Voorraadverbruik (whina1614m000)

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Een plaats voor goederenopslag. Voor elk magazijn kunt u adresgegevens en gegevens met betrekking tot de soort invoeren.

Een bedrijfslocatie van een onderneming die haar eigen logistieke gegevens kan muteren. De locatie omvat een verzameling magazijnen, bedrijfsonderdelen en assemblagelijnen. Vestigingen worden gebruikt om de supply chain in een omgeving met meerdere vestigingen te modelleren.

Op vestigingen zijn de volgende beperkingen van toepassing:

• Een vestiging kan zich niet in meerdere landen bevinden. De magazijnen en bedrijfsonderdelen van de locatie moeten zich in hetzelfde land bevinden als de locatie.
• Een vestiging is gekoppeld aan één planningscluster. Alle magazijnen en afdelingen van een vestiging zijn dus onderdeel van hetzelfde planningscluster.
• Een vestiging is gekoppeld aan één logistiek bedrijf.

U kunt een vestiging aan een enterprise-eenheid koppelen of een enterprise-eenheid aan een vestiging.

Als een enterprise-eenheid aan een vestiging is gekoppeld, behoren de entiteiten van de vestiging tot de enterprise-eenheid. Omgekeerd behoren de entiteiten van de enterprise-eenheid tot de vestiging als een vestiging aan een enterprise-eenheid is gekoppeld.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De methode die LN gebruikt om de volgorde voor de afgifte van artikelen te bepalen. De uitslagmethode kan Last In First Out (LIFO) zijn, First In First Out (FIFO), of op locatie.

LN haalt de mutatiedatum op uit de sessie Voorraadontvangstmutaties (whina1512m000).

Het volgnummer van de verbruikte ontvangstmutatie. LN haalt het volgnummer op uit de sessie Voorraadontvangstmutaties (whina1512m000).

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, maakt de waarde van de ontvangstmutatie deel uit van de OHW-voorraad (onderhanden werk), dat wil zeggen, de waarde van materialen, loon en overhead die is afgegeven aan productie, maar nog geen artikel heeft opgeleverd dat in de voorraad kan worden opgenomen.

Het eigendom van de goederen waarop de ontvangstmutatie betrekking heeft.

De eigenaar van de goederen waarop de ontvangstmutatie betrekking heeft.

De kopen-van relatie van de goederen waarop de ontvangstmutatie betrekking heeft.

Een aantal artikelen, aangeduid met een (partij)code, die samen worden geproduceerd en opgeslagen. Met partijen worden goederen aangeduid.

De partij wordt alleen opgegeven als de voorraadwaarderingsmethode Partijprijs (partij) is.

Het serienummer van het artikel waarnaar de mutatie verwijst. Het serienummer wordt alleen genoemd als de voorraadwaarderingsmethode serieprijzen is.

Het bedrijf van de order waarmee de voorraadontvangstmutatie is geïnitieerd.

Het type order waarmee de voorraadmutatie is aangemaakt.

De code van de magazijnorder. LN gebruikt de serie die is opgegeven op het veld Serie van de sessie Magazijnorders (whinh2100m000) om het ordernummer te genereren. Als de magazijnorder wordt gegenereerd voor een order uit een ander pakket dan Magazijnbeheer, komt dit nummer overeen met het oorspronkelijke ordernummer en is het niet gebaseerd op de serie die is opgegeven op het veld Serie.

Het positienummer van de orderregel op de order.

Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven.

De ID-code van het huidige voorraadverbruiksrecord.

Het volgnummer van het huidige voorraadverbruiksrecord.

De hoeveelheid die is verbruikt.

De voorraadeenheid waarin de verbruikte hoeveelheid wordt uitgedrukt.

Het volgnummer van het deel van de voorraad dat is verbruikt.

De datum waarop de hoeveelheid is verbruikt.

De datum en tijd waarop de mutatie heeft plaatsgevonden. In tegenstelling tot de mutatiedatum kan de werkelijke logdatum niet worden gewijzigd.