Historie magazijnorders (whinh2550m000)

De herkomst van de magazijnorder.

Een order voor het afhandelen van goederen in het magazijn.

Bij een magazijnorder kan het om een van de volgende voorraadmutatiesoorten gaan:

• Ontvangst
• Afgifte
• Overboeking
• OHW-overboeking

Elke order heeft een herkomst en bevat alle informatie die nodig is voor magazijnactiviteiten. Afhankelijk van het artikel (wel of niet partijgestuurd) en het magazijn (met of zonder locaties) kunnen partijen en/of locaties worden toegekend. De order volgt een vooraf gedefinieerde magazijnprocedure.

Met een orderset worden orderregels van dezelfde order gegroepeerd.

De orderregels worden gegroepeerd op basis van de volgende attributen:

• Verzenden-van relatie
• Verzenden-aan relatie
• Verzenden-van adres
• Verzenden-aan adres
• Vervoerder
• Verzenddatum
• Origineel bedrijf

De datum waarop de order wordt gewijzigd en/of weggeschreven naar het historiebestand. Voor elke wijziging voegt LN een nieuwe regel en een nieuwe mutatiedatum toe. Dit is van toepassing op elke ordersoort.

De mutatiedatum is onder andere belangrijk voor:

• Planning
• Statistiek
• Het vaststellen van vervaldatums en valutakoersen

De serie orders waartoe de magazijnorder behoort.

Om tijd te besparen kunt u het uitslagproces voor elke serie gerelateerde magazijnorders met een orderserie verwerken.

De logistieke eenheid die aan de magazijnorder is gekoppeld.

Een code waarmee de soort magazijnorder wordt aangegeven. Met de default magazijnprocedure die u aan een magazijnordersoort koppelt, wordt bepaald hoe de magazijnorders waarvoor de ordersoort is gereserveerd, worden verwerkt in het magazijn. U kunt de default procedure wel wijzigen voor afzonderlijke magazijnorders of -orderregels.

Een classificatie die wordt gebruikt om de soort voorraadverplaatsing aan te geven.

De volgende voorraadmutatiesoorten zijn beschikbaar:

• Afgifte

  Van magazijn naar een andere entiteit dan magazijn.

• Ontvangst

  Van een andere entiteit dan magazijn naar magazijn.

• Overboeking

  Van het ene naar het andere magazijn.

• OHW-overboeking

  Van de ene naar de andere kostenafdeling.

De status van de historie van de order

De aanmeldcode of aanmeldingsnaam van de persoon die de magazijnorder het laatst heeft gewijzigd.

De orderdatum.

Het bedrijfsonderdeel van het magazijn dat verantwoordelijk is voor de verwerking van de order.

Het nummer dat wordt gebruikt om orderregels van dezelfde orderherkomst en dezelfde order (hetzelfde ordernummer) te groeperen.

De taalcode van de locatie die verantwoordelijk is voor de order.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, heeft de order betrekking op consignatievoorraad.

Bij een ontvangst worden de ontvangen goederen in de consignatievoorraad opgenomen en wordt geen betaling verricht voor de ontvangen goederen.

Bij een uitgifte worden de goederen uit het consignatiemagazijn van de relatie uitgegeven.

Bij een overboeking worden de goederen overgeboekt van het magazijn van het bedrijf naar het consignatiemagazijn van de relatie. Er wordt geen factuur aangemaakt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, drukt LN een koptekst af.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, drukt LN een voettekst af.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is deze magazijnorder een backflushing-order.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de order een retourorder.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de magazijnorder gebruikt om afgekeurde artikelen aan de relatie te retourneren.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de order gebruikt om in quarantaine geplaatste artikelen aan de relatie te retourneren. De eigendom van de artikelen is dezelfde als toen ze oorspronkelijk zijn ontvangen.

Als u retourartikelen wilt retourneren met dezelfde eigendom als toen ze zijn ontvangen, moet u het selectievakje Betaalbaar aan leverancier inschakelen in de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000).

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de order geblokkeerd.

De verzenden-van soort wordt samen met de verzenden-van code gebruikt om de precieze herkomst van een magazijnorder aan te geven.

De verzenden-van soort kan de volgende waarden hebben:

• Relatie
• Magazijn
• Afdeling
• Project

Een code die samen met de verzenden-van soort wordt gebruikt om de precieze herkomst van een magazijnorder aan te geven.

Het adres van waar de goederen worden verzonden. Dit is het adres van de soort bron die wordt aangegeven op het veld Verzenden-van.

De verzenden-van locatie.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Het oorspronkelijke serienummer dat wordt vervangen.

