RunInterfaceService (export) op scenarioniveau
De macro RunInterfaceService (export) wordt gebruikt om een interfaceservice uit te voeren waarmee planningsgegevens voor het huidige scenario worden geëxporteerd. Deze macro wordt uitgevoerd op scenarioniveau.
De volgende tabel toont de parameters die worden gebruikt om de macro RunInterfaceService (export) uit te voeren:
Parameter | Omschrijving |
---|---|
Naam interfaceservice | De naam van de interfaceservice die wordt uitgevoerd. |
Richting | De richting van de gegevensstroom. De waarden moeten worden ingesteld op 'Exporteren'. |
Knooppunt artikelstructuur | Het artikel dat moet worden geëxporteerd. NB: Als de waarde niet is opgegeven, worden alle artikelen geëxporteerd.
|
Knooppunt locatiestructuur | De locatie van het te exporteren artikel. NB: Als de waarde niet is opgegeven, worden alle locaties geëxporteerd.
|
Kalendertype | De periode waarvoor de gegevens worden geëxporteerd. De waarden kunnen zijn:
NB: Als de waarde niet is opgegeven, wordt de beginbucketperiode meegenomen.
|
Periodelabel | De cyclusperiode die moet worden geëxporteerd. Deze ondersteunt knooppunten voor rollende perioden. NB:
|
Aantal perioden | Het aantal horizonniveaus dat moet worden geëxporteerd. Als het horizonniveau niet gelijk is aan de waarde van het kalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden of als de optie Telescopisch is ingeschakeld, worden alle basisbuckets binnen het opgegeven bereik van de geselecteerde perioden geëxporteerd. De waarden kunnen zijn:
|
Horizonniveau | Het kalenderniveau dat moet worden gebruikt door [Aantal perioden] voor export. NB: Als er geen waarde is opgegeven, wordt het aantal perioden gebaseerd op het kalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden.
|
Filter | Het filter dat wordt gebruikt om de artikel- en locatieselectie te bepalen. Alleen de relevante gegevens van de geselecteerde artikelen en locaties die voldoen aan de opgegeven criteria worden geëxporteerd. |
De waarde van het veld Opdracht moet worden opgegeven in de volgende opmaak: RunInterfaceService (Naam interfaceservice, Richting, [Knooppunt artikelstructuur], [Knooppunt locatiestructuur], [Kalendertype], [Periodelabel], [Aantal perioden], [Horizonniveau],[Filter]).
NB: De optionele parameters worden opgegeven in [ ].
Behoefte | Parameter |
---|---|
Alle artikelen exporteren op alle locaties van de huidige planningsperiode voor de horizon van cyclusperioden. | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","","","Huidige bucket","") |
Export GOO-artikelen op alle locaties gedurende de kalenderbucket 'Huidig jaar' op het kalenderniveau om scenariowaarden op te slaan (er zijn geen telescopische buckets gedefinieerd). | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","GOO","","Bucket","Huidig jaar","0") |
GOO-artikelen exporteren op alle locaties voor de huidige planningsperiode. Bijvoorbeeld: "BJ10 M03" voor 1 maandperiode (als cycluskalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden = maanden). | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","GOO","","Huidige bucket","1"). |
Alle artikelen op US-locaties exporteren vanuit de huidige cyclusperiode voor 52 weekperioden (als cycluskalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden = weken) | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","","VS","Huidige bucket","52"). |
Alle artikelen exporteren op alle locaties van kalenderbucket "BJ10 M03" voor 9 maandperioden (als cycluskalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden = maanden). | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","","","Bucket","BJ10 M03","9") |
Alle artikelen op alle locaties exporteren voor alle perioden binnen de horizon van de cyclusperiode; te beginnen bij de eerste (oudste) historische periode. | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","","","","") |
Alle artikelen exporteren op alle locaties voor 7 perioden op kalenderniveau om scenariowaarden op te slaan; te beginnen bij de eerste (oudste) periode binnen de horizon van de cyclusperiode. Als de horizon van de cyclus is opgegeven als historische waarde = 6 en toekomstige = 6. Resultaten zijn 6 historische perioden en 1 toekomstige periode in het exportproces (er zijn geen telescopische buckets gedefinieerd). | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","","","Beginbucket","7") |
GOO-artikelen exporteren op alle locaties waar 0 < [DPLS_FUNITS] voor pconst. Bijvoorbeeld "BJ10 M03" voor 1 maandperiode (als cycluskalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden = maanden en er zijn geen telescopische buckets gedefinieerd). | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","GOO","","Huidige bucket","1","", "0 < [DPLS_FUNITS]"). |
Alle artikelen op alle locaties exporteren vanuit kalenderbucket "BJ10 M03" voor 3 maanden van weekperioden (als cycluskalenderniveau scenariowaarden = weken) | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","","","Bucket","BJ10 M03","3", "Maanden"). |
GOO-artikelen exporteren op alle locaties voor de huidige planningsperiode. Bijvoorbeeld: "BJ10 M03" voor 1 maand van wekelijkse perioden (cycluskalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden = weken en er zijn geen telescopische buckets gedefinieerd). | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","GOO","","Huidige bucket","1","Maanden"). |
GOO-artikelen exporteren op alle locaties voor de huidige planningsperiode. Bijvoorbeeld "BJ10 M03" voor één maand waarin telescopisch is ingeschakeld voor de cyclus. Cycluskalenderniveau voor opslaan van scenariowaarden = weken, telescopische perioden voor cyclus = 7 dagen, met toekomstige horizon = 8 weken. Het resultaat is één maand van telescopische basisbuckets, dat wil zeggen: 7 dagelijkse buckets, 3 wekelijkse buckets. | RunInterfaceService("Scenariobestand exporteren","Export","GOO","","Huidige bucket","1","Maanden"). |
Validatie- en foutmeldingen
De volgende tabel toont de status van de cyclusperiode en de bijbehorende validatieberichten:
Status cyclusperiode | Scenariostatus | Uitvoeren mogelijk? | Validatiebericht |
---|---|---|---|
In afwachting | Niet van toepassing | Nee | Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat cyclusperiode de status "In afwachting" heeft |
Actief | Willekeurig | Ja | Niet van toepassing |
Voltooid | Willekeurig | Ja | Niet van toepassing |
Afgebroken | Willekeurig | Ja | Niet van toepassing |
Onderbroken | Willekeurig | Ja | Niet van toepassing |
Gearchiveerd | Willekeurig | Nee | Macro {0} kan niet worden uitgevoerd, omdat Cyclusperiode de status "Gearchiveerd" heeft |
De planningsgegevens worden geëxporteerd voor het huidige scenario als de macro succesvol gevalideerd en uitgevoerd is. Als de validatie mislukt, wordt de macro afgebroken en wordt de bijbehorende foutmelding weergegeven. De volgende tabel toont de foutmeldingen die worden weergegeven voor de verschillende validatiefouten:
Validatievoorwaarde/regels | Foutmelding |
---|---|
Controleer of de doorgegeven interfaceservice geldig is. | Interfaceservice "{0}" is niet aanwezig. |
Als de geselecteerde gegevensentiteit van de interfaceservice niet van toepassing is op de huidige macrocontext, wordt de macro niet uitgevoerd, dat wil zeggen: RunInterfaceService voor scenario kan alleen interfaces met gegevensentiteit = scenariowaarde uitvoeren. | Interfaceservice {0} komt niet overeen met de vereiste gegevensentiteit voor de macro van een scenario. |
Als de richting niet overeenkomt met de interface-richting van de geselecteerde interfaceservice, wordt de macro niet uitgevoerd. | Richtingparameter {0} komt niet overeen met richting van geselecteerde interfaceservice "{1}". |
Als het kalenderniveau niet hoger is of gelijk is aan het kalenderniveau voor het opslaan van scenariowaarden, wordt een waarschuwing weergegeven en wordt het importproces afgebroken. | Kalenderniveau {0} ligt onder kalenderniveau {1} voor opslaan van scenariowaarden. |
RunInterfaceService in de context van cyclusperiode moet behoren tot een cyclusperiode met de status Actief, Onderbroken, Voltooid en Afgebroken. | RunInterfaceService kan niet worden uitgevoerd voor een cyclusperiode met de status {0}. |
Wanneer u RunInterfaceService uitvoert in de context van een cyclusperiode, moet de geselecteerde interfaceservice verwijzen naar een kalender die overeenkomt met de kalender van de huidige cyclusperiode. Als dat niet het geval is, wordt de macro niet uitgevoerd. | Kalender waarnaar verwezen wordt vanuit interfaceservice {0} komt niet overeen met de kalender van de huidige cyclusperiode. |
Wanneer RunInterfaceService wordt uitgevoerd voor export, controleer dan of het horizonniveau (indien opgegeven) geldig is. | Horizonniveau {0} is niet aanwezig. |
Wanneer RunInterfaceService wordt uitgevoerd voor export, controleer dan of het horizonniveau (indien opgegeven) zich op of boven het kalenderniveau bevindt om scenariowaarden op te slaan (als de optie Telescopisch niet is ingeschakeld). | Horizonniveau {0} ligt onder kalenderniveau {1} voor opslaan van scenariowaarden. |