Afwezigheid inschakelen

U kunt uw afwezigheidsstatus in uw profiel als volgt inschakelen en gedelegeerden opgeven:

  1. Klik op het profielpictogram om het gebruikersmenu weer te geven.
  2. Klik op Gebruikersinstellingen.
  3. Selecteer de optie Afwezigheidsinstellingen.
  4. Schakel de wisselknop Begindatum en -tijd in om een begindatum en -tijd op te geven als Afwezigheid automatisch moet worden ingeschakeld. Als u geen begindatum opgeeft of een datum uit het verleden selecteert, gaat de afwezigheidsperiode direct in.
  5. Schakel de wisselknop Einddatum en -tijd in om een einddatum en -tijd op te geven als Afwezigheid automatisch moet worden uitgeschakeld. Indien u geen einddatum intoetst, blijft de status op Afwezigheid staan totdat u deze handmatig hebt teruggezet.
  6. U kunt ook activiteiten aan vervangers delegeren. Schakel daartoe de wisselknop Teruggeven en toegewezen activiteiten delegeren in. Activiteiten die aan u worden toegewezen, worden automatisch als Teruggegeven gemarkeerd. Regels voor het delegeren van activiteiten worden toegepast op het moment dat u de instelling Afwezigheid inschakelt. Indien u deze wisselknop niet inschakelt, zijn de toegewezen activiteiten gedurende uw afwezigheid niet voor andere gebruikers zichtbaar.
  7. Zorg ervoor dat minstens één delegeringsregel bij afwezigheid is aangemaakt en actief is. Delegeringsregels worden als volgt bewerkt:
    1. Klik op + om een nieuwe delegeringsregel aan te maken. Er wordt dan een nieuwe regel onderaan de lijst aangemaakt.
    2. Als u de details van de nieuwe regel wilt invoeren, schakelt u de wisselknop Taken of Alarmeringen in om een meer specifieke regel aan te maken die alleen wordt toegepast op alarmeringen of taken.
    3. Voer eventueel een waarde in op het veld Bevat. U kunt dit veld leeg laten om aan te geven dat de regel van toepassing is op alle activiteiten van het door u geselecteerde type. Als deze regel wordt toegepast, worden alleen taken of alarmeringen met de opgegeven waarde gedelegeerd.
    4. Toets eerst de naam in van de vervanger op het veld Vervanger. Selecteer een gebruikersnaam uit de lijst.
    5. Schakel de wisselknop Deze regel activeren in om aan te geven dat deze delegeringsregel moet worden gebruikt.
    6. De delegeringsregels worden toegepast in de volgorde waarin ze zijn gedefinieerd. Selecteer een regel en gebruik de pijltjes omhoog en omlaag om de regel naar een andere positie binnen de lijst te verplaatsen.
    7. Als u een delegeringsregel wilt verwijderen, selecteert u de regel en klikt u op het X-pictogram.
  8. Schakel de wisselknop Afwezigheid inschakelen in.
  9. Klik op Opslaan.