Conditionele opmaak uitschakelen

Telkens wanneer u een sessie start, wordt de conditionele opmaak die u voor die sessie hebt gedefinieerd, automatisch geactiveerd.

Het uitschakelen van conditionele opmaak gaat als volgt:

  1. Klik op het tandwielpictogram in de werkbalk van de sessie.
  2. Selecteer Conditionele opmaak. De formaten die voor de sessie zijn gedefinieerd worden weergegeven.
  3. Om een opmaak uit te schakelen, schakelt u het bijbehorende selectievakje uit.
NB

De opmaak wordt slechts tijdelijk uitgeschakeld. Bij de volgende keer dat u de sessie start, wordt de opmaak automatisch weer geactiveerd.

Om er zeker van te zijn dat de opmaak wordt uitgeschakeld telkens wanneer u een sessie opstart, moet u de eigenschappen van de opmaak aanpassen:

  1. Klik op het tandwielpictogram in de werkbalk van de sessie.
  2. Selecteer Conditionele opmaak en selecteer vervolgens Condities bewerken. De overzichtssessie Conditionele opmaak (ttadv9502m000) wordt gestart.
  3. Bewerk de opmaak die u wilt uitschakelen. De detailsessie Conditionele opmaak (ttadv9502m000) wordt gestart. Schakel het selectievakje Ingeschakeld uit.