Ontvangsten (eigendom klant) (whwmd2550m100)

Een plaats voor goederenopslag. Voor elk magazijn kunt u adresgegevens en gegevens met betrekking tot de soort invoeren.

Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

• Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
• Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
• Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

De status van de voorraad. Mogelijke waarden

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

De unieke identificatie van één fysiek artikel. LN gebruikt een masker om een serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld staan voor een datum, model- en kleurgegevens en een volgnummer.

Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen.

De ontvangstdatum van de inkooporder.

De ontvangen hoeveelheid, uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De eenheid die wordt gebruikt als voorraadeenheid.

De eigenaar van de voorraad die op de ontvangst wordt vermeld.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de voorraad die op de huidige ontvangst wordt vermeld, tijdens inspectie afgekeurd.

Het volgnummer van de ontvangst die eigendom van klant is.

De relatie die de bestelde goederen verzendt naar uw organisatie. Dit is meestal een distributiecentrum of magazijn van de leverancier. De definitie omvat het default magazijn waar u de goederen wilt ontvangen, of u de goederen wilt inspecteren, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde kopen-van relatie.

De relatie die de bestelde goederen verzendt naar uw organisatie. Dit is meestal een distributiecentrum of magazijn van de leverancier. De definitie omvat het default magazijn waar u de goederen wilt ontvangen, of u de goederen wilt inspecteren, de vervoerder die zorgt voor het transporteren en de gerelateerde kopen-van relatie.

Het bedrijf waarvoor de goederen oorspronkelijk zijn ontvangen.

Het magazijn waarin de goederen oorspronkelijk zijn ontvangen.

De code van het project waaraan het artikel gekoppeld is.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

De hoeveelheid van de ontvangst die is geblokkeerd en die u dus niet verder kunt verwerken.

De hoeveelheid die is gereserveerd voor een uitslagorder, maar waarvoor nog geen afgifte voor verbruik heeft plaatsgevonden.

De hoeveelheid die uit het magazijn is afgegeven. Er is een zending gegenereerd op basis van de uitslagorder waarvoor de huidige ontvangst die eigendom van klant is, is gereserveerd, en deze zending is bevestigd.

De ontvangen hoeveelheid van het artikel die bij inspectie is afgekeurd.

Tijdens de inslaginspectie worden afgekeurde goederen eerst naar de afgekeurde voorraad geboekt. De afgekeurde hoeveelheid wordt door LN ingevuld op de originele ontvangstregel en in het ontvangstrecord (in consignatie of eigendom klant). LN maakt ook een nieuw ontvangstrecord aan waarin alleen de afgekeurde hoeveelheid wordt vermeld. Voor deze nieuwe record staat het eigendom op eigendom van de klant en de record verschijnt daarom in de sessie Ontvangsten (eigendom klant) (whwmd2550m100), waarbij het selectievakje Quarantainevoorraad is ingeschakeld.

Afgekeurde voorraad die verder wordt verwerkt, kan worden verbruikt door een correctieorder (als de afgekeurde voorraad moet worden vernietigd), door een inkoopretourorder (als de goederen naar de leverancier worden teruggestuurd) of door de originele inkooporder (als de afgekeurde goederen worden geaccepteerd).

De hoeveelheid die het magazijn heeft verlaten en geen deel meer uitmaakt van de voorraad die eigendom van klant is.

Het type order waarvoor de ontvangst die eigendom van klant is, wordt uitgevoerd.

De ID van de order waarvoor de ontvangst wordt uitgevoerd.

Het positienummer van de order waarvoor de ontvangst wordt uitgevoerd.

Het volgnummer van de eigendomrecord voor de orderregel. Voor meer informatie, zie Eigendomsrecords.

Het bedrijf van de order waardoor de ontvangst is geïnitieerd die eigendom van klant is.

Het volgnummer van de kostenpegdistributieregel.

De stuklijstregel van de orderregel.

Het volgnummer van de stuklijstregel van de orderregel.

Het identificatienummer van de ontvangst.

Het nummer van de ontvangstregel.

De stuklijstregel van de ontvangst.

Het volgnummer van de stuklijstregel van de ontvangst.

De identificatie van het eigendomrecord voor de ontvangstregel. Voor meer informatie, zie Eigendomsrecords.

Het logistieke bedrijf van het bureau dat de order afhandelt.

Het bureau dat de order afhandelt.