Macro CallForecastEngine

Met de macro CallForecastEngine wordt de opgegeven prognose-engine aangeroepen om een prognose te genereren voor een geselecteerd artikel en geselecteerde locatie.

Dit ondersteunt het genereren van prognoses voor de geselecteerde artikelen/locaties op het basisniveau of een gegroepeerde prognose voor de selectie met uitvoer evenredig verdeeld naar het juiste niveau voor het opslaan van scenariowaarden. Deze macro wordt uitgevoerd op scenarioniveau.

Deze tabel beschrijft de parameters die in de macro worden gebruikt.
Naam parameter Omschrijving
Enginenaam De naam van de prognose-engine die moet worden aangeroepen. De engine bepaalt het type engine en de default instellingen.
NB: Deze parameter moet worden gedefinieerd voor de huidige cyclus en module.
Algoritme Het algoritme dat wordt gebruikt bij het genereren van prognoses. De waarden kunnen zijn:
  • BATS
  • BEST
  • CROSTONS
  • EVENTSONLY
  • EXPONENTIALMOVINGAVERAGE
  • HOLTWINTERS
  • LEASTSQUARES
  • MOVINGAVERAGE
  • MULTIPLEREGRESSION
NB: 
  • Als dit niet is gedefinieerd, wordt het default algoritme van de opgegeven engine gebruikt.
  • Als het default algoritme niet is gedefinieerd in de engine-instelling, wordt BEST gebruikt.
Artikelstructuurniveau Het niveau (van de artikelstructuur) waarop de prognose-engine de prognoses genereert.
NB: Als dit niet is opgegeven, wordt de default waarde uit Instellingen prognose-engine gebruikt.
Artikelstructuurselectie De basiselementen op het niveau van de artikelstructuur om de artikelselectie te bepalen. De waarde wordt doorgegeven als een knooppunt. Bijvoorbeeld 'Merk A'.
NB: 
  • Als dit niet is gedefinieerd, worden alle geldige artikelen verwerkt.
  • U moet bij het selecteren van de artikelen voldoen aan de gegevensbeveiligingsregels van de gebruiker.
Locatiestructuurniveau Het niveau (van de locatiestructuur) waarop de prognose-engine de prognoses genereert.
NB:  Als dit niet is opgegeven, wordt de default waarde uit Instellingen prognose-engine gebruikt.
Locatiestructuurselectie De basiselementen op het locatiestructuurniveau om de locatieselectie te bepalen. De waarde wordt doorgegeven als een knooppunt. Bijvoorbeeld 'EMEA'.
NB: 
  • Als dit niet is gedefinieerd, worden alle geldige artikelen verwerkt.
  • U moet bij het selecteren van de artikelen voldoen aan de gegevensbeveiligingsregels van de gebruiker.
Optimaliseren Geeft het optimalisatieproces van de prognose-engine aan. De waarden kunnen zijn:
  • Aan: De engine moet de parameters optimaliseren op basis van de doorgegeven gegevensset voordat de prognose wordt berekend.
  • Uit: De doorgegeven parameters en default waarden worden gebruikt voor de berekening van de prognose.
NB: 
  • Als dit niet is opgegeven, wordt de default waarde uit Instellingen prognose-engine gebruikt.
  • Dit veld is alleen van toepassing op het algoritme BEST of Holt-Winter.
Filter De filtercriteria die van toepassing zijn op het geselecteerde artikel en de geselecteerde locatie op het opgegeven artikel- en locatiestructuurniveau.
NB: 
  • Het artikel@locatie dat aan de criteria voor de opgegeven periodelabel voldoet, wordt gebruikt bij het genereren van de prognose.
  • Als er geen filtercriteria zijn opgegeven, worden geen filtercriteria toegepast.
Voor het uitvoeren van de macro moet de waarde van het veld Opdracht worden opgegeven in de volgende opmaak:Enginenaam, [Algoritme], [Code spreiding-measure], [Artikelstructuurniveau], [Artikelstructuurselectie], [Locatiestructuurniveau], [Locatiestructuurselectie], [SMP-measure], [Optimaliseren], [Filter]
NB: De optionele parameters worden opgegeven in [ ].

Bij het uitvoeren van de macro wordt de status gewijzigd in 'Actief' om aan te geven dat de macro wordt verwerkt. De status wordt gewijzigd in 'Voltooid' wanneer het proces is voltooid.

Als het BEST-algoritme wordt gebruikt, roept de macro de prognose-engine met fitModelPickingAlgorithm() aan, waarmee de engine het model passend kan maken met het algoritme met de laagste beslissingscriteria. Het geselecteerde algoritme wordt geretourneerd als uitvoer.

Bij het gebruik van andere algoritmen dan BEST, wordt fitModelGivenAlgorithm() gebruikt om de prognose-engine aan te roepen.