In de sessie Seriedragend artikel vervangen (tscfg2240m000) kunt u de artikel-ID vervangen, of zowel de artikel-ID als het serienummer van bijvoorbeeld het topartikel van een fysieke specificatie, als er wijzigingen in de componenten zijn aangebracht. Als het seriedragende artikel laag-volume is, moet het voorraadniveau van het oorspronkelijke artikel worden verlaagd van 1 naar 0 en moet het voorraadniveau van het nieuwe artikel worden verhoogd van 0 naar 1. Voor dit doel wordt er een magazijnorder van de soort overboeking gegenereerd wanneer het proces Vervangen wordt opgestart in de sessie Seriedragend artikel vervangen (tscfg2240m000).

U kunt seriedragende artikelen ook handmatig overboeken, maar u kunt geen handmatige overboekingen aanmaken van seriedragende artikelen die:

• Gereserveerd zijn
• Geblokkeerd zijn voor overboeking of uitslag
• De status Defect, Bedrijfsklaar, Te recyclen of Verwijderd hebben.

De revisiecode van het artikel.

De datum waarop de levering van een zending is gepland.

De verzenden-aan soort wordt samen met de verzenden-aan code gebruikt om aan te geven waarheen de goederen worden verzonden.

De verzenden-aan soort kan de volgende waarden hebben:

• Relatie
• Magazijn
• Afdeling
• Project

Deze code wordt samen met de verzenden-aan soort gebruikt om aan te geven waarheen de goederen worden verzonden.

Het adres waarnaar de goederen moeten worden verzonden.

De verzenden-aan locatie.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

• Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
• Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
• Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

• Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
• Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
• Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

Het serienummer dat het oorspronkelijke serienummer vervangt.

In de sessie Seriedragend artikel vervangen (tscfg2240m000) kunt u de artikel-ID vervangen, of zowel de artikel-ID als het serienummer van bijvoorbeeld het topartikel van een fysieke specificatie, als er wijzigingen in de componenten zijn aangebracht. Als het seriedragende artikel laag-volume is, moet het voorraadniveau van het oorspronkelijke artikel worden verlaagd van 1 naar 0 en moet het voorraadniveau van het nieuwe artikel worden verhoogd van 0 naar 1. Voor dit doel wordt er een magazijnorder van de soort overboeking gegenereerd wanneer het proces Vervangen wordt opgestart in de sessie Seriedragend artikel vervangen (tscfg2240m000).

U kunt seriedragende artikelen ook handmatig overboeken, maar u kunt geen handmatige overboekingen aanmaken van seriedragende artikelen die:

• Gereserveerd zijn
• Geblokkeerd zijn voor overboeking of uitslag
• De status Defect, Bedrijfsklaar, Te recyclen of Verwijderd hebben.

De code van de partij waaruit het artikel wordt overgeboekt.

De code van de nieuwe partij waarnaar het artikel wordt overgeboekt.

De revisiecode van het artikel.

De datum waarop de levering van een zending is gepland.

De Verzendconstraint.

Bij magazijnorders van het mutatietype Ontvangst wordt op dit veld de grootste toegestane negatieve afwijking ten opzichte van de orderhoeveelheid weergegeven, uitgedrukt in een percentage. Het veld Harde blokkering hoeveelheid in de sessie Inslagorderregels (whinh2110m000) geeft aan welke actie LN uitvoert als niet aan de marge wordt voldaan.

Bij magazijnorders van de mutatiesoort Uitgifte is de waarde van dit veld het minimum percentage van de orderhoeveelheid dat moet worden verzonden. Het hoogste percentage dat u kunt opgeven is 100%. Als de minimum hoeveelheid 0% is, is er geen sprake van verzendconstraints en kunt u dus elk willekeurig percentage van de orderhoeveelheid verzenden.

Bij magazijnorders van het mutatietype Ontvangst wordt op dit veld de grootste toegestane positieve afwijking ten opzichte van de orderhoeveelheid weergegeven, uitgedrukt in een percentage. Het veld Harde blokkering hoeveelheid in de sessie Inslagorderregels (whinh2110m000) geeft aan welke actie LN uitvoert als niet aan de marge wordt voldaan.

Bij magazijnorders van de mutatiesoort Afgifte wordt op dit veld de grootste positieve afwijking weergegeven ten opzichte van de orderhoeveelheid die mag worden verzonden, uitgedrukt in een percentage. Het veld Harde blokkering hoeveelheid in de sessie Uitslagorderregels (whinh2120m000) geeft aan welke actie LN uitvoert als niet aan de marge wordt voldaan.

Het aantal dagen dat de leverancier te vroeg mag leveren.

Leveringen vóór deze limiet worden gesignaleerd, geblokkeerd of genegeerd.

Het aantal dagen dat de leverancier te laat mag leveren.

Leveringen na deze limiet worden gesignaleerd, geblokkeerd of genegeerd.

Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

De reisroute vanaf uw magazijn naar het verzenden-aan of verzenden-van magazijn van de relatie en vice versa. U kunt routes gebruiken om relaties te groeperen die gevestigd zijn in hetzelfde gebied of langs een gunstige route.

U kunt adressen rangschikken op routes om zo magazijnbonnen en verzendbonnen die op route zijn gesorteerd, af te drukken.

De voorwaarden of afspraken met betrekking tot de levering van goederen.

Een referentietekst met informatie over de order.

Een informatieve tekst over de order.

Hiermee wordt aangegeven of en hoe de magazijnorder is betrokken bij uitbesteding.

Toegestane waarden

N.v.t.

De magazijnorder heeft een van de volgende kenmerken:

• Niet gerelateerd aan uitbestedingen
• Gebaseerd op een verkoop- of inkooporder voor uitbestedingen, maar met artikelen die standaardcomponenten of halffabrikaten zijn die niet zijn geproduceerd voor de uitbestedingsorder. Deze artikelen zijn beschikbaar voor uitbestedings- of niet-uitbestedingsorders.

Bevat door klant verstrekt materiaal

De magazijnorder is gebaseerd op een verkooporder voor uitbesteding die door de onderaannemer is aangemaakt voor artikelen die hij moet produceren voor en verkopen aan de producent. De magazijnorder is:

• Een inslag- of uitslagorder waarmee halffabrikaten van de jobshop naar een productiemagazijn gaan. Dat betekent dat de onderaannemer bewerkingen heeft uitgevoerd voor de artikelen. Vanuit het productiemagazijn worden de halffabrikaten doorgestuurd naar de volgende afdeling.
• Een inslagorder voor eindproducten die van de jobshop naar het magazijn voor eindproducten gaan.
• Een uitslagorder voor eindproducten die vanuit het magazijn (voor eindproducten) worden afgegeven aan de producent.
• Wanneer de eigendom Eigendom klant is, bevat het artikel door de klant geleverd materiaal.

Uitbesteding bewerking/service

De magazijnorder is gebaseerd op een inkooporder voor uitbesteding van bewerkingen voor artikelen die worden geproduceerd door de onderaannemer. De magazijnorder is:

• Een inslagorder waarmee de producent de uitbestede eindproducten van de onderaannemer ontvangt.
• Een overboekingsorder waarmee de ontvangen artikelen van de onderaannemer worden overgeboekt naar het productiemagazijn of de afdeling van de producent. Op de afdeling wordt het eigen productieproces van de producent voortgezet met behulp van de artikelen die zijn gekocht van de onderaannemer.

Artikel uitbesteden

De magazijnorder is gebaseerd op een inkooporder voor uitbesteding van artikelen voor artikelen die worden geproduceerd door de onderaannemer. De magazijnorder is:

• Een uitslagorder voor een administratieve inkoopafgifte uit het administratieve magazijn. De uitslagorder heeft de orderherkomst Inkoop en de onderaannemer is de verzenden-aan relatie.

  Het administratieve magazijn van de producent weerspiegelt het algemene magazijn van de onderaannemer. In het administratieve magazijn van de producent wordt het verbruik door de onderaannemer van de componenten of halffabrikaten voor de productie weergegeven.

• Een inslagorder waarmee de producent de uitbestede eindproducten van de onderaannemer ontvangt.

Levering materiaal

De magazijnorder is gebaseerd op een inkooporder voor uitbesteding. De magazijnorder is:

• Een magazijnoverboekingsorder waarmee de componenten die door de onderaannemer moeten worden gebruikt, worden overgeboekt van het productiemagazijn naar het algemene magazijn, van waaruit de componenten worden verzonden naar de onderaannemer.
• Een magazijnoverboekingsorder of een verkoopoverboekingsorder waarmee de componenten of halffabrikaten van de producent naar de onderaannemer worden gebracht.

OHW

De magazijnorder is gebaseerd op een productieorder die wordt uitbesteed. De magazijnorder is:

• Een inslagorder waarmee de halffabrikaten die door de onderaannemer moeten worden gebruikt, van de afdeling van de producent naar het productiemagazijn van de producent gaan.
• Een uitslagorder waarmee de halffabrikaten die door de onderaannemer moeten worden gebruikt, worden afgegeven vanuit het productiemagazijn van de producent naar de afdeling die de afdeling van de onderaannemer weerspiegelt.

Het productiemagazijn is een extern magazijn op de locatie van de onderaannemer. In het systeem van de producent is dit een administratief magazijn dat is gekoppeld aan het componentenmagazijn van de onderaannemer.

De beschikbare waarden op dit veld hebben betrekking op de rollen bij uitbesteding. Er zijn waarden beschikbaar voor de volgende rollen:

• Rol van producent
• Rol van onderaannemer

Als u deze rollen wilt definiëren voor een bedrijf, schakelt u op het tabblad Concepten (Logistiek) in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0500m000) het selectievakje Uitbesteding met materiaalstroom of het selectievakje Door klant verstrekte materialen in.

Als beide rollen zijn geselecteerd voor een bedrijf, is de werkelijke rol afhankelijk van de rol die is gebruikt bij het aanmaken (of het initiëren van het aanmaken) van de magazijnorder: is de magazijnorder aangemaakt door een subcontractor die een product produceert voor of een dienst levert aan de producent of door een producent die diensten of producten uitbesteedt aan de subcontractor?

Een orderafhankelijke set artikelen die samen moeten worden afgeleverd bij het productiemagazijn.

Attribuut waarmee gebruikers een logistieke mutatie kunnen koppelen aan een specifieke verzameling logistieke kosten, waarbij de voor die mutatie geldende instellingen voor logistieke kosten worden overruled. Indien nodig kunnen gebruikers een classificatie voor logistieke kosten opgeven en deze classificatie voor de mutatie gebruiken.

Het hoofdartikel van de verkooporder. Wanneer de verkooporder wordt vrijgegeven voor Magazijnbeheer, wordt de waarde opgehaald uit de sessie Hoofdartikelen verkooporder (tdsls4561m000).

De omschrijving van het hoofdartikel.

Het bedrijf waaruit de goederen worden verzonden.

Het verzenden-van bedrijf is het logistieke bedrijf waartoe het magazijn op het veld Verzenden-van code behoort.

NB

Houd alleen rekening met dit veld als de magazijnorder betrekking heeft op een magazijnoverboeking tussen meerdere bedrijven. Hiervan is in de volgende gevallen sprake:

• De voorraadmutatiesoort is Overboeking.
• De waarde in het veld Verzenden-van code in het groepsvak Verz.-van en het veld Verzenden-aan code in het groepsvak Verzenden-aan is Magazijn.
• De magazijnen die zijn opgegeven op de velden Verzenden-van code in het groepsvak Verz.-van en het veld Verzenden-aan code in het groepsvak Verzenden-aan, behoren tot verschillende logistieke bedrijven.

Het bedrijf waarnaar de goederen worden verzonden.

Het verzenden-aan bedrijf is het logistieke bedrijf waartoe het magazijn op het veld Verzenden-aan code behoort.

NB

Houd alleen rekening met dit veld als de magazijnorder betrekking heeft op een magazijnoverboeking tussen meerdere bedrijven. Hiervan is in de volgende gevallen sprake:

• De voorraadmutatiesoort is Overboeking.
• De waarde in het veld Verzenden-van code in het groepsvak Verz.-van en het veld Verzenden-aan code in het groepsvak Verzenden-aan is Magazijn.
• De magazijnen die zijn opgegeven op de velden Verzenden-van code in het groepsvak Verz.-van en het veld Verzenden-aan code in het groepsvak Verzenden-aan, behoren tot verschillende logistieke bedrijven.

Door de gebruiker gedefinieerde velden met verschillende structuren die kunnen worden toegevoegd aan verschillende sessies. Gebruikers kunnen de velden in die sessies bewerken. Aan de inhoud van deze velden is geen functionele logica gekoppeld.

Velden met additionele informatie kunnen worden gekoppeld aan databasetabellen. Bij koppeling aan een tabel worden de velden weergegeven in de sessies die overeenkomen met de databasetabellen. Een veld gedefinieerd voor de tabel whinh200 wordt bijvoorbeeld als een extra veld weergegeven in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000).

De inhoud van additionele velden kan worden overgedragen tussen databasetabellen. Voorbeeld: de informatie opgegeven door een gebruiker in additioneel informatieveld A in de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) wordt overgedragen naar additioneel informatieveld A in de sessie Zendingen (whinh4130m000). Hiervoor moeten er velden voor additionele informatie met een identieke veldstructuur en veldnaam A aanwezig zijn voor de tabellen whinh200 en whinh430 (whinh430 behoort bij de sessie Zendingen (whinh4130m000)).

Grootboek

Grootboek

De grootboekcode die de grootboekrekening en dimensies aangeeft waarnaar de mutatie moet worden geboekt.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Grootboekrekening

De grootboekrekening die is gerelateerd aan de soort dimensie.

Dimensies

Dimensie 1-12

De dimensie van de grootboekcode waaraan de waarden of reeksen van waarden van de integratie-elementen zijn gekoppeld.

Aanmeldcode

Aangemaakt door

De gebruiker die de grootboekmutatie heeft aangemaakt.

Aanmaakdatum

De datum en tijd waarop de mutatie is aangemaakt.

Gewijzigd door

De gebruiker die de mutatiegegevens in het grootboek heeft gewijzigd.

Wijzigingsdatum

De datum en tijd waarop de mutatiegegevens in het grootboek zijn gewijzigd.