Mogelijke kwesties en aanbevelingen

Fysieke stroom versus informatiestroom

Binnen uw organisatie kan de fysieke stroom verschillen van de informatiestroom. Als dat zo is, raadt Infor aan zoveel mogelijk automatische activiteiten voor de magazijnprocedures in LN te gebruiken.

Statische crossdocking-orders

Als de ontvangen inkooporderregel is gegenereerd op basis van een verkooporderregel, moeten de ontvangen goederen voor deze verkooporderregel worden gecrossdockt (Statisch crossdocking). Daarom kan of zal de sessie Verdeling rechtstr. lev. materiaal (DMS) (whinh6130m000) niet worden gestart als deze soort inkooporderregel wordt ontvangen. De goederen worden niettemin toch voor de verkooporder gecrossdockt.

Artikel- en ordergerelateerde kenmerken gebruiken

Wanneer LN de vraag bepaalt, wordt in de sessie Verdeling rechtstr. lev. materiaal (DMS) (whinh6130m000) ook rekening gehouden met artikel- en ordergerelateerde kenmerken, zoals specifieke partijen en serienummers, effectivity units, emballagedefinities en bindende eenheden. Het gebruik van dergelijke specifieke artikel- en ordergerelateerde kenmerken heeft echter een negatief effect op de functionaliteit van DMS.

DMS- en andere magazijnactiviteiten

Wanneer er een ontvangst plaatsvindt voor een artikel/magazijn-combinatie waarvoor het selectievakje DMS bij ontvangst of DMS bij JSC-ontvangst is ingeschakeld, moet DMS altijd voorafgaan aan de volgende magazijnactiviteit. Dit geldt ook als de volgende activiteit, bijvoorbeeld Inslagadvies genereren..., een automatische activiteit is.

DMS in een niet-locatiegestuurde omgeving

Als een DMS-run wordt uitgevoerd in een niet-locatiegestuurde omgeving, dat wil zeggen dat het artikel en/of het magazijn niet locatiegestuurd is, is DMS bij ontvangst ook mogelijk. Worden er in dat geval artikelen ontvangen, dan worden die artikelen onmiddellijk op voorraad gezet en is de locatie van de artikelen onbekend. U kunt dan nog wel op dezelfde manier als in een locatiegestuurde omgeving DMS op de ontvangen hoeveelheid toepassen, maar er is één uitzondering: LN genereert in plaats van crossdocking-orders een uitslagadvies, vergelijkbaar met DMS toepassen op voorraad.

Als het magazijn en/of het artikel niet locatiegestuurd zijn, kunt u een opslagzone definiëren in de sessie Artikelgegevens per magazijn (whwmd2510m000). Deze zone wordt in plaats van een locatie gebruikt in het verslag van DMS-overboekingen.

DMS en Planning

Er wordt rekening gehouden met alle DMS-geleverde magazijnen in een cluster, terwijl Planning alleen rekening houdt met magazijnen in een cluster waarvoor het selectievakje In Enterprise Planning meenemen is ingeschakeld in de sessie Magazijnen (tcmcs0503m000). Als Planning wordt gebruikt voor het plannen van de inkoop, raadt Infor daarom aan het selectievakje In Enterprise Planning meenemen in te schakelen voor magazijnen die Leveren via DMS zijn.

Voorkomen dat er heen en weer wordt geschoven met goederen

U kunt goederen weer verplaatsen naar het magazijn waaruit zij afkomstig zijn, als tussen DMS-planningsruns de hoogste prioriteit komt te liggen bij het magazijn waaruit de goederen zijn verzonden. Als u wilt voorkomen dat goederen heen en weer gaan tussen magazijnen, moet er voldoende tijd tussen de DMS-runs liggen en moet u erop letten dat prioriteiten niet ineens veranderen.