Logistieke eenheden instellen

Om ervoor te zorgen dat de functionaliteit voor logistieke eenheden voldoet aan de behoeften van uw organisatie moet u bepaalde gegevens definiëren. Dit wordt hieronder uitgelegd. U kunt opgeven hoe logistieke eenheden worden gebruikt voor bepaalde artikelen, magazijnen en/of relaties. U kunt bijvoorbeeld opgeven hoe artikelen moeten worden ingepakt die voor een bepaalde klant zijn bestemd, of hoe artikelen in een bepaald magazijn moeten worden opgeslagen.

  1. Algemeen instellen

    In Algemeen definieert u de volgende gegevens:

    • Maskers voor logistieke eenheden. Optioneel kunt u maskers definiëren op basis van de standaard SSCC (Serial-Shipping Container Code) voor logistieke eenheden.
    • Emballageartikelen die als logistieke eenheden en/of hulpverpakkingsmaterialen worden gebruikt. Hulpverpakkingsmaterialen maken deel uit van emballagedefinities.
  2. Parameterinstellingen

    In Magazijnbeheer moet u diverse parameters instellen.

    1. In de sessie Parameters basisgegevens magazijn (whwmd0100s000) selecteert u de voorkeursinstellingen voor de volgende velden:
      • Schakel het selectievakje Logistieke eenheden in gebruik in om het gebruik van logistieke eenheden voor het pakket Magazijnbeheer mogelijk te maken.
      • Selecteer op het veld Masker logistieke eenheid het masker op basis waarvan de codes voor de logistieke eenheden moeten worden gegenereerd. Dit masker is het default masker voor alle logistieke eenheden. Op artikel- en magazijnniveau kunt u meer specifieke maskers definiëren.
      • Selecteer op het veld Nummergroep voor sjablonen logistieke eenheid de nummergroep voor sjablonen voor logistieke eenheden.
      • Selecteer op het veld Serie voor sjablonen logistieke eenheid de serie voor sjablonen voor logistieke eenheden.
    2. Selecteer de gewenste optie in de keuzelijst Logistieke eenheden automatisch genereren van ASN's in de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000), zodat logistieke eenheden automatisch kunnen worden gegenereerd op basis van verzendberichten voor artikelen die niet aan magazijnen zijn gerelateerd.
    3. Schakel in de sessie Parameters WMS-interface (whwmd2105m000) het selectievakje WMS ondersteunt structuur logistieke eenheden in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken voor geïntegreerde WMS-systemen.
  3. Basisgegevens Magazijnbeheer (WMD) instellen

    U stelt de basisgegevens van Magazijnbeheer als volgt in:

    1. Definieer etiketlayouts voor logistieke eenheden als u goederen in het magazijn met etiketten identificeert en/of verwerkt. Zie Layout en Afdrukken van etiketten voor meer informatie.
    2. Definieer emballagedefinities om verpakkingsstructuren voor artikelen in te stellen met behulp van logistieke eenheden. Zie Emballagedefinities, Emballagedefinities gebruiken en Emballagedefinities definiëren voor meer informatie.
    3. Definieer gegevens voor logistieke eenheden voor artikelen op de volgende velden van de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4600m000):
      1. Selecteer op het veld Emballagedefinitie de emballagedefinitie op basis waarvan logistieke eenheden voor het artikel moeten worden aangemaakt.
      2. Schakel het selectievakje Logistieke eenheden in gebruik in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken voor het geselecteerde artikel.
      3. Schakel het selectievakje Logistieke eenheid versiegestuurd in om aan te geven dat er versienummers moeten worden gemuteerd voor logistieke eenheden waarvoor opsplitsing is ingeschakeld.
      4. Schakel het selectievakje Versiehistorie loggen in om aan te geven dat er historierecords voor versiegestuurde logistieke eenheden worden gegenereerd.
      5. Schakel het selectievakje Status logistieke eenheid traceren in om de historie in te schakelen voor elke status van een logistieke eenheid.
    4. Stel in de sessie Artikelgegevens per magazijn (whwmd2110s000) de volgende controles in voor het gebruik van logistieke eenheden voor artikelen die zijn gerelateerd aan magazijnen:
      1. Selecteer op het veld Emballagedefinitie de emballagedefinitie op basis waarvan logistieke eenheden voor het artikel moeten worden aangemaakt.
      2. Schakel het selectievakje Logistieke eenheden gebruiken in in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken voor artikelen in specifieke magazijnen.
      3. Schakel het selectievakje Ontvangsten in om het gebruik van logistieke eenheden in ontvangsten mogelijk te maken voor artikelen die zijn gerelateerd aan specifieke magazijnen.
      4. Schakel het selectievakje Uitslaginspecties in om het gebruik van logistieke eenheden in uitslaginspecties mogelijk te maken voor artikelen die zijn gerelateerd aan specifieke magazijnen.
      5. Schakel het selectievakje Inslaginspecties in om het gebruik van logistieke eenheden in inslaginspecties mogelijk te maken voor artikelen die zijn gerelateerd aan specifieke magazijnen.
      6. Schakel het selectievakje Voorraad in om het gebruik van logistieke eenheden in de voorraad mogelijk te maken voor artikelen die zijn gerelateerd aan specifieke magazijnen.
      7. Schakel het selectievakje Zendingen in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken voor zending van artikelen die zijn gerelateerd aan specifieke magazijnen.
      8. Geef op het veld Verzendbericht aanmaken aan hoe LN logistieke eenheden moet genereren op basis van verzendberichten die verwijzen naar artikelen die aan geselecteerde magazijnen zijn gekoppeld.
    5. Definieer gegevens voor logistieke eenheden voor magazijnen op de volgende velden van de sessie Magazijnen (whwmd2500m000):
      1. Schakel het selectievakje Logistieke eenheden gebruiken in in om het gebruik van logistieke eenheden voor magazijnen mogelijk te maken.
      2. Schakel het selectievakje Ontvangsten in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken in ontvangsten voor specifieke magazijnen.
      3. Schakel het selectievakje Zendingen in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken in zendingen voor specifieke magazijnen.
      4. Schakel het selectievakje Alternatieve pakketdefinitie adviseren toestaan in om de advisering van niet-complete emballagedefinities voor specifieke magazijnen mogelijk te maken.
      5. Schakel het selectievakje Inslaginspecties in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken in inslaginspecties voor specifieke magazijnen.
      6. Schakel het selectievakje Voorraad in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken in voorraad voor specifieke magazijnen.
      7. Schakel het selectievakje Uitslaginspecties in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken in uitslaggoedkeuringen voor specifieke magazijnen.
      8. Schakel het selectievakje Zendingen in om het gebruik van logistieke eenheden mogelijk te maken in zendingen voor specifieke magazijnen.
      9. Geef op het veld Verzendbericht aanmaken op hoe LN logistieke eenheden moet genereren op basis van verzendberichten die verwijzen naar geselecteerde magazijnen.
      10. Geef op het veld Picken bevestigen op of LN logistieke eenheden moet genereren nadat het uitslagadvies is vrijgegeven voor artikelen die vanuit het huidige magazijn zijn afgegeven. Voor het genereren van logistieke eenheden moeten er logistieke eenheden in gebruik zijn voor het artikel en het magazijn.
  4. Verkoop- en inkoopinstellingen

    U kunt opgeven dat logistieke eenheden worden gegenereerd op basis van bepaalde emballagedefinities voor goederen die afkomstig zijn van specifieke leveranciers en/of goederen die bestemd zijn voor specifieke klanten. Hiervoor moet u de vereiste emballagedefinities aan relaties koppelen in de volgende sessies:

    • Selecteer op het veld Emballagedefinitie van de sessie Artikelen - verkopen-aan relatie (tdisa0510m000) de emballagedefinitie die de structuur voor de logistieke eenheid bevat voor specifieke artikelen die aan specifieke klanten zijn verkocht.
    • Selecteer op het veld Emballagedefinitie van de sessie Artikelen - kopen-van relaties (tdipu0110m000) de emballagedefinitie die de structuur voor de logistieke eenheid bevat voor specifieke artikelen die bij specifieke leveranciers zijn ingekocht.
    • Selecteer op het veld Emballagedefinitie van de sessie Inkoopcontractregel - Logistieke gegevens (tdpur3102m000) de emballagedefinitie die de structuur voor de logistieke eenheid bevat voor specifieke artikelen die bij specifieke leveranciers zijn ingekocht conform specifieke contracten.
NB

Als u gebruik maakt van het Enterprise Modeler Content Pack met LN, kunt u de wizard MCO1090 (Logistieke eenheden en/of Emballagedefinitie) gebruiken om logistieke eenheden en emballagedefinities in te stellen. U kunt deze voorgedefinieerde wizard uitvoeren vanuit de sessie Wizards per projectmodel (tgwzr4502m000) nadat u het bedrijfsfunctiemodel voor uw bedrijf hebt opgegeven. Zie Bedrijfsfunctiemodel.