Standaardwerkbladen aanmaken

U maakt als volgt een werkblad aan:

  1. Selecteer Configuratie > Algemeen > Werkblad.
  2. Klik op Nieuw.
  3. Selecteer Standaardwerkblad. Geef de volgende informatie op:
    Naam
    Geef de naam op van het werkblad die in de applicatie moet worden weergegeven.
    Weergavenaam
    Geef de naam op die in de applicatie moet worden weergegeven. Dit is een optioneel veld.
    Rapportbron
    De bron van het rapport op basis waarvan het werkblad wordt geconfigureerd. Selecteer Opslagmap of Ingebed.

    Zie Een ingebed werkblad configureren op basis van het rapport Gefilterd detail en Een ingebed werkblad configureren op basis van het rapport Query (MDX).

    Rapport
    Geef het type rapport op.
    Gebruikers

    Geef de gebruikers op die toegang hebben tot het werkblad.

    Systeem
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, is het werkblad voorgedefinieerd.
    Ingeschakeld
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u het werkblad bekijken in de opgegeven module.
    Offline beschikbaar
    Als deze optie is ingesteld op Aan, kunt u het werkblad offline openen via de Infor SCP Excel-invoegtoepassing.
    NB: Deze optie is alleen beschikbaar als u de Rapportbron instelt op Ingebed.
    Module
    Selecteer de module die het werkblad in SCP bevat. Geef de cyclus of de cyclus en de module op.
    Werkboek

    Geef het werkboek op waarin het werkblad moet worden gegroepeerd met andere werkbladen voor deze module. Werkboeken worden weergegeven in het dynamische menu van de pagina Werkbladen bekijken van een module.

    Tags
    De tag die is gekoppeld aan een calculatieregel. Maak een keuze in een lijst van voorgedefinieerde tags die worden weergegeven in het venster Tags. U kunt een of meer tags aan een calculatieregel koppelen. Deze optie wordt gebruikt voor het groeperen van algemene elementen, die kunnen worden gekoppeld aan afzonderlijke configuratie-entiteiten, zoals werkbladen of measures.
    Rollen

    Geef de rollen op die toegang hebben tot het werkblad.

  4. Als u extra parameters of gegevens wilt doorgeven voor het rapport, geeft u op het tabblad Gegevensparameters de volgende informatie op:
    Omschrijving
    Geef een omschrijving van de parameter op.
    Waarde
    Geef de waarden op die moeten worden doorgegeven wanneer het rapport wordt bekeken.
    Naam rapportparameter
    Geef de naam op van de parameter in de opslagmap van het SCP-werkblad, waaraan de waarde wordt doorgegeven. Deze parameternaam is gebaseerd op de voorgedefinieerde variabelen in de rapportdefinitie van OLAP Server.
  5. Als u aanvullende parameters wilt opgeven, klikt u op Nieuw.
  6. Klik op Opslaan.