Logistieke eenheden en crossdocking

In LN kunnen logistieke eenheden worden gebruikt voor crossdocking, als logistieke eenheden worden gebruikt in zowel de inslag- als de uitslagprocessen.

Een logistieke eenheid voor inslag kan worden gekoppeld aan verschillende orderregels voor crossdocking en verschillende logistieke eenheden kunnen worden gebruikt om te voldoen aan een afzonderlijke crossdocking-orderregel.

Als de artikelhoeveelheid voor crossdocking minder is dan de hoeveelheid van de logistieke eenheid, wordt de hoeveelheid die nodig is voor crossdocking uit de logistieke eenheid gehaald en anoniem gebruikt voor crossdocking (zonder logistieke eenheden). Als logistieke child-eenheden aanwezig zijn, wordt het benodigde aantal logistieke child-eenheden gebruikt voor crossdocking.

Als de hoeveelheid die nodig is voor crossdocking, niet gelijk is aan de hoeveelheden van één of meer logistieke child-eenheden, wordt het verschil uit een van de logistieke child-eenheden gehaald en anoniem gebruikt voor crossdocking. De logistieke eenheid wordt weggezet naar de voorraad zonder de hoeveelheden die zijn gebruikt voor crossdocking.

De logistieke eenheden en artikelen die worden gebruikt voor anonieme crossdocking, worden geadviseerd voor verplaatsing van een ontvangstlocatie naar een uitslaglocatie.

Voorbeeld

Een ontvangstregel bevat een logistieke eenheid van het type Pallet en vijf logistieke child-eenheden van het type Doos. Elke doos bevat 10 artikelen X. Om aan een uitslagorderregel voor 47 artikelen X te voldoen, worden vier van de logistieke child-eenheden (dozen) gebruikt voor crossdocking en worden 7 artikelen X uit de vijfde logistieke child-eenheid gehaald. Deze zeven artikelen worden anoniem gebruikt voor crossdocking. De doos bevat nu 3 artikelen X en wordt weggezet naar de voorraad. Voor de ontvangstregel wordt het volgende inslagadvies aangemaakt:

Inslagadviezen (whinh3525m000) Van logistieke eenheid T/m logistieke eenheid Artikelhoeveelheid Locatie van Locatie naar
INS00001/1 Pallet LE010 Doos LE011 10 artikelen X Ontvangst A Uitslag B
INS00001/2 Pallet LE010 Doos LE012 10 artikelen X Ontvangst A Uitslag B
INS00001/3 Pallet LE010 Doos LE013 10 artikelen X Ontvangst A Uitslag B
INS00001/4 Pallet LE010 Doos LE014 10 artikelen X Ontvangst A Uitslag B
INS00001/5 Pallet LE010   7 artikelen X Ontvangst A Uitslag B
INS00001/6 Pallet LE010 Pallet LE010 3 artikelen X Ontvangst A Opslag A

Voor INS00001/6 wordt de logistieke child-eenheid LE015 (doos) die de drie artikelen bevat die moeten worden opgeslagen, weergegeven in de boomstructuur van logistieke eenheden.

Crossdocking wordt uitgevoerd in magazijnen met en zonder locatiebeheer.

De logistieke eenheden en de anoniem uit de logistieke eenheid gehaalde hoeveelheid worden gebruikt voor crossdocking wanneer het inslagadvies wordt weggezet. Als locaties en inslagadvies niet van toepassing zijn, wordt de crossdocking uitgevoerd wanneer de ontvangst van de logistieke eenheid wordt bevestigd. Als inslaginspecties van toepassing zijn, wordt de crossdocking uitgevoerd wanneer de goedgekeurde hoeveelheid wordt weggezet naar de voorraad.

Niet-splitsbare logistieke eenheden

U kunt niet-splitsbare logistieke eenheden gebruiken voor crossdocking als logistieke eenheden in hun geheel kunnen worden gebruikt. Crossdocking van een deel van de inhoud van dergelijke logistieke eenheden is niet toegestaan. Logistieke eenheden kunnen worden opgesplitst als het selectievakje Op te splitsen in de sessie Logistieke eenheden (whwmd5130m000) is ingeschakeld.

Geprojecteerde zendingen

Als geprojecteerde zendingen en geprojecteerde logistieke eenheden worden gebruikt, sluit de applicatie de ontvangen logistieke eenheden af. De artikelhoeveelheden worden anoniem gebruikt voor crossdocking. De logistieke eenheden van de geprojecteerde zendingen worden gevuld met de artikelhoeveelheden voor crossdocking.

Als u geprojecteerde zendingen wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje Geprojecteerde zendingen in gebruik in de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000) in. Schakel voor de relevante ordersoorten het selectievakje Geprojecteerde zendingen in gebruik in de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000) in.

Als u geprojecteerde zendingen wilt automatisch wilt genereren, schakelt u het selectievakje Geprojecteerde zendingen automatisch genereren in de sessie Magazijnordersoorten (whinh0110m000) in. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden geprojecteerde zendingen gegenereerd met behulp van de sessie Geprojecteerde zendingen genereren (whinh4230m200).

Op het veld Aanmaken van geprojecteerde zendingen van de sessie Magazijnen (whwmd2500m000) kunt u opgeven dat logistieke eenheden moeten worden gegenereerd voor geprojecteerde zendingen. U genereert logistieke eenheden voor geprojecteerde zendingen om het afdrukken van uitslagetiketten mogelijk te maken. Deze etiketten worden afgedrukt wanneer de artikelen worden ontvangen van productie.

Logistieke eenheden na crossdocking opnieuw gebruiken

Logistieke eenheden die zijn gebruikt voor crossdocking (zoals de vier dozen in het eerdere voorbeeld), worden opnieuw gebruikt voor de zendingsregels die worden gegenereerd voor de crossdocking-orderregels als aan de criteria voor hergebruik wordt voldaan. Is dat niet het geval, dan worden de logistieke eenheden verwijderd en worden nieuwe logistieke eenheden gegenereerd voor de zendingsregels.