Emballagedefinities definiëren

U definieert emballagedefinities als volgt:

  1. Emballagedefinitie op algemeen niveau definiëren

    Geef in de sessie Emballagedefinities (whwmd4110m000) de volgende gegevens op:

    • De code en omschrijving van de emballagedefinitie.

    • Soort emballagedefinitie. Zie Emballagedefinities voor informatie over de beschikbare soorten emballagedefinities.
  2. Emballageniveaus

    Deze stap is alleen van toepassing op emballagedefinities van de soort Vast.

    Definieer emballageniveaus voor de emballagedefinitie. Hiervoor selecteert u de emballagedefinitie en start u de sessie Niveaus emballagedefinitie (whwmd4520m000). U start deze sessie via het juiste menu van de sessie Emballagedefinities (whwmd4110m000). Zie Emballageniveaus voor meer informatie over emballageniveaus.

  3. Sjabloon voor logistieke eenheid

    Sla deze stap voor emballagedefinities van de soort Vast over als u geen logistieke eenheden gebruikt.

    1. Definieer de sjabloon voor de logistieke eenheid voor de emballagedefinitie in de sessie Sjablonen logistieke eenheid (whwmd4160m000). U start deze sessie via het juiste menu van de sessie Emballagedefinities (whwmd4110m000).
    2. Sla de sjabloon voor de logistieke eenheid op algemeen niveau op en sluit de sessie Sjablonen logistieke eenheid (whwmd4160m000) af.

    Zie Sjablonen logistieke eenheid.

  4. Sjabloon voor logistieke eenheid valideren
    1. Ga terug naar de sessie Emballagedefinities (whwmd4110m000).
    2. Selecteer de emballagedefinitie.
    3. Selecteer in het geschikte menu Sjabloon logistieke eenheid valideren om de sjabloon voor de logistieke eenheid op algemeen niveau te valideren.

    Nadat u de sjabloon hebt gevalideerd, kunt u deze niet meer wijzigen, met uitzondering van de gegevens over de hulpverpakking en de emballage-instructies. Als u een gevalideerde sjabloon wilt wijzigen, moet u eerst de optie Valideren sjabloon log. eenheid ongedaan maken in het juiste menu gebruiken.

  5. Emballagedefinitie op artikelniveau definiëren

    Voer deze stappen uit om de emballagedefinitie aan een artikel te koppelen:

    1. Selecteer het artikel in de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4500m000).
    2. Selecteer in het geschikte menu Emballagedefinities om de sessie Artikel - emballagedefinities (whwmd4130m000) te starten.

      U kunt een artikel aan verschillende emballagedefinities koppelen. Dit is bijvoorbeeld handig als het artikel wordt verkocht aan verschillende relaties met verschillende verpakkingsvereisten.

    3. Geef de instellingen van deze velden op voor de combinatie van artikel en emballagedefinitie:
      • Opbouwen van logistieke eenheden op basis van referenties bij zend.
      • Structuur logistieke eenheid autom. voltooien tijdens picken
      • Lege logistieke eenheden bij verzending genereren
      • Blokkeren bij verpakkingsafwijking tijdens verzending
  6. Emballageniveaus corrigeren voor artikelen

    Deze stap is alleen van toepassing op emballagedefinities van de soort Vast.

    Corrigeer de emballageniveaus van de emballagedefinitie die u aan het artikel koppelt. Hiervoor start u de sessie Niveaus emballagedefinitie (whwmd4520m000) via het geschikte menu van de sessie Artikel - emballagedefinities (whwmd4130m000). Zie Emballageniveaus voor meer informatie over emballageniveaus.

  7. Sjabloon voor de logistieke eenheid corrigeren voor artikelen

    Corrigeer de sjabloon voor de logistieke eenheid van de emballagedefinitie die u aan het artikel koppelt. Start de sessie Sjablonen logistieke eenheid (whwmd4160m000) vanuit het geschikte menu van de sessie Artikel - emballagedefinities (whwmd4130m000). U kunt componenten toevoegen of wijzigen. Zie Sjablonen logistieke eenheid.

  8. Emballagedefinitie op artikelniveau valideren
    1. Selecteer de emballagedefinitie in de sessie Artikel - emballagedefinities (whwmd4130m000).
    2. Selecteer in het juiste menu de optie Sjabloon logistieke eenheid valideren.
    NB

    Als u een sjabloon wilt wijzigen nadat deze is gevalideerd, moet u de optie Valideren sjabloon log. eenheid ongedaan maken in het geschikte menu gebruiken.

  9. Default emballagedefinities

    U kunt default emballagedefinities opgeven voor artikelen, magazijnen en relaties. Zie Default emballagedefinities.

    Wanneer u logistieke eenheden voor een orderregel definieert, kunt u de default emballagedefinitie van de orderregel, een andere emballagedefinitie of geen emballagedefinitie gebruiken. U kunt geen gemengde emballagedefinities voor dit doel gebruiken. Deze stap is optioneel.

NB
  • U kunt emballagedefinities op artikelniveau niet verwijderen, als er voorraad aanwezig is, die in de emballagedefinitie voor het artikel is opgeslagen. Daarnaast moeten de emballagedefinitieniveaus en sjablonen voor logistieke eenheden op artikelniveau worden verwijderd, voordat een emballagedefinitie per artikel kan worden verwijderd.
  • Als u gebruik maakt van het Enterprise Modeler Content Pack met LN, kunt u de wizard MCO1090 (Logistieke eenheden en/of Emballagedefinitie) gebruiken om logistieke eenheden en emballagedefinities in te stellen. U kunt deze voorgedefinieerde wizard uitvoeren vanuit de sessie Wizards per projectmodel (tgwzr4502m000) nadat u het bedrijfsfunctiemodel voor uw bedrijf hebt opgegeven. Zie Bedrijfsfunctiemodel.