Flexibele sjabloon - virtuele logistieke eenheden
De component op het onderste niveau van een sjabloon voor een logistieke eenheid kan een virtuele eenheid zijn. Dat betekent dat de hoeveelheid van logistieke eenheden op het onderste niveau en de hoeveelheid van artikelen in die eenheden kan variëren. Daarbij geldt dat de totale artikelhoeveelheid van de component op het onderste niveau nooit groter kan zijn dan hoeveelheid van de parent-component.
Het resultaat is dat de hoeveelheid logistieke eenheden en artikelen op het onderste niveau anders kan zijn elke keer dat logistieke eenheden worden gegenereerd op basis van de sjabloon tijdens het zendingsproces. Als de component op het onderste niveau van een sjabloon voor een logistieke eenheid is, schakelt LN het selectievakje Virtueel in de sessie Logistieke eenheden (whwmd5130m000) in voor de gegenereerde logistieke eenheden op het onderste niveau.
Het voordeel van het gebruik van virtuele logistieke eenheden is dat er minder sjablonen voor logistieke eenheden nodig zijn om efficiënte structuren van logistieke eenheden aan te maken voor verschillende bestelde hoeveelheden. Daarbij geldt dat de gegenereerde logistieke eenheden op het onderste niveau niet noodzakelijkerwijs exact hoeven overeen te komen met de logistieke eenheden die daadwerkelijk worden gebruikt.
Beperkingen, bijvoorbeeld op grond van meerdere artikelen per zending en enkele verwijzing, zijn van toepassing op zowel virtuele als niet-virtuele componenten. Zie het voorbeeld van Volgordebepaling.
Instellingen
Virtuele logistieke eenheden op het onderste niveau instellen:
- Definieer een variabele Emballagedefinitie. Zie Emballagedefinities definiëren.
- Schakel voor de component op het onderste niveau van de sjabloon voor de logistieke eenheid het selectievakje Virtueel knooppunt in de sessie Sjablonen logistieke eenheid (whwmd4160m000) in. Omdat de onderste component virtueel is, is het opgeven van een artikelhoeveelheid en een emballageartikelhoeveelheid niet toegestaan.
Het selectievakje Virtueel knooppunt is niet beschikbaar voor gevalideerde emballagedefinities. Als de emballagedefinitie is gevalideerd, moet u eerst de validatie ongedaan maken. Pas daarna kunt u het selectievakje Virtueel knooppunt inschakelen.
Voorbeeld van niet-virtuele sjablooncomponent
Deze sjabloon voor een logistieke eenheid is gedefinieerd voor emballagedefinitie PCKD10:
Parentcomponent | Component | Virtueel knooppunt | Emballageartikel | Hoeveelheid emballageartikel | Artikelhoeveelheid in opslageenheid | Meerdere artikelen voor verzending toestaan |
---|---|---|---|---|---|---|
0 | 1 | Pallet | 1 | 0 | Ingeschakeld | |
1 | 2 | Krat | 2 | 0 | Ingeschakeld | |
2 | 3 | Uitgeschakeld | Doos | 6 | 120 | Uitgeschakeld |
De volgende uitslagorderregels worden aangemaakt:
Order | Orderregel | Artikel | Hoeveelheid | Emballagedefinitie |
---|---|---|---|---|
SLS001 | 10 | 1011 | 20 | PCKD10 |
20 | 1012 | 30 | ||
30 | 1013 | 10 |
Order | Orderregel | Artikel | Hoeveelheid | Emballagedefinitie |
---|---|---|---|---|
SLS022 | 10 | 1011 | 20 | PCKD10 |
20 | 1012 | 20 | ||
30 | 1013 | 20 |
Voor order SLS001 wordt de volgende structuur van logistieke eenheden gegenereerd:
Niveau | Component | Logistieke eenheid | Meerdere artikelen | Artikel | Hoeveelheid |
---|---|---|---|---|---|
1 | Pallet | HU001 | Ingeschakeld | ||
2 | Krat | HU002 | Ingeschakeld | ||
3 | Doos | HU004 | Uitgeschakeld | 1011 | 20 |
3 | Doos | HU005 | Uitgeschakeld | 1012 | 20 |
3 | Doos | HU006 | Uitgeschakeld | 1012 | 10 |
2 | Krat | HU003 | Ingeschakeld | ||
3 | Doos | HU007 | Uitgeschakeld | 1013 | 10 |
Omdat een doos volgens de sjabloon niet meer dan 20 artikelen kan bevatten, wordt artikel 1012 in twee dozen verpakt. Omdat een krat maximaal drie dozen kan bevatten en het doosniveau is ingesteld op één artikel, worden een tweede krat en de doos HU007 aangemaakt. In de alledaagse praktijk zou de picker sowieso alle dozen in één krat plaatsen.
Voor order SLS022 wordt de volgende structuur van logistieke eenheden gegenereerd:
Niveau | Component | Logistieke eenheid | Meerdere artikelen | Artikel | Hoeveelheid |
---|---|---|---|---|---|
1 | Pallet | HU008 | Ingeschakeld | ||
2 | Krat | HU009 | Ingeschakeld | ||
3 | Doos | HU010 | Uitgeschakeld | 1011 | 20 |
3 | Doos | HU011 | Uitgeschakeld | 1012 | 20 |
3 | Doos | HU012 | Uitgeschakeld | 1013 | 20 |
Voorbeeld van een virtuele sjablooncomponent
Als de sjabloon voor de logistieke eenheid van emballagedefinitie PCKD10 een virtueel knooppunt op het onderste niveau heeft, worden de volgende structuren van logistieke eenheden aangemaakt voor orders SLS001 en SLS022:
Niveau | Component | Logistieke eenheid | Meerdere artikelen | Artikel | Hoeveelheid |
---|---|---|---|---|---|
1 | Pallet | HU013 | Ingeschakeld | ||
2 | Krat | HU014 | Ingeschakeld | ||
3 | Doos | HU015 | Uitgeschakeld | 1011 | 20 |
3 | Doos | HU016 | Uitgeschakeld | 1012 | 30 |
3 | Doos | HU017 | Uitgeschakeld | 1013 | 10 |
Omdat het doosniveau virtueel is, kan LN zo veel artikelen in een doos plaatsen als nodig is om een efficiënte structuur van logistieke eenheden samen te stellen, zolang de maximale hoeveelheid die is toegestaan voor het knooppunt Krat niet wordt overschreden. Dit betekent dat 30 stuks van artikel 1012 allemaal in doos HU016 worden geplaatst en dat alle dozen in één krat kunnen worden geplaatst. Artikel 1011 en artikel 1013 kunnen niet samen in één doos worden geplaatst, omdat het doosniveau is ingesteld op één artikel.
Niveau | Component | Logistieke eenheid | Meerdere artikelen | Artikel | Hoeveelheid |
---|---|---|---|---|---|
1 | Pallet | HU018 | Ingeschakeld | ||
2 | Krat | HU019 | Ingeschakeld | ||
3 | Doos | HU020 | Uitgeschakeld | 1011 | 20 |
3 | Doos | HU021 | Uitgeschakeld | 1012 | 20 |
3 | Doos | HU022 | Uitgeschakeld | 1013 | 20 |
Het gebruik van een virtuele component op het onderste niveau resulteert in een efficiëntere structuur van logistieke eenheden voor SLS001. De resulterende structuur voor SLS022 is echter identiek voor beide sjablonen. Als geen virtueel knooppunt op het onderste niveau wordt gebruikt, is een extra emballagedefinitie vereist om even efficiënte structuren van logistieke eenheden voor beide orders aan te maken.