Magazijnen locatiegestuurd maken

Wanneer de volumes van de goederen die het magazijn binnenkomen en verlaten toenemen, kan er behoefte ontstaan aan een meer geavanceerde vorm van magazijnbeheer, bijvoorbeeld in de vorm van locatiebeheer.

U kunt locatiebeheer inschakelen voor een magazijn zonder voorraad (een nieuw gedefinieerd magazijn), voor een magazijn dat al is gedefinieerd maar nog niet in gebruik is genomen, of voor een magazijn waarvoor voorraad aanwezig is.

Als u een magazijn zonder voorraad locatiegestuurd wilt maken, schakelt u in de sessie Magazijnen (whwmd2500m000) het selectievakje Locaties in.

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u locatiebeheer inschakelt voor magazijnen met voorraad. Hiervoor moet u in de sessie Locatiesysteem wijzigen (whwmd3205m000) de voorraadpunt- en voorraadstructuurgegevens van de artikelen van het magazijn kopiëren naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000). In deze sessie wijst u de artikelen toe aan locaties die u in deze sessie definieert of die u vooraf definieert in de sessie Magazijn - locaties (whwmd3500m000) of de sessie Vaste locaties (whwmd3502m000).

Nadat de locaties zijn toegewezen, kopieert u de aangepaste gegevens in de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) terug naar de voorraadstructuur- en voorraadpuntsessies door de locaties die aan de voorraad zijn toegewezen, te actualiseren. Tijdens het actualiseren van de gegevens past LN de magazijnprocedures aan.

Vereisten

Er zijn enkele vereisten waarmee u rekening moet houden voordat u de artikelgegevens naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) kopieert.

De voorraadgegevens die u naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) kopieert, moeten zoveel mogelijk overeenkomen met de werkelijke voorraad om te voorkomen dat er na het proces, wanneer de voorraadgegevens terug worden gekopieerd naar het magazijn, voorraadafwijkingen optreden.

Om voorraadafwijkingen te beperken voordat de voorraadgegevens worden gekopieerd, moet u deze stappen voltooien:

  1. Verifieer dat er geen onbevestigde ontvangsten zijn.

    Controleer de regelstatus in de sessie Statusoverzicht inslagregel (whinh2119m000). Alleen de statussen Openstaand en Weggezet zijn geldig.

  2. Verifieer dat alle zendingsregels bevestigd of gesloten zijn.

    Controleer de regelstatus in de sessie Statusoverzicht uitslagregel (whinh2129m000). Alleen de statussen Openstaand en Verzonden zijn geldig.

  3. Verifieer dat alle voorraadinspecties zijn verwerkt.
  4. Verifieer dat alle uitslagadviezen zijn verwijderd.
  5. Verifieer dat alle inventarisatieorders of correctieorders zijn verwerkt.
  6. Herhaal de voorgaande stappen voor gedeeltelijke ontvangsten en gedeeltelijke zendingen.
  7. Blokkeer het magazijn voor inslag en uitslag.

    Dit doet u door in de sessie Magazijnen (whwmd2500m000) de selectievakjes Geblokkeerd voor inslag en Geblokkeerd voor uitslag in te schakelen.

    Omdat er vlak voordat u het magazijn blokkeert, voorraadverplaatsingen kunnen optreden, kunt u het ontstaan van voorraadafwijkingen nooit helemaal uitsluiten.

Procedure

Voltooi deze stappen om een magazijn locatiegestuurd te maken:

  1. Hiermee start u de sessie Locatiesysteem wijzigen (whwmd3205m000).
  2. Selecteer het magazijn dat u locatiegestuurd wilt maken.
  3. Selecteer de artikelen die u locatiegestuurd wilt maken of die u wilt kopiëren naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000).
  4. Voer zo nodig een ontvangst-, inspectie- of uitslaglocatie, of een locatie voor afgekeurde goederen in op de locatievelden.
  5. Als u een proefrun wilt uitvoeren en een verslag wilt afdrukken voordat u de gegevens echt kopieert of de artikelen locatiegestuurd maakt, schakelt u het selectievakje Verslag afdrukken in en selecteert u in het groepsvak Bijwerkmodus de optie Simuleren.

    Als u de artikelen daadwerkelijk naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) wilt kopiëren of artikelen locatiegestuurd wilt maken, selecteert u Bijwerken. Op dit punt moet wel aan de voorwaarden zijn voldaan.

  6. Klik op Voorraadpunten ophalen om de proefrun te starten of de artikelen daadwerkelijk naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) te kopiëren.
  7. Hiermee start u de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000).
  8. Zoek het magazijn op waarvoor u de artikelgegevens in de vorige stappen hebt gekopieerd.
  9. Voer voor elk artikel op het veld Nieuwe locatie een nieuwe locatie in. De locatie die op dit veld wordt ingevoerd, overschrijft de locatie op het veld Voorgestelde locatie wanneer u de locatie- en voorraadgegevens actualiseert. Het actualiseren van de gegevens wordt in de laatste stap van deze procedure beschreven.

    U kunt geen vaste locaties invoeren op het veld Nieuwe locatie. Vaste locaties moet u vooraf aanmaken in de sessie Vaste locaties (whwmd3502m000). Wanneer u de artikelgegevens naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) kopieert zoals in de vorige stappen is beschreven, worden de vaste locaties weergegeven op het veld Voorgestelde locatie.

  10. Als u de voorraad van een bepaald artikel over meerdere locaties wilt verdelen, selecteert u in het juiste menu de optie Opsplitsen en voert u op de nieuwe regel die verschijnt, een locatie in en de hoeveelheid die op de locatie moet worden opgeslagen.

Artikelen locatiegestuurd maken

De artikelen die u naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) kopieert, moeten locatiegestuurd zijn. Het is namelijk niet mogelijk niet-locatiegestuurde artikelen toe te wijzen aan een locatie. Als u een niet-locatiegestuurd artikel opslaat in een locatiegestuurd magazijn, worden de artikelen opgeslagen zonder referentie naar een bulk- of picklocatie, waardoor het locatiesysteem van het magazijn niet meer effectief is.

Soms zijn artikelen die zijn opgeslagen in een niet-locatiegestuurd magazijn, locatiegestuurd. Dat komt omdat deze artikelen ook worden opgeslagen in een locatiegestuurd magazijn. Deze artikelen kunt u naar de sessie Locaties toewijzen (whwmd3105m000) kopiëren zonder ze eerst locatiegestuurd te maken.

NB

Artikelen die zich in logistieke eenheden bevinden die geen eigendom zijn, kunnen niet locatiegestuurd worden gemaakt. Als u dergelijke artikelen locatiegestuurd wilt maken, moet u de artikelen eerst verwijderen uit de structuur voor de logistieke eenheden.