Voorraadinspecties genereren (whinh2211m000)

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt anonieme voorraad geïnspecteerd, dat wil zeggen, voorraad die niet met logistieke eenheden is geïdentificeerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt voorraad ten behoeve van logistieke eenheden geïnspecteerd.

De opties voor het niveau logistieke eenheid dat moet worden geïnspecteerd.

Toegestane waarden

Logist. eenh. bovenste niv. inspecteren

Voorraadinspecties worden uitgevoerd voor logistieke eenheden op het bovenste niveau, zoals pallets of grote containers, en alle logistieke eenheden van de kop- en onderniveaus.

Logist. eenh. onderste niv. inspecteren

Voorraadinspecties worden uitgevoerd voor logistieke eenheden op het onderste niveau.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden voorraadinspecties gegenereerd, ongeacht de berekende vervaldatum.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden artikelen die zijn gereserveerd op locatie, uitgesloten van voorraadinspecties.

De waarde in dit veld wordt gebruikt om de geplande inspectiedatum van de gegenereerde voorraadinspectieregels te bepalen.

Om de geplande inspectiedatum te bepalen, wordt de geplande inspectiedoorlooptijd opgeteld bij de huidige datum. De geplande inspectiedatum wordt gebruikt in de vervaldatumfilters in de sessie Magazijninspecties (whinh2631m100).

Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

• Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
• Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
• Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

Een plaats voor goederenopslag. Voor elk magazijn kunt u adresgegevens en gegevens met betrekking tot de soort invoeren.

Een plaats in een magazijn waar goederen worden opgeslagen.

Een magazijn kan in locaties worden onderverdeeld om de beschikbare ruimte te beheren en om de opgeslagen goederen te lokaliseren. Opslagcondities en blokkeringen kunnen op afzonderlijke locaties worden toegepast.

De eigenaar van de voorraad die op de locatie is opgeslagen.

De relatie waarbij u goederen of diensten bestelt. Meestal is dit een verkoopafdeling bij de leverancier. De definitie omvat de default prijs- en kortingsovereenkomsten, defaults voor inkooporders, leveringsvoorwaarden en de gerelateerde verzenden-van en factureren-door relatie.

Een datum die bij opslag aan de artikelen wordt toegekend. U kunt voorraaddatums gebruiken om artikelen op te halen op basis van FIFO (First In First Out) of LIFO (Last In First Out), zonder dat uitgebreide partijadministratie nodig is.

De betekenis van de voorraaddatum is afhankelijk van de uitslagprioriteit (LIFO of FIFO) of de uiterste houdbaarheidsdatum van het artikel.

Bij de uitslagprioriteit LIFO of FIFO geldt de systeemdatum als default voor de voorraaddatum. U kunt deze echter overschrijven, zodat de voorraaddatum niet gelijk hoeft te zijn aan de opslagdatum. Als het artikel beperkt houdbaar is, is de voorraaddatum de uiterste houdbaarheidsdatum die voor dat artikel is vastgelegd.

Een gedeelte van het magazijn dat kan worden toegekend aan specifieke medewerkers of voertuigen. Elke locatie kan aan een zone worden toegekend.

De code van de gang in het magazijn waar de locatie zich bevindt.

De verdieping/het niveau in het magazijn waar de voorraadlocatie zich bevindt.

De code van het vak van de locatie.

Een groep artikelen met vergelijkbare kenmerken. Elk artikel behoort tot een bepaalde artikelgroep. De artikelgroep wordt in combinatie met de artikelsoort gebruikt om artikeldefaults in te stellen.

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

De unieke identificatie van één fysiek artikel. LN gebruikt een masker om een serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld staan voor een datum, model- en kleurgegevens en een volgnummer.

Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen.

Een logistieke eenheid is een uniek te identificeren fysieke eenheid die bestaat uit emballage en inhoud. Een logistieke eenheid kan artikelen bevatten. Een logistieke eenheid heeft een structuur van emballagematerialen die worden gebruikt om artikelen te verpakken, of maakt deel uit van een dergelijke structuur.

Een logistieke eenheid heeft de volgende attributen:

• Identificatiecode
• Emballageartikel (optioneel)
• Hoeveelheid emballageartikelen (optioneel)

Als u een artikel aan een logistieke eenheid koppelt, wordt het artikel verpakt in de vorm van de logistieke eenheid. Het emballageartikel verwijst naar de verpakkingsvorm of ander emballagemateriaal waaruit de logistieke eenheid bestaat. Als u voor een logistieke eenheid bijvoorbeeld een emballageartikel zoals een houten krat definieert, geeft u op dat de logistieke eenheid een houten krat is.

De datum waarop de meest recente voorraadinspectie is uitgevoerd.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de gegenereerde voorraadinspecties in een verslag afgedrukt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de voorraadinspectieregels in het verslag opgenomen.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de ID's van logistieke eenheden in het verslag opgenomen.

De serie van de gegenereerde voorraadinspecties.