Artikelafgifte per vestiging en periode (whinr1125m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om de gecorrigeerde vraag van een artikel per vestiging en periode op te vragen.
Voor elke vestiging en periode wordt het volgende weergegeven:
- Werkelijke afgifte per periode
- Werkelijke vraag
- Gecorrigeerde vraag
- Voorraadeenheid
- Vestiging
-
Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.
Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:
- Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
- Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
- Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.
U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.
Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.
- Artikel
-
De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.
Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.
U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:
- Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
- Serviceartikelen
- Onderaannemingsdiensten
- Lijstartikelen (menu's/opties)
- Jaar
-
Het jaar waarop de artikelafgifte betrekking heeft.
- Periodenummer
-
Het periodevolgnummer van het jaar waarvoor de start- en einddatum kunnen worden vastgelegd.
- Werkelijke afgifte per periode
-
De werkelijke artikelafgifte voor alle magazijnen van de vestiging in de desbetreffende periode.
-
De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter.
De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden.
- Werkelijke vraag
-
De totale werkelijke vraaghoeveelheid voor de magazijnen van de vestiging in de desbetreffende periode.
- Gecorrigeerde vraag
-
De totale gecorrigeerde vraag hoeveelheid voor de magazijnen van de vestiging in de desbetreffende periode. U kunt deze hoeveelheid handmatig wijzigen.
- Calls
-
De werkelijke vraag (het aantal calls) voor de magazijnen van de vestiging in de desbetreffende periode.
- Prognose per periode
-
De vraagprognose voor de magazijnen van de vestiging in de desbetreffende periode.
- Gemiste verkopen
-
De hoeveelheid die niet is verkocht door het niet slagen van offertes. Voor deze hoeveelheid wordt rekening gehouden met de magazijnen van de vestiging gedurende de aangegeven periode.
- Geretourneerd
-
De geretourneerde hoeveelheid van de magazijnen van de vestiging in de desbetreffende periode.
NBAangezien retourorders eenvoudigweg worden behandeld als negatieve zendingen, wordt de werkelijke afgiftehoeveelheid verminderd met de geretourneerde hoeveelheid.