Tabel 1. Voorbeeld
Behoefte Parameters
Het aanroepen van de 'testengine' houdt in dat alle default engine-instellingen worden doorgegeven en berekeningen voor alle artikelen en locaties worden uitgevoerd. De resultaten worden gespreid door middel van de default spreiding-measure. CallForecastEngine("Testengine")
Het aanroepen van de 'BATS-engine' met het default engine-algoritme voor geldige artikelen op SKU-niveau onder het knooppunt Merk A in de artikelstructuur, voor locaties op klantniveau onder het knooppunt VS in de locatiestructuur. Er is geen spreiding nodig omdat de opgegeven niveaus gelijk zijn aan het niveau voor het opslaan van scenariowaarden. CallForecastEngine("BATS-engine","","","SKU","Merk A","Klant","VS")
Het aanroepen van de 'BATS-engine' met het default engine-algoritme voor het geaggregeerde knooppunt merk A in de artikelstructuur, voor het geaggregeerde gebiedsknooppunt VS in de locatiestructuur. Gebruikt de spreiding-measure die in de engine (TUPLE_EXISTS) is gedefinieerd om de resultaten te spreiden naar het cyclus.niveau van het basisartikel en de locatie om scenariowaarden op te slaan. CallForecastEngine("BATS-engine","","","Merk","Merk A","Regio","VS")
Het aanroepen van de 'nieuwe engine', waarbij het algoritme LEASTSQUARES wordt doorgegeven, de resultaten worden verdeeld over de basisartikelen en de locaties via de measure TUPLE_EXISTS (zoals gedefinieerd in de prognose-engine), en alle productgroepen en alle regio's op maandelijks kalenderniveau worden berekend (zoals opgegeven door het periodeniveau van de engine). CallForecastEngine("Nieuwe engine"," LeastSquares","","Productgroepen","","Regio's","","","")
Het aanroepen van 'Best Fit', waarbij het algoritme Best (Picking) wordt doorgegeven, de resultaten spreiden via de spreiding-measure die is gedefinieerd in de engine, waarbij alle productgroepen en regio's worden berekend. Voorafgaand aan het selecteren van het algoritme en het genereren van de prognose worden de parameters geoptimaliseerd. CallForecastEngine("Best Fit","BEST","","Productgroepen","","Regio's","","","WAAR")

Validaties worden uitgevoerd wanneer u de macro uitvoert. Als een van de validaties mislukt, wordt de macro afgebroken en wordt de bijbehorende foutmelding weergegeven.

Deze tabel beschrijft de scenariomacro-opdrachten vergeleken met de Cyclusperiode/Scenariostatus en de validatieberichten.
Status cyclusperiode Scenariostatus Uitvoeren mogelijk? Validatiebericht
In afwachting Niet van toepassing Nee Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Cyclusperiode de status 'In afwachting' heeft
Actief Onderhanden Ja Niet van toepassing
Actief Beoordelen, Afgekeurd, Gestopt, Goedgekeurd, Gepubliceerd Nee Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Scenario de status {1} heeft
Onderbroken Willekeurig Nee Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Cyclusperiode niet 'actief' is
Voltooid Willekeurig Nee Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Cyclusperiode de status 'Voltooid' heeft
Afgebroken Gestopt Nee Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Cyclusperiode de status 'Afgebroken' heeft
Gearchiveerd Willekeurig Nee Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Cyclusperiode de status 'Gearchiveerd' heeft
Deze tabel beschrijft de foutmelding die wordt weergegeven tijdens de uitvoering van de macro.
Validatievoorwaarde Foutmelding
Controleer of de naam van de prognose-engine bestaat. prognose-engine {0} is niet aanwezig.
Controleer als de measures zijn opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of de measures geldig zijn en zijn ingeschakeld voor deze cyclus.module (parameterkoppelingen en spreiding-measure). measure "{0}" is niet aanwezig.
Controleer als het artikelniveau is opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of het artikelniveau geldig is. artikelstructuurniveau "{0}" is niet aanwezig.
Controleer als het locatieniveau is opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of het locatieniveau geldig is. locatiestructuurniveau "{0}" is niet aanwezig.
Controleer als het periodeniveau is opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of het periodeniveau geldig is. Houd er rekening mee dat het opgegeven kalenderniveau Maanden moet zijn voor engine-type BATS.

periodeniveau {0} is niet aanwezig.

periodeniveau {0} moet Maanden of Kalendermaanden zijn voor engine-type BATS

Controleer, als de artikel- en locatieknooppunten opgegeven zijn, of ze geldig zijn. artikel {0} is niet aanwezig.

locatie {0} is niet aanwezig.

Controleer, als het algoritme is opgegeven, of het algoritme geldig is het opgegeven algoritme {0} wordt niet ondersteund. Geldige invoerwaarden zijn: (Best, BATS, Crostons, EventsOnly, ExponentialMovingAverage, HoltWinters, LeastSquares, MovingAverage en MultipleRegression).
Controleer als de measures zijn opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of de measures niet zijn gedefinieerd als measure van het type Marktintelligentie (parameterkoppelingen). measure "{0}" kan niet van het type Marktintelligentie zijn.
Controleer als de measures zijn opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of de measures niet zijn gedefinieerd als measure van het type Mutatiegegevens (parameterkoppelingen). measure "{0}" kan niet van het type Mutatiegegevens zijn
Controleer als de measures zijn opgegeven of wanneer defaults worden gebruikt in de instellingen van de prognose-engine of de measures niet zijn gedefinieerd als measure van het type Order (parameterkoppelingen). measure "{0}" kan niet van het type Orders zijn.
Gebruiker moet permissie hebben om een prognose-engine uit te voeren Genereren van prognoses in module "{0}" is niet toegestaan voor gebruiker "{1}"