Gegevens toevoegen aan het tabblad Deelvensterkoppelingen voor een werkblad met meerdere panelen

U kunt het tabblad Deelvensterkoppelingen gebruiken, voor het toevoegen van gegevens aan een werkblad met meerdere panelen, om de koppelingen voor een paneel te definiëren:

  1. Geef in het tabblad Deelvensterkoppelingen de volgende informatie op:
    Brondeelvenster
    Selecteer het paneel waarin het bronwerkblad moet worden weergegeven, op basis van de opgegeven actie voor de gedefinieerde measure in het hoofdwerkblad.
    Bronmeasure
    Selecteer in het hoofdwerkblad de measure (gegevensrij) die gekoppeld moet worden aan de detailweergave. De lijst wordt weergegeven op basis van de measures die gedefinieerd zijn voor de module en de parameter Measures (rv_measure_passed).
    NB: De lijst met measures voor Deelvensterkoppeling wordt ingevuld op basis van het opgegeven hoofdpaneel.
    Doeldeelvenster
    Selecteer het paneel waarin het doelwerkblad moet worden weergegeven, op basis van de opgegeven actie voor de gedefinieerde measure in het hoofdwerkblad.
    Nieuw tabblad openen
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het Doelwerkblad weergegeven in een nieuw tabblad in het Doelpaneel.
    Artikel doorgeven
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het opgegeven artikel in het geselecteerde werkblad opgenomen in het bronwerkblad.
    NB: Als dit selectievakje is uitgeschakeld, gebruikt het systeem het artikel dat is gedefinieerd voor het doelwerkblad.
    Locatie doorgeven
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de opgegeven locatie in het geselecteerde werkblad opgenomen in het hoofdwerkblad.
    NB: Als dit selectievakje is uitgeschakeld, gebruikt het systeem de locatie die is gedefinieerd in het doelwerkblad.
    Periode doorgeven
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, word de gedefinieerde periode van het bronwerkblad opgenomen in het hoofdwerkblad.
    NB: Als dit selectievakje is uitgeschakeld, gebruikt het systeem de periode die is gedefinieerd in het doelwerkblad.
    Measure doorgeven
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de measure die is gedefinieerd in het opgegeven werkblad gebruikt in de deelvensterparameters en de werkbladparameters.
    NB: Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de measure die is gedefinieerd in het doelwerkblad gebruikt.
    Scenario doorgeven
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het scenario dat is gedefinieerd in het opgegeven werkblad gebruikt in de deelvensterparameters en de werkbladparameters.
    NB: Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het scenario dat is gedefinieerd in het doelwerkblad gebruikt.
  2. Geef in het tabblad Werkbladparameters de volgende informatie op:
    Deelvenster
    Selecteer het deelvenster waarvoor de werkbladparameters moeten worden gedefinieerd. Deze lijst is gebaseerd op deelvensters die zijn gedefinieerd in het tabblad Deelvensters.
    Parameter
    Geef de parameter op die van toepassing is op het bijbehorende werkblad van het geselecteerde deelvenster en het geselecteerde werkblad.
    NB: Als de Rapportbron is ingesteld op Opslagmap, worden alleen parameters voor opslagmap weergegeven.

    Als de Rapportbron is ingesteld op Ingebed worden alleen parameters voor ingebed weergegeven.

    Omschrijving
    Geef de beschrijving van de parameter op.
    Waarde
    Geef de waarde op die voor de opgegeven parameter moet worden doorgegeven.
    Ingeschakeld
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, is de parameter actief voor het werkblad.
  3. Klik op Opslaan en Terug naar lijst.