Indelingsparameter

De volgende tabel toont de indelingsparameters die van toepassing zijn op het rapport Editor kerntabel:
Veld Naam Default Omschrijving
rv_left1_dim Linker dimensies (rijen) L, M De linker dimensies in het kerntabelrapport die moeten worden weergegeven in de rijen. De waarden kunnen I, IAx, L, LAx, P, M, S en H zijn, en de dimensies worden van elkaar gescheiden door een komma. De opgegeven dimensies kunnen niet worden weergegeven in de variabele van de bovenste dimensie, omdat elke parameterwaarde van de dimensies uniek moet zijn. Als dit niet is gedefinieerd, worden default de locatie- en measure-waarden gebruikt.
NB: Vervangt het gebruik van zowel rv_left1_dim als rv_left2_dim om indelingen met meer dan de 2 x 2-dimensie te ondersteunen.
rv_top1_dim Bovenste dimensies (kolommen) I, P De bovenste dimensies in het kerntabelrapport die moeten worden weergegeven in de kolommen. De waarden kunnen I, IAx, L, LAx, P, M, S of H zijn, en de dimensies worden van elkaar gescheiden door een komma. De opgegeven dimensies kunnen niet worden weergegeven in de variabele van de linker dimensie, omdat elke parameterwaarde van de dimensies uniek moet zijn. Als dit niet is gedefinieerd, worden default de artikel- en periodewaarden gebruikt.
NB: Vervangt het gebruik van zowel rv_top1_dim als rv_top2_dim om indelingen met meer dan de 2 x 2-dimensie te ondersteunen.
rv_column_width Kolombreedten 90 Geeft de breedte van de kolommen (in pixels) op voor de ingebedde kerntabel. Opgegeven in de notatie: data_cell_width [:left_dim1_width: left_dim2_width:…: left_dimN_width] (left1, left2 dim alleen bij begin).

80:90:180 betekent bijvoorbeeld 80px voor de gegevenskolommen, 90 voor de linker1-dimensie en 180 voor de linker2-dimensie. Een waarde van 90 betekent 90px voor de gegevenskolommen en de default breedte voor elke dimensiekolom.

rv_mdx_with MDX met Geen Met het WITH-component van de MDX-statement worden membersets gebouwd die gebruikt kunnen worden in de MDX SELECT-statement. Indien ingevuld en actief wordt de parameterwaarde toegevoegd bij de start van de MDX-query van het werkblad (voorafgaand aan de SELECT-statement). Voegt de flexibiliteit van het MDX-rapport toe aan de functionaliteit en bruikbaarheid van de Editor kerntabel.
rv_filter_left Linker dimensies filteren Geen Als dit veld wordt gebruikt met rv_filter_left_condition en rv_filter_left_value waarvoor geoptimaliseerde OLAP-filtering wordt gebruikt, wordt één element geselecteerd. Er kan een MDX-expressie worden gebruikt, wat resulteert in een element/tuple.

Als het veld zonder rv_filter_left_condition en rv_filter_left_value wordt gebruikt, moet een MDX-expressie die dimensie-elementen en een filterconditie bevat worden opgegeven.

rv_filter_left_condition Linker conditie filteren Geen Bepaalt de bijbehorende geoptimaliseerde OLAP-filteropdracht en wordt gebruikt in combinatie met rv_filter_left en rv_filter_left_value; wordt anders niet meegenomen. Moet worden ingevuld met >, <, = , >= of <=.
NB: rv_filter_left_value moet worden opgenomen als dit veld gedefinieerd wordt
rv_filter_left_value Linker waarde filteren Geen
Bepaalt de waarde die moet worden toegepast op het filter van de rijen in het werkblad ten opzichte van de opgegeven waarde. Wordt alleen gebruikt in combinatie met rv_filter_left en rv_filter_left_ condition; wordt anders niet meegenomen.
NB: rv_filter_left_ condition moet worden opgenomen wanneer dit veld wordt gedefinieerd.
rv_filter_top Bovenste dimensies filteren Geen Als dit veld wordt gebruikt met rv_filter_top_condition en rv_filter_top_value waarvoor geoptimaliseerde OLAP-filtering wordt gebruikt, wordt één element geselecteerd. Er kan een MDX-expressie worden gebruikt, wat resulteert in een element/tuple.

Als het veld zonder rv_filter_top_condition en rv_filter_top_value wordt gebruikt, moet een MDX-expressie die dimensie-elementen en een filterconditie bevat worden opgegeven.

rv_filter_top_condition Bovenste conditie filteren Geen Bepaalt de bijbehorende geoptimaliseerde OLAP-filteropdracht die wordt gebruikt in combinatie met rv_filter_top en rv_filter_top_value; wordt anders niet meegenomen. Moet worden ingevuld met >, <, =, >= of <=.
NB: rv_filter_left_value moet worden opgenomen als dit veld gedefinieerd wordt.
rv_filter_top_value Bovenste waarde filteren Geen Bepaalt de waarde die moet worden toegepast op het filter van de rijen in het werkblad ten opzichte van de opgegeven waarde. Wordt alleen gebruikt in combinatie met rv_filter_top en rv_filter_top_condition, wordt anders niet meegenomen.
NB: rv_filter_top_condition moet worden opgenomen wanneer dit veld wordt gedefinieerd.
rv_forecast_settings Prognose-instellingen Geen Een XML-tabel die wordt gebruikt voor het definiëren van de default prognose-engine voor het werkblad en de structuurniveaus bij het genereren van de prognose. De default engine bestaat uit een rij met de naam "default" (vooralsnog slechts 1 engine per werkblad). Elke eigenschap van de engine wordt gedefinieerd als naam en waardepaar.

Eigenschappen:

  • engine: De naam van de prognose-engine.
  • itemlevel: Het artikelniveau dat wordt gebruikt voor het berekenen van de prognose. Moet zich bevinden op het niveau van het geselecteerde doorgegeven artikel of op een niveau daaronder. Als dit niet is gedefinieerd, dan worden de instellingen van de prognose-engine gebruikt.
  • locationlevel: Het locatieniveau voor het berekenen van de prognose. Moet zich bevinden op het niveau van de geselecteerde doorgegeven locatie of op een niveau daaronder. Als dit niet is gedefinieerd, dan worden de instellingen van de prognose-engine gebruikt.
rv_hide_zero_left Linker nuldimensies verbergen Niet waar Wordt gebruikt om te bepalen of de linker dimensies (rijen) waar alle waarden leeg zijn voor de rij (elementcombinaties voor alle linker dimensies) moeten worden verborgen. Vervangt rv_hide_zero_left2 (gekoppeld aan de nieuwe parameter voor terugwaartse compatibiliteit).
rv_hide_zero_top Bovenste nuldimensies verbergen Niet waar Wordt gebruikt om te bepalen of de dimensies (kolommen) waar alle waarden leeg zijn voor de kolom (elementcombinaties voor alle bovenste dimensies) moeten worden verborgen. Vervangt rv_hide_zero_top2 (gekoppeld aan de nieuwe parameter voor terugwaartse compatibiliteit).
rv_slicers_hide Slicers verbergen Geen Een door komma's gescheiden lijst van dimensies die niet mogen worden opgenomen in het slicers-gebied van het werkblad. Default worden alle dimensies weergegeven in het slicers-gebied. De gebruiker kan echter enkele dimensies definiëren die niet mogen worden weergegeven wanneer deze niet van toepassing zijn voor het werkblad of om te voorkomen dat de selectie van het werkblad wordt aangepast. In dat geval wordt het default element doorgegeven naar het werkblad, maar worden de dimensie en het element verborgen in het slicers-gebied. Bijvoorbeeld P, S, IA2: verberg perioden, scenario's en artikelattribuut 2 uit het slicers-gebied. Default = Niet waar. Als dit niet is gedefinieerd, worden alle dimensies weergegeven.
rv_sort_options Sorteeropties Hierarchized = WAAR, Sorttype = ASC, Sorton = WAAR (behalve measures en perioden). Een XML-tabel wordt gebruikt voor het proces om dimensies in oplopende of aflopende volgorde te sorteren, in de structuur. Elke dimensie bestaat als rij en de naam van de dimensie wordt weergegeven. Elke eigenschap wordt gedefinieerd als naam en waardepaar. De measures-dimensie is niet van toepassing voor de sorteeropties.

Eigenschappen:

sorton: Of de dimensie is gesorteerd (Waar) of niet (Niet waar).

rv_order_top Order op hoogste niveau Geen Een mdx-expressie waarmee de sorteervolgorde van de bovenste dimensies wordt bepaald. Dit ondersteunt de MDX in de opmaak van de expressie- en sorteertypen.

De opmaak Expressie moet numerieke waarden retourneren die kunnen worden gesorteerd.

Het sorteertype moet een van de volgende typen zijn en kan worden gebruikt in combinatie met rv_head_top om de bovenste of onderste x resultaten weer te geven:

  • ASC (oplopend)
  • DESC (aflopend)
  • BASC (structuur oplopend uitsplitsen)
  • BDESC (structuur aflopend uitsplitsen)
rv_order_left Volgorde (linker dimensie) Geen

De opmaak Expressie moet numerieke waarden retourneren die kunnen worden gesorteerd. Een mdx-expressie om de sorteervolgorde van de linkerdimensies te bepalen. Dit ondersteunt de MDX in de opmaak van de expressie- en sorteertypen.

Het sorteertype moet een van de volgende typen zijn en kan worden gebruikt in combinatie met rv_head_left om de bovenste of onderste x resultaten weer te geven:

  • ASC (oplopend)
  • DESC (aflopend)
  • BASC (structuur oplopend uitsplitsen)
  • BDESC (structuur aflopend uitsplitsen)
rv_head_top Resultaten op hoogste niveau Geen Een numerieke waarde die het eerste x aantal van de resultaten aangeeft die in de bovenste dimensie moeten worden weergegeven. Als het veld wordt gebruikt in combinatie met rv_order_top, worden de bovenste of onderste x-resultaten geretourneerd die weergegeven moeten worden.

Dit wordt ondersteund voor applicatievariabelen.

rv_head_left Resultaten (linker dimensie) Geen Een numerieke waarde die het eerste x aantal van de resultaten aangeeft die in de linker dimensie moeten worden weergegeven. Als het veld wordt gebruikt in combinatie met rv_order_left, worden de bovenste of onderste x-resultaten geretourneerd die weergegeven moeten worden.

Dit wordt ondersteund voor applicatievariabelen.

rv_enable_replenishment Aanvulling-engine inschakelen Niet waar Hiermee wordt bepaald of de pictogrammen 'Schema berekenen' en 'Schema met opties' worden weergegeven in het werkblad. De pictogrammen worden alleen weergegeven als er een engine is gedefinieerd voor de cyclus die in het werkblad wordt gebruikt.
rvmacro1_button, rvmacro2_button, rvmacro3_button, rvmacro4_button, rvmacro5_button Macro uitvoeren-knop Geen

De naam van de macro (aangepast) die rechtstreeks kan worden uitgevoerd met de macro-optie van de taakbalk van het werkblad. Als de tooltip is gedefinieerd, wordt de macronaam weergegeven.

Dit wordt ondersteund voor alle macrotypen.

NB: 
  • hiërarchisch: De dimensie wordt weergegeven in een structuur; elk onderliggend niveau wordt met (WAAR) of zonder (NIET WAAR) inspringing weergegeven. U kunt onderliggende elementen van een geaggregeerd element uitvouwen of samenvouwen.
  • sorttype: De dimensie wordt in een oplopende (ASC) of aflopende (DESC) volgorde gesorteerd. Dit is alleen van toepassing als sorton=WAAR. Als de volgorde niet is gedefinieerd, wordt de default sorteeroptie gebruikt.