Registratie van partij- en serienummer in structuren voor logistieke eenheden

De registratie van partij- en serienummers wordt handmatig uitgevoerd als voor de structuur van de logistieke eenheid het volgende geldt:

  • De structuur is gebaseerd op een emballagedefinitie
  • De structuur is handmatig aangemaakt voordat de partij- of serienummers zijn geregistreerd voor de gekoppelde regel

Er is ook een procedure om partij- of serienummers automatisch te genereren voor structuren voor logistieke eenheden.

In structuren voor logistieke eenheden is registratie van partij- of serienummers alleen toegestaan voor logistieke eenheden op het onderste niveau, omdat dit de werkelijke plaats van de partijartikelen of seriedragende artikelen binnen de structuur van de logistieke eenheden aangeeft. De eenvoudigste manier om partij- of serienummers voor een logistieke eenheid op het onderste niveau te registreren, is deze selecteren in de Boomstructuur logistieke eenheden en vervolgens op de werkbalk op Voorraadpuntgeg. klikken.

U bent niet verplicht partij- of serienummers te registreren voor elk van de logistieke eenheden op het onderste niveau, maar:

  • Elk artikel binnen de logistieke eenheden op het onderste niveau dat u wel registreert, moet van een partij- of serienummer worden voorzien.
  • U moet de resterende partij- of serienummers voor de gekoppelde regel registreren indien geen partij- of serienummers op de gekoppelde regel aanwezig waren voordat de partij- of serienummers voor de logistieke eenheden werden geregistreerd.

De partij- en serienummers die zijn gegenereerd voor de logistieke eenheden worden bijgewerkt op de gekoppelde regels.

Voorbeeld

Een logistieke eenheid die gekoppeld is aan een ontvangstregel met een hoeveelheid van 40 seriedragende artikelen, bestaat uit een logistieke eenheid van de soort Pallet op het hoogste niveau en vier logistieke eenheden van de soort Doos op het onderste niveau. Elk van de dozen bevat 10 seriedragende artikelen.

U hoeft geen serienummer te registreren voor elk van de dozen, maar u moet 10 serienummers registreren voor elke doos die u registreert.

We nemen de volgende situaties als voorbeeld:

  • Situatie A

    Er zijn geen serienummers geregistreerd voor de ontvangstregel voordat de structuur van logistieke eenheden is aangemaakt. U registreert serienummers voor twee van de dozen in de sessie Voorraadpuntgegevens logistieke eenheid (whwmd5136m000). Nu moet u de resterende serienummers voor de ontvangstregel registreren in de sessie Voorraadpuntgegevens ontvangstregel (whinh3123m200). Wanneer u deze sessie opent, worden de 20 serienummers die u zojuist voor de logistieke eenheden hebt geregistreerd weergegeven. Als u voor geen enkele doos serienummers registreert, moet u 40 serienummers registreren voor de ontvangstregel.

  • Situatie B

    U hebt de serienummers geregistreerd voor de ontvangstregel voordat u de structuur van logistieke eenheden aanmaakt. De structuur is gebaseerd op een emballagedefinitie. U kunt serienummers registreren voor de logistieke child-eenheden met de opdracht Regel voor seriedragende artikelen splitsen of in de sessie Voorraadpuntgegevens logistieke eenheid (whwmd5136m000). Er is geen verdere actie vereist.

  • Situatie C

    U hebt de serienummers voor de ontvangstregel geregistreerd voordat u de structuur van logistieke eenheden aanmaakt, zoals is beschreven in Automatisch genereren van partij- en serienummers voor logistieke eenheden. De partij- of serienummers worden automatisch toegekend aan de logistieke child-eenheden. Er is geen verdere actie vereist.