand gelijk is aan de waarneming van de huidige maand. De prognose voor de volgende maand is gebaseerd op de laatste waarneming die via de prognosehorizon wordt herhaald.
De drie typen voor een naïef model:
- Constante naïeve prognose Het prognose houdt alleen rekening met het niveau. Daarom wordt er een CONSTANT-modelform gebruikt.
- Naïef met drift: De prognose houdt rekening met het niveau plus de groei. Daarom wordt er een LINEAR-model gebruikt.NB: Drift is het verschil tussen de laatste en eerste waarneming gedeeld door het aantal waarnemingen.
- Naïeve prognose met seizoensfactor: De prognose houdt rekening met het seizoensgebonden profiel waarbij de meest recente waarnemingen als de prognose worden gebruikt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de modelfom SEASONAL of CONSTANT_SEASONAL.
De historie- en maskergegevens van alle artikelen of locaties moeten worden opgehaald Overzicht van prognose-engines aanroepen.
NB: Voor het model Naïeve prognose met seizoensfactor zijn maskers niet toegestaan. Als de maskergegevens beschikbaar zijn, wordt de historie gemodelleerd op basis van alleen het algoritme. Er wordt geen rekening gehouden met de maskergegevens en er wordt een waarschuwing gegenereerd.
Op basis van de prognose-engine worden de instellingen voor de measure-koppeling opgehaald uit de vereiste resultaten van de prognose-engine en worden de resultaten toegepast op de scenariowaarden.
Voor het naïef algoritme worden de volgende modelforms ondersteund:
- CONSTANT
- LINEAR
- CONSTANT_SEASONAL
- SEASONAL
Als andere modelforms worden gebruikt, wordt het volgende bericht weergegeven:
Alleen de modelforms CONSTANT, LINEAR, CONSTANT_SEASONAL en SEASONAL worden ondersteund voor het aanroepen van de prognose-engine met behulp van het algoritme NAIVE.
Voor Naïeve prognose met seizoensfactor:
- De historiegegevens moeten gelijk zijn aan of groter zijn dan 2 * frequentie. Anders wordt de CONSTANT-modelform gebruikt.
- Trend/groei/drift wordt niet berekend.