Interfaceservices van het type Database voor mutatiegegevens definiëren
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u een interfaceservice aanmaakt met Gegevensentiteit = Mutatiegegevens en Interfacetype = Database.
Een interfaceservice aanmaken:
- Selecteer Configuratie > Algemeen > Interfaceservices > Interfaceservices.
- Klik op Nieuw. Er wordt een venster Nieuwe interfaceservice weergegeven.
- Geef de volgende informatie op:
- Interfacetype
- Het type interface. Selecteer Database.
- Gegevensentiteit
- De gegevensentiteit die aan de interface moet worden gekoppeld. Selecteer Mutatiegegevens.
- Interface-richting
- De richting van de gegevensstroom. De waarden kunnen zijn:
- Importeren
- Exporteren
- Importeren en exporteren
- Klik op OK. Er wordt een nieuwe pagina Interfaceservices weergegeven.
-
Geef op het tabblad Interfacegegevens de volgende informatie op:
- Naam
- Een unieke naam van de interfaceservice.
- Weergavenaam
- De naam die voor de interfaceservice wordt weergegeven. Als de waarde niet is opgegeven, wordt de waarde die is opgegeven in het veld Naam default ingevuld.NB: Deze optie is ingeschakeld voor de entiteit die door het systeem is gedefinieerd
- Interfacetype
- Het type interface. Deze waarde wordt default opgehaald uit het venster Nieuwe interfaceservice.
- Gegevensentiteit
- De gegevensentiteit die aan de interface moet worden gekoppeld. Deze waarde wordt default opgehaald uit het venster Nieuwe interfaceservice.
- Interface-richting
- De richting van de gegevensstroom. Deze waarde wordt default opgehaald uit het venster Nieuwe interfaceservice.
- Module
- De module waarin de interfaceservice is gedefinieerd.
- Systeem
- Geeft de status van de interfaceservice aan. De waarden kunnen zijn:
- Aan (ingeschakeld)
- Uit (uitgeschakeld)
-
Geef op het tabblad Gegevensbron de volgende informatie op:
- Gegevensbron
- De gegevensbron van het type Database die is gedefinieerd in SCP.
- Bron
- Geeft het type van de gegevensbron van de interface aan. Mogelijke opties:
- Tabel: Als u deze optie selecteert, worden de velden Tabellen en Importeerfilter weergegeven.
- Query: Als u deze optie selecteert, wordt het veld Query weergegeven.
NB: Voor Interfacetype = Importeren & Exporteren en Exporteren wordt de Bron ingesteld op alleen Tabel. - Tabellen
- De databasetabel waarop de interfaceservice van toepassing is.
- Importeerfilter
- De SQL-tekst voor het definiëren van de filtercriteria voor de gegevens die vanuit de brontabel door de interfaceservice worden doorgegeven.NB: Als deze niet gedefinieerd zijn, zijn alle gegevens van de opgegeven brontabel van toepassing.
- Query
- De SQL-query (maximaal 4.000 tekens) die wordt gebruikt voor het ophalen van de vereiste gegevens voor de interface uit de opgegeven gegevensbron.NB: U moet op Verifiëren klikken om de opgegeven query te valideren. Als de query niet kan worden opgelost, wordt de volgende waarschuwing weergegeven:
De ingevoerde interfaceserver-query heeft een fout geretourneerd. [RDBMS foutgegevens].
-
Klik op het tabblad Importwijze.
NB: Dit tabblad wordt alleen weergegeven als het veld Interface-richting is ingesteld op Importeren of Importeren en exporteren.
-
Geef op het tabblad Importwijze de volgende informatie op:
- Doeltabel vóór import leegmaken
- Geeft aan of alle rijen in de doeltabel moeten worden leeggemaakt of dat de gegevens moeten worden toegevoegd aan de bestaande record, voordat de interface wordt uitgevoerd en rijen worden geïmporteerd. Mogelijke scenario's:
- Aan: Verwijderen en invoegen
- Uit: Toevoegen
-
Klik op het tabblad Exportwijze.
NB: Dit tabblad wordt alleen weergegeven als het veld Interface-richting is ingesteld op Exporteren of Importeren en exporteren.
-
Geef op het tabblad Exportwijze de volgende informatie op:
- Type export
- De exportwijze voor nieuwe en bestaande records/gegevens. De waarden kunnen zijn:
- Alleen invoeren: Voegt nieuwe rijen in de doeltabel in
- Alleen bijwerken: Werkt de bestaande rij bij die beschikbaar is in de doeltabel
- Invoeren en bijwerken: Beide
- Doeltabel vóór export leegmaken
- Geeft aan of alle rijen in de doeltabel moeten worden leeggemaakt of dat de gegevens moeten worden toegevoegd aan de bestaande record, voordat de interface wordt uitgevoerd en rijen worden geëxporteerd. Mogelijke scenario's:
- Aan: Verwijderen en invoegen
- Uit: Toevoegen
- Klik op het tabblad Koppelingen. Op dit tabblad worden de mutatiegegevensattributen weergegeven die tussen SCP en de gegevensbronverbinding moeten worden gekoppeld.
- Voeg desgewenst een nieuw attribuut toe. Zie Nieuw mutatiegegevensattribuut toevoegen.
- Klik op het tabblad Te importeren/exporteren measures. Op dit tabblad wordt de lijst weergegeven van de measures die in de interface moeten worden gekoppeld.
- Voeg desgewenst een nieuwe measure toe. Zie Nieuwe measure toevoegen.
-
Klik op het tabblad Exportconstanten. Dit tabblad bevat een lijst met attributen van de opgegeven gegevensbron die tijdens het exporteren aan een constante waarde moeten worden gekoppeld.
Dit tabblad wordt alleen weergegeven als het veld Interface-richting is ingesteld op Exporteren of Importeren en exporteren.
- Voeg desgewenst een nieuwe exportconstante toe. Zie Exportconstanten voor mutatiegegevens toevoegen.
- Klik op Opslaan. De wijzigingen aan de interfaceservice worden toegepast.