Alarmen-widget

U kunt de Alarmen-widget vanuit de widgetcatalogus aan de startpagina toevoegen.

Gebruik de Alarmen-widget om door de gebruiker gedefinieerde monitors aan te maken op basis van de alarmsjablonen in ION Desk. In een alarm kunt u een sjabloon voor een bedrijfsdocument selecteren, zoals een verkooporder, voorwaarden voor de gegevens in dit document definiëren en een distributielijst voor de aangemaakte alarmering opgeven wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan.

Alarmsjablonen worden aangemaakt en beheerd in ION Desk. Een bedrijfsbeheerder kan alarmsjablonen aan beveiligingsrollen koppelen om voor elke sjabloon autorisaties te definiëren. Alarmen die door gebruikers zijn aangemaakt via de Alarmen-widget of via de mobiele Alarms-applicatie, worden beheerd in ION Desk. Zie de gebruikershandleiding voor Infor ION Desk voor meer informatie.

De eerste keer dat u de Alarmen-widget gebruikt, is de weergave leeg. Klik op het plus-pictogram (+) op de werkbalk om een nieuw alarm aan te maken. Als u in de mobiele Alarms-applicatie voor deze omgeving al alarmen hebt aangemaakt, worden deze alarmen ook weergegeven in de Alarmen-widget.

In de Alarmen-widget ziet u een lijst met alarmen en de bijbehorende status. Afhankelijk van de status van elk alarm kunt u acties uitvoeren, zoals de uitvoering starten of annuleren, of de gegevens van een alarm weergeven.

U kunt de volgende acties uitvoeren vanuit de lijstweergave:

  • U kunt zoeken naar tekst die voorkomt in de alarmnamen, sjabloonnamen of alarmeringsberichten die in de alarmgegevens zijn gedefinieerd.
  • U kunt op Vernieuwen klikken om de lijst met alarmen te vernieuwen.
  • U kunt de lijst filteren op de alarmstatus. De volgende opties zijn beschikbaar: Alle, Actief, Concept, Voltooid en Gestopt.
  • U kunt meerdere alarmen met dezelfde status selecteren en een algemene actie toepassen. Selecteer bijvoorbeeld meerdere actieve alarmen en stop ze.
  • Afhankelijk van de status van het alarm kunt u voor elk alarm verschillende acties uitvoeren, zoals:
    • U kunt een alarmdefinitie opnieuw gebruiken om een nieuw alarm met dezelfde gegevens aan te maken.
    • U kunt actieve alarmen stoppen.
    • U kunt alarmen verwijderen die niet actief zijn.
    • Klik op het alarmitem in de lijst met alarmen om het overlay-venster met alarmgegevens te openen.
  • Klik op het plus-pictogram (+) op de werkbalk van de lijstweergave om de wizard voor het aanmaken van alarmen te openen.

In de detailweergave voor alarmen ziet u een overzicht van de alarmeigenschappen als een alarm is gestart. Voor een alarm met de status Concept of wanneer een nieuw alarm wordt aangemaakt, wordt de wizard voor het aanmaken van alarmen weergegeven.

Deze wizard helpt u bij de volgende stappen:

  • Sjabloon: zoek en selecteer een van de beschikbare sjablonen.
  • Voorwaarden: klik op Voorwaarde toevoegen om documentkenmerken te selecteren waaraan u voorwaarden wilt toevoegen. Voor elk geselecteerd kenmerk moet u een vergelijkingsoperator en een waarde opgeven op basis van het gegevenstype van het kenmerk. Als er meerdere voorwaarden worden toegevoegd, worden deze gekoppeld via de AND-operator. Het alarm wordt geactiveerd wanneer aan alle voorwaarden wordt voldaan.
  • Gegevens: u kunt de alarmnaam bewerken en u kunt gegevens opgeven voor de alarmering die op basis van deze alarmconfiguratie wordt aangemaakt. Geef de volgende gegevens op:
    • Naam: bevestig of bewerk de alarmnaam.
    • Bericht: voer een bericht in voor de alarmering die u aanmaakt. Klik op het plus-pictogram (+) om de lijst met documentkenmerken weer te geven. Als u een kenmerknaam in het alarmeringsbericht invoegt, wordt deze beschouwd als een tijdelijke aanduiding en tijdens het genereren van de alarmering vervangen door de kenmerkwaarde in het document.
    • Categorie: geef de categorie voor de alarmering indien gewenst een naam, bijvoorbeeld: Belangrijk, Test. De categorie wordt gebruikt om de lijst met alarmeringen te filteren. Klik op het plus-pictogram (+) om tijdelijke aanduidingen van kenmerken als categorie toe te voegen.
    • Weergeven in inhoud: naast de documentkenmerken die in het alarmeringsbericht worden gebruikt, kunt u meer kenmerken selecteren die u wilt toevoegen aan de alarmeringsgegevens.
    • Levensduur: selecteer een van de beschikbare opties voor het uitvoeren van het alarm. De minimumwaarde is één dag en de maximumwaarde is één maand, berekend vanaf de start van het alarm. Als tijdens de levensduur van het alarm geen document wordt ontvangen dat aan de gedefinieerde voorwaarde voldoet, wordt de status Vervallen aan het alarm toegewezen en worden er geen nieuwe documenten meer geëvalueerd.
    • Waarschuwing als e-mail verzenden: schakel dit selectievakje in als de gebruikers die op basis van dit alarm de alarmering ontvangen, ook een e-mailnotificatie moeten ontvangen.
  • Gebruikers toevoegen: default wordt een alarmering verzonden naar de gebruiker die het alarm aanmaakt. U kunt de distributielijst bewerken en u kunt gebruikers of groepen toevoegen en verwijderen die in Gebruikersbeheer van Infor Ming.le zijn geselecteerd.
  • Overzicht: in dit scherm ziet u een overzicht van alle ingevoerde alarmeigenschappen. In het scherm Overzicht ziet u fouten die in de vorige stappen van de wizard zijn opgetreden. U kunt op een eigenschap of een fouttekst klikken om naar de vorige stap in de wizard te gaan, waar u deze informatie kunt bewerken.

Om de wizard voor het aanmaken van alarmen af te sluiten, kunt u het volgende doen:

  • Klik op Opslaan en klik op Afsluiten. Er wordt een nieuw alarm aangemaakt met de status Concept. U kunt het alarm later bewerken door de alarmgegevens opnieuw te openen.
  • Klik in de stap Overzicht op Starten als het alarm zonder fouten is aangemaakt. De status van het alarm wordt ingesteld op Actief en kan niet meer worden bewerkt.
  • Klik op Sluiten. Als er niet-opgeslagen wijzigingen zijn, kunt u deze opslaan of negeren.

Alarmen waarvoor de status Voltooid wordt ingesteld, zijn vergelijkbaar met de alarmeringen die worden gegenereerd op basis van de monitors in de module Event Management. U kunt de alarmeringen bekijken in de Alarmeringenlijst-widget of de applicatie Inbox in Infor.

Alarmen worden geconfigureerd door bedrijfsgebruikers die een specifieke gebeurtenis moeten bewaken die in een korte periode moet plaatsvinden. U kunt in alarmen geen complexe bewakingsregels gebruiken, zoals datum-/tijdcontroles, wijzigingen van waarden, controles op achterstallige documenten en controles op meerdere exemplaren.

Als u een terugkerende of generieke gebeurtenis wilt bewaken of complexere bewakingsregels wilt gebruiken, moet u in Event Management een standaardmonitor aanmaken die gedurende onbepaalde tijd actief blijft. Zie de gebruikershandleiding voor Infor ION Desk voor meer informatie over Event Manager.