RunCommand-macro op systeemniveau

De macro RunCommand die wordt gebruikt om een opdracht uit te voeren voor een gegevensbron. Dit is een uitgebreide versie van de macro RunSQL. Deze macro ondersteunt opdrachten op systeemniveau die niet specifiek van toepassing zijn op de context van een scenario. Met de opdracht worden statische- of configuratiegegevens in SCP of externe gegevens bijgewerkt.
De volgende tabel toont de parameters die worden gebruikt voor het uitvoeren van de macro RunCommand op systeemniveau:
Parameter Omschrijving
Gegevensbron De gegevensbron waarvoor de opdracht wordt uitgevoerd. Selecteer Database.
Opdrachttekst De opdracht die moet worden uitgevoerd in de opgegeven gegevensbron.
Time-out De tijd (in seconden) die moet worden gewacht totdat het blokkeringsproces is voltooid, als dat momenteel wordt verwerkt.
NB: Als deze waarde niet is opgegeven, is de wachtperiode onbepaalde tijd.
De waarde van het veld Opdracht moet worden opgegeven in de volgende opmaak: RunCommand (Gegevensbron, Opdrachttekst,[Time-out]).
NB: De optionele parameters worden opgegeven in [ ].
Tabel 1. Voorbeeld
Behoefte Parameter
Voer de opdracht "Reset" uit voor de gegevensbron "Test". RunCommand("Test", "Reset")

De opdracht wordt uitgevoerd op basis van/voor de opgegeven gegevensbron als de macro succesvol gevalideerd en uitgevoerd is.

Validatie wordt uitgevoerd wanneer u de macro RunCommand uitvoert. Als de validatie mislukt, wordt de macro afgebroken en wordt de bijbehorende foutmelding weergegeven. De volgende tabel toont de foutmeldingen die worden weergegeven voor de verschillende validatiefouten:
Validatievoorwaarde Foutmelding
RunCommand ondersteunt alleen gegevensbrontype 'Database'. Voor de macro RunCommand is een gegevensbron van het type Database vereist.
Controleer of de gegevensbron geldig is. Gegevensbron {0} is niet aanwezig.