Negatief verbruik (eigendom klant) (whwmd2552m100)

Een plaats voor goederenopslag. Voor elk magazijn kunt u adresgegevens en gegevens met betrekking tot de soort invoeren.

Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

• Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
• Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
• Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

De datum waarop het negatieve verbruik is aangemaakt.

Het volgnummer van de record voor negatief verbruik.

De eigenaar van de gerelateerde ontvangst die eigendom van klant is. Dit is de ontvangstrecord die is aangemaakt bij ontvangst van de goederen van de huidige record voor negatief verbruik in het magazijn.

Het type eigendom van het huidige negatieve verbruik.

De artikelhoeveelheid die is of moet worden afgegeven.

De eenheid waarin de afgiftehoeveelheid wordt uitgedrukt.

De status van het verbruik. Mogelijke waarden. NB: voor negatief verbruik mag de status niet Verwerkt zijn, omdat dan de betaling wordt uitgesteld.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de datum van de meest recente mutatie bepaald op basis van het huidige verbruik als het eigendom na de meest recente mutatie tijdgebaseerd is. NB: bij een wijziging van de voorwaarden en condities wordt deze instelling niet gewijzigd, omdat gebruik wordt gemaakt van de voorwaarden en condities die gelden op de ontvangstdatum.

De herkomst van de order waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

Het identificatienummer van de order waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

De orderset van de order waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

Het nummer van de orderregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

Het volgnummer van de orderregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

Het identificatienummer van het uitslagadvies waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

De stuklijstregel van de order waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

Het volgnummer van het eigendomrecord van de orderregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn gereserveerd.

Het bedrijf waarvoor de reserveringsorder is aangemaakt.

De herkomst van de order waarvoor de goederen voor verbruik zijn afgegeven.

De order waarvoor de goederen voor verbruik zijn afgegeven.

De orderregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn afgegeven.

Het volgnummer van de orderregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn afgegeven.

De stuklijstregel van de orderregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn afgegeven.

Het volgnummer van het eigendomrecord van de correctie- of inventarisatieorderregel waarvoor de goederen zijn afgegeven.

Het bedrijf waarvoor de verbruiksorder is aangemaakt.

De datum waarop de zendingsregel van de verbruiksorderregel is bevestigd.

Het identificatienummer van de zending van de verbruiksorderregel.

Het positienummer van de zendingsorderregel van de verbruiksorderregel.

Het volgnummer van het eigendomrecord van de zendingsregel waarvoor de goederen voor verbruik zijn verzonden.