Aangepaste kalenders definiëren
Een aangepaste kalender definieert u als volgt:
- Selecteer Configuratie > Algemeen > Kalender.
- Klik op Nieuw en selecteer Aangepaste kalender.
-
Voer de volgende gegevens in:
- Naam
- De naam van de kalender.
- Weergavenaam
- De naam die in de applicatie moet worden weergegeven.
- Status
- De status van de kalender. De waarden kunnen zijn:
- Gereed: De kalender is aangemaakt en kan worden gebruikt.
- Opbouwen: Er worden processen uitgevoerd om de kalender aan te maken.
- Ongeldig: Er treedt een fout op bij het aanmaken van de kalender. U kunt de detailgegevens van de fout opvragen op de pagina Controlelogbestand.
- Type
- Geeft het kalendertype aan. Deze waarde is gebaseerd op de kalender die geselecteerd wordt als u op Nieuw klikt.
-
Geef op het tabblad Codelijstgegevens de volgende informatie op:
- Codelijst
- De codelijst die u hebt gedefinieerd op de pagina Codelijsten. De codelijst bevat een structuur van attributen die kunnen worden gekoppeld aan de aangepaste kalender: De elementen van de geselecteerde codelijst vormen de kalenderperioden van de aangepaste kalender.
- Attribuut periodestart
- Het attribuut van de codelijst dat overeenkomt met de startdatum van de periode. Het attribuut Type staat op Datum.
- Attribuut periode-einde
- Het attribuut van de codelijst dat overeenkomt met de einddatum van de periode. Het attribuut Type staat op Datum.
- Klik op Toevoegen op het tabblad Niveaugegevens.
-
Geef de volgende informatie op:
- Niveau-ID
- Een unieke identificatie van het periodeniveau in de kalenderstructuur.
- Attribuut
- Het attribuut van de codelijst dat de gegevens voor dit kalenderperiodeniveau bevat.
- Attribuut zelfde periode vorig jaar
- Het attribuut dat de periodelabel aangeeft die overeenkomt met de periode-elementen van het vorige jaar voor het bijbehorende niveau. Deze waarde (attribuut) wordt gebruikt om de attributen van het vorige jaar en het volgende jaar te berekenen voor het bijbehorende niveau en voor dezelfde periode.
NB: Kalenderperiodeniveaus moeten de kalenderstructuur volgen. Jaren moeten bijvoorbeeld boven maanden verschijnen om aan te geven dat elke opgegeven maand behoort bij een bepaald jaar. -
Klik op Toevoegen. Er wordt een nieuw niveau toegevoegd aan de aangepaste kalender.
NB: In de aangepaste kalender moet ten minste één niveau worden gedefinieerd.
-
Klik op Opslaan als u de kalender wilt opslaan.
NB: Als u de boomstructuur van een kalender met de status Gereed wilt weergeven, klikt u op Voorbeeld in het detailvenster.