Emballagedefinities

Met een emballagedefinitie wordt opgegeven hoe artikelen moeten worden ingepakt.

Bijvoorbeeld: volgens de emballagedefinitie wordt ABC-artikel Blikopener 001 verpakt in dozen van soort B. Soort doos B wordt op pallets van soort P gestapeld. Iedere doos van soort B bevat 100 artikelen X en 50 dozen van soort B worden gestapeld op één pallet van de soort P.

In LN zijn de volgende soorten emballagedefinities beschikbaar:

  • Variabele emballagedefinities
  • Gemengde emballagedefinities
  • Vaste emballagedefinities

Variabele en gemengde emballagedefinities gebruiken logistieke eenheden om de verpakkingsstructuur van een artikel te bepalen.

Vaste emballagedefinities worden met of zonder logistieke eenheden gebruikt.

De emballage-elementen van vaste emballagedefinities worden als emballageartikelen gedefinieerd en als opslageenheden, en optioneel als logistieke eenheden.

Opslageenheden worden weergegeven op de voorraad op het voorraadpunt en dus worden de verpakkingsstructuren van vaste emballagedefinities weergegeven in de sessie Artikel - voorraadstructuur (whinr1550m000) en in de sessie Artikel - emballagedefinitie - verpakkingsniveaus (whwmd4540m000). Bij gebruik van logistieke eenheden wordt de verpakkingsstructuur van vaste emballagedefinities ook weergegeven sessie Logistieke eenheden (whwmd5130m000).

De verpakkingsstructuren van variabele emballagedefinities worden weergegeven sessie Logistieke eenheden (whwmd5130m000).

Emballagedefinities zijn beschikbaar op twee niveaus: op algemeen niveau en op artikelniveau. Op algemeen niveau bevat een emballagedefinitie algemene informatie over het inpakken van artikelen en de verpakkingsstructuur.

Gemengde emballagedefinities worden alleen gebruikt op algemeen niveau.

Een emballagedefinitie op algemeen niveau kan worden gebruikt als een basissjabloon voor emballagedefinities op artikelniveau.

Om deze te kunnen implementeren, moet de emballagedefinitie op artikelniveau worden gedefinieerd. Dit gebeurt door de emballagedefinitie aan een artikel te koppelen en, indien nodig, de emballagegegevens en de emballagestructuur voor het artikel aan te passen.

Met behulp van de emballagedefinitie op artikelniveau wordt de emballagestructuur bepaald van artikelen voor inslag-, uitslag- of inspectieprocessen. In deze processen worden de logistieke eenheden gegenereerd, die samen de emballagestructuur vormen, tenzij vaste emballagedefinities zonder logistieke eenheden worden gebruikt.

Variabele emballagedefinities

Met een variabele emballagedefinitie worden structuren voor logistieke eenheden gedefinieerd voor deze soorten artikelen:

  • Product
  • Lijstartikelen
  • Stuklijstartikelen

Een structuur voor de logistieke eenheid van een variabele emballagedefinitie kan meerdere emballageartikelen bevatten, maar slechts één soort artikel. Een pallet kan bijvoorbeeld niet zowel (emballagematerialen voor) Blikopener 002 bevatten naast Blikopener 001. Lijstartikelen en stuklijstartikelen kunnen bestaan uit verschillende componentartikelen, maar u kunt niet bepalen hoe componentartikelen worden ingepakt.

De relaties tussen de componenten van de structuur voor een logistieke eenheid kunnen door de gebruiker worden gedefinieerd. U kunt voor elke component diverse componenten met uiteenlopende emballageartikelen definiëren, behalve voor de bovenste component.

Voorbeeld

In deze afbeelding vertegenwoordigen doos A en doos B component 2 en 3, die zich beide op het tweede componentniveau net onder het bovenste niveau bevinden. De pallet bevat 10 dozen van soort A en 25 dozen van soort B. Doos A bevat 50 artikelen X en doos B bevat 30 artikelen X.

U kunt dezelfde variabele emballagedefinitie gebruiken om structuren voor logistieke eenheden te definiëren voor verschillende artikelen. Voor elk artikel waaraan de emballagedefinitie is gekoppeld, kunt u de componenten, de emballageartikelen voor de componenten en de hoeveelheden emballageartikelen voor de componenten opgeven.

Met deze methode kunt u verpakkingsstructuren dus veel flexibeler definiëren dan met een vaste emballagedefinitie mogelijk is.

Variabele emballagedefinities zijn bijvoorbeeld handig voor artikelen die worden verkocht aan verschillende relaties met uiteenlopende emballagevereisten.

Voorbeeld

Emballagedefinitie Z op algemeen niveau bestaat uit één pallet X, 15 dozen van soort A en 40 dozen van soort B. Op artikelniveau is emballagedefinitie Z gekoppeld aan artikel 0001, artikel 0002 en artikel 0003, en is op de volgende manier aangepast voor elk artikel:

  • 150 artikelen 0001 zijn verpakt in 3 dozen van soort A.
  • 100 artikelen 0002 zijn verpakt in 2 dozen van soort A.
  • 300 artikelen 0003 zijn verpakt in 10 dozen van soort A.
  • 400 artikelen 0003 zijn verpakt in 40 dozen van soort B.

Vaste emballagedefinities

De vaste emballagedefinitie is de enige soort emballagedefinitie die u met of zonder logistieke eenheden kunt gebruiken.

De emballagegegevens worden gedefinieerd op de emballageniveaus van een vaste emballagedefinitie.

Bij gebruik van logistieke eenheden wordt het emballageniveau gebruikt om de structuur voor logistieke eenheden te genereren voor het inpakken van de artikelen.

Voor deze soorten artikelen wordt een vaste emballagedefinitie gebruikt:

  • Product
  • Lijstartikelen
  • Stuklijstartikelen
NB

Vaste emballagedefinities worden niet gebruikt op ontvangstregels, als aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De ontvangst is per component
  • Het artikel is een laag-volume seriedragend artikel

Een verpakkingsstructuur van een vaste emballagedefinitie kan meerdere emballageartikelen bevatten, maar slechts één soort artikel. Een pallet kan bijvoorbeeld niet zowel (emballagematerialen voor) zure room en yoghurt bevatten als pakken melk, zoals in de volgende afbeelding.

Vaste emballagedefinities zijn handig als artikelen altijd op dezelfde manier worden ingepakt.

Relatie tussen emballage en voorraad

Vaste emballagedefinities hebben een relatie met voorraad. Als een artikel op een locatie is opgeslagen in de basisvoorraadeenheid, bijvoorbeeld stuks, is er een voorraadrecord en een voorraadstructuurrecord voor de stuks. Hiermee kunt u in de voorraad zoeken naar verschillende soorten verpakkingen.

Als er bijvoorbeeld voorraad per pallet is vereist, kunt u de voorraad zoeken. Als er voorraad per stuks is vereist en het artikel is opgeslagen op een hoger emballageniveau, wordt de hoeveelheid van de voorraadeenheid omgezet naar de hogere emballageniveaus.

Als u bijvoorbeeld de emballagedefinitie uit de volgende tabel gebruikt, wordt er een hoeveelheid van 45.505 stuks omgezet naar twee volle PLB-pallets (400 stuks), 110 volle DSB-dozen (met 50 stuks) en vijf losse stuks.

Niveau Inhoud
1 stuks
2 DSB (een doos met 50 stuks)
3 PLB (een pallet met 400 DSB = 20.000 stuks)

Gemengde emballagedefinities

Gemengde emballagedefinities worden gebruikt om structuren voor logistieke eenheden te definiëren die meerdere soorten artikelen bevatten.

U kunt artikelen alleen aan een gemengde emballagedefinitie koppelen op het niveau van de algemene emballagedefinitie.

Gemengde emballagedefinities worden gebruikt om handmatig aangemaakte vrije logistieke eenheden te valideren. Als u logistieke eenheden handmatig definieert voor meerdere artikelen op een order, kunt u de handmatig aangemaakte logistieke eenheid valideren met een gemengde emballagedefinitie die een sjabloon bevat voor deze artikelen en logistieke eenheden.

Met de validatie wordt voorkomen dat er fouten worden gemaakt, wanneer u logistieke eenheden handmatig aanmaakt.