Werkbladen met meerdere panelen aanmaken

U kunt werkbladen met meerdere deelvensters aanmaken om meerdere standaardwerkbladen weer te geven in één scherm.

U kunt als volgt werkbladen met meerdere panelen aanmaken:

  1. Selecteer Configuratie > Algemeen > Werkbladen.
  2. Klik op Nieuw en selecteer Werkblad met meerdere panelen. Geef de volgende informatie op:
    Naam
    Geef de naam van het werkblad op.
    Weergavenaam
    Geef de naam op die in de applicatie moet worden weergegeven. Dit is een optioneel veld.
    Type
    Het type werkblad. Deze waarde wordt automatisch ingevuld op basis van het geselecteerde werkbladtype.
    Gebruikers
    Geef op welke gebruikers toegang kunnen verkrijgen tot het werkblad.
    Systeem
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het werkblad door het systeem gegenereerd.
    Ingeschakeld
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u het werkblad alleen bekijken in de opgegeven module.
    Module
    Geef de cyclus of de cyclus en de module op die aan het werkblad zijn gekoppeld.
    Werkboek
    Geef het werkboek op dat moet worden gebruikt voor het groeperen van de werkbladen.
    Tags
    De tag die is gekoppeld aan het werkblad. Maak een keuze in een lijst van voorgedefinieerde tags die worden weergegeven in het venster Tags. U kunt een of meer tags aan een calculatieregel koppelen. Deze optie wordt gebruikt voor het groeperen van algemene elementen, die kunnen worden gekoppeld aan entiteiten, zoals measures of werkbladen.
    Rollen
    Geef de rollen op die toegang hebben tot het werkblad.
  3. Geef in het tabblad Indeling de volgende informatie op:
    Breedte eerste venster (%)
    Geef met een percentage de breedte op van het eerste deelvenster, waarin de werkbladrij moet worden weergegeven.
    Breedte tweede deelvenster (%)
    Geef met een percentage de breedte op van het tweede deelvenster, waarin de werkbladrij moet worden weergegeven.
    Breedte derde deelvenster (%)
    Geef met een percentage de breedte op van het derde deelvenster, waarin de werkbladrij moet worden weergegeven.
    Breedte vierde deelvenster (%)
    Geef met een percentage de breedte op van het vierde deelvenster, waarin de werkbladrij moet worden weergegeven.
    Rijhoogte
    Geef de hoogte van de rij op in pixels.
  4. Geef op het tabblad Deelvensters de volgende informatie op:
    Deelvenster
    Geef de naam van het deelvenster op.
    NB: Het deelvenster wordt geselecteerd op basis van het aantal werkbladrijen en deelvensters die op het tabblad Indeling voor elke rij zijn gedefinieerd.
    Werkblad
    Selecteer het standaardwerkblad dat voor de opgegeven module is gedefinieerd en ingeschakeld.
    Indeling
    Geef de locatie van het geselecteerde deelvenster in het werkblad op.
    Weergeven bij laden
    Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het deelvenster weergegeven op de locatie die op het tabblad Indeling is opgegeven wanneer u het werkblad met meerdere deelvensters laadt.
    NB: Als dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het deelvenster alleen weergegeven door middel van een deelvensterkoppeling, zoals is opgegeven op het tabblad Deelvensterkoppelingen.
  5. Geef op de tabbladen Deelvensterkoppelingen en Werkbladparameters de vereiste gegevens op. Zie Gegevens toevoegen aan het tabblad Deelvensterkoppelingen voor een werkblad met meerdere panelen.
  6. Klik op OK.
  7. Klik op Opslaan en Terug naar lijst